4
Selecteer dit apparaat bij [Printer] in [Printer Options] (Printeropties).
●
De printers in het netwerk worden weergegeven. Selecteer dit apparaat.
●
[Printer Options] (Printeropties) wordt niet weergegeven in programma's die geen ondersteuning bieden
voor AirPrint. U kunt dan ook niet draadloos afdrukken vanuit deze programma's.
5
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
●
De beschikbare instellingen en papierformaten verschillen afhankelijk van de applicatie die u gebruikt.
6
Tik op [Print] (Druk af).
➠
Het afdrukken wordt gestart.
De afdrukstatus controleren
●
Druk tijdens het afdrukken twee keer op de Home-knop van het Apple-apparaat
Afdrukken vanaf Mac
1
Controleer dat het apparaat is ingeschakeld en verbinding heeft met uw Mac.
●
Zie "Aan de slag", als u wilt weten hoe u dit kunt nagaan.
2
Voeg het apparaat toe aan de Mac met behulp van [Systeemvoorkeuren]
en scanners].
3
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
●
De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer
informatie de Help van het programma dat u gebruikt.
4
Selecteer deze machine in het afdrukvenster.
●
De printers die verbinding hebben met de Mac, worden weergegeven. Selecteer dit apparaat in deze stap.
5
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
●
De beschikbare instellingen en papierformaten verschillen afhankelijk van de applicatie die u gebruikt.
6
Klik op [Print] (Druk af).
➠
Het afdrukken wordt gestart.
Kan handig worden toegepast met een mobiel toestel
172
Meegeleverde documentatie(P. 585)
tik op [Afdrukken].
[Printers