4
Klik op [Bewerken].
5
Schakel het selectievakje [Gebruik SMB-server] in en geef de benodigde instellingen
op.
[Gebruik SMB-server]
Als u het selectievakje activeert, wordt de computer op het SMB netwerk aangeduid als een SMB server.
[Servernaam]
Om de servernaam op te geven die wordt weergegeven in het SMB netwerk, kunt u maximaal 16 tekens
invoeren, afhankelijk van het lettertype. De naam moet verschillen van de namen van alle andere computers
en printers in het netwerk.
●
U mag geen spaties gebruiken.
●
Een eventuele servernaam die is ingesteld in [SMB-servernaam] onder [WINS-configuratie] wordt
automatisch gebruikt voor [Servernaam]. Als de servernaam wordt veranderd in [Servernaam], wordt dit
ook toegepast op [SMB-servernaam] onder [WINS-configuratie].
[Werkgroepnaam]
Om de naam op te geven van de werkgroep waartoe het apparaat behoort, kunt u maximaal 16 tekens
invoeren, afhankelijk van het lettertype. Is er geen werkgroep in uw systeemomgeving, maak dan een
werkgroep in Windows, en voer de werkgroepnaam in.
●
U mag geen spaties gebruiken.
Netwerk
239