4.
Leid het toevoegmateriaal door de ingangsbuis (a) en de middelste draaddoorvoerpijp (b) naar de uitgangsbuis (c),
van waar het toevoegmateriaal naar het laspistool loopt.
5.
Duw het toevoegmateriaal met de hand zo ver in het pistool dat de draad de draadliner bereikt (ongeveer 20 cm).
6.
Sluit de drukarmen, zodat de lasdraad tussen de aanvoerrollen wordt vastgeklemd. Zorg ervoor dat het toe-
voegmateriaal in de groeven van de aanvoerrollen valt.
7.
Stel de druk van de aanvoerrollen af met de drukhevel. De druk is voor beide paren aanvoerrollen gelijk.
© Kemppi
74
X5 FastMig
Gebruiksaanwijzing - NL
1920960 / 2325