Type tussenaanvoerunit
(alleen in MIG-modus met X5 Wire Fee-
der 300)
Lasdata duur
Gemiddelden lasdata
Datum
Tijd
Taal
Fabrieksinstellingen herstellen
Veilige draadin- en -doorvoer
(alleen bij MIG)
Kabelkalibratie
(alleen bij MIG)
VRD
(alleen bij MMA en gutsen)
3.3.7 Automatisch functiepaneel Lasprogramma's toepassen
Om een ander MIG-lasproces en programma te selecteren en toe te passen, moet een bijbehorend geheugenkanaal wor-
den aangemaakt.
Bij het aanmaken van het geheugenkanaal voor een bepaald MIG-lasproces kan de selectie van lasprogramma's worden
beperkt op basis van de beschikbare MIG-lasprocedures: Handmatig, 1-MIG, MAX Speed (optioneel), MAX Position (opti-
oneel), MAX Cool (optioneel), WiseRoot+ (optioneel) en WiseThin+ (optioneel).
Gebruik het lasprogramma dat overeenstemt met uw lasinstelling (bijv. lasdraad en gaseigenschappen).
Het gebruik van de aanvullende lasprogramma's en de Wise en MAX-eigenschappen is mogelijk met de X5 FastMig-
Auto apparatuur in de MIG-bedrijfsmodus. Pulsstroombron is vereist voor het proces MAX Position (optioneel) en Pul-
se+-stroombron voor de processen WiseRoot+ (optioneel) en WiseThin+ (optioneel).
© Kemppi
Model tussenaanvoerunit/UIT
Standaard = UIT
0-30 sec., stap 1
0 = UIT
Standaard = 5 sec
Zonder slopes / volledige las
Standaard = Zonder slopes
Huidige datum
Huidige tijd
Beschikbare talen
Resetten/Annuleren
Standaard = Annuleren
UIT/AAN
Starten/annuleren
UIT/12 V/24 V
Standaard = UIT
114
Gebruiksaanwijzing - NL
Selecteer de tussenaanvoerunit uit de
lijst, als er een compatibele tus-
senaanvoerunit is aangesloten.
Compatibele tussenaanvoerunits :
SuperSnake GTX/GT02S (10 m, 15 m, 20 m,
25 m), Binzel PP401D, Binzel PP36D.
Opmerking: Bij SuperSnake GT02S-model-
len wordt alleen motorsynchronisatie
ondersteund.
Dit definieert of en hoe lang de las-
datasamenvatting na iedere las wordt
getoond.
Met deze functie kan de gebruiker instel-
len hoe de gemiddelden van de lasdata
worden berekend: met of zonder de
slope-fases bij het starten en stoppen van
het lassen.
Deze instelling is van invloed op de bere-
kening van de gemiddelden voor het vol-
gende: lasspanning (klem- en
boogspanning), lasstroom, lasvermogen
en draadaanvoersnelheid.
Wanneer AAN en de boog niet ontsteekt,
wordt het toevoegmateriaal is 5 cm inge-
voerd. Wanneer UIT, wordt 5 m toe-
voegmateriaal ingevoerd.
De datum en de tijd en de kalibratie-infor-
matie van de vorige kalibratie worden
ook getoond.
Zie "Het kalibreren van de laskabel" op
pagina 92 voor kabelkalibratie.
Voltage reductie apparaat (VRD) ver-
mindert de open spanning onder een
bepaalde spanningswaarde te houden.
X5 FastMig
1920960 / 2325