Kratervulling (Crater fill)
- Tijd kratervulling (Crater fill time)
- Draadaanvoersnelheid kratervulling
- Spanning kratervulling
Nagas
Draadaanvoersnelheid
Draadaanvoersnelheid min.
Draadaanvoersnelheid max.
Spanning min.
Spanning max.
1-MIG-lasparameters
De hier vermelde parameters zijn beschikbaar voor aanpassing met het 1-MIG-proces.
Parameter
© Kemppi
AAN/UIT (ON/OFF)
0.0 ... 10.0 sec., stap 0,1
Standaard = 1,0 sec
0.5 ... 25.0 m/min, stap 0,05 of 0,1
Standaard = 5 m/min
400A: 8 ... 45 V
500 A: 8 ... 50 V
Stap 0,1 V
Standaard = 18 V
0.0 ... 9.9 sec., stap 0,1
0,0 = UIT
0.50 ... 25 m/min, stap 0,05 of 0,1
Standaard = 5,00 m/min
Min./max. = 0,5 ... 25 m/min, stap 0,1
Standaard = 0,5 m/min
Min./max. = 0,5 ... 25 m/min, stap 0,1
Standaard = 25 m/min
Min/Max = Volgens specificaties van las-
apparatuur, stap 0.1
Min/Max = Volgens specificaties van las-
apparatuur, stap 0.1
Parameterwaarde
107
Gebruiksaanwijzing - NL
Wanneer met hoog vermogen wordt
gelast, ontstaat meestal een krater aan
het einde van de las. De kratervulling-
functie verlaagt het lasvermogen/de
draadaanvoersnelheid aan het einde van
de lastaak, zodat de krater kan worden
gevuld met een lager vermogensniveau.
Bij het MIG-proces worden de kra-
tervullingsduur, draadaanvoersnelheid
en spanning vooraf ingesteld door de
gebruiker.
Wanneer de draadaanvoersnelheid min-
der is dan 5 m/min, is de verstellingstap
0,05 en wanneer de draad-
aanvoersnelheid 5 m/min is of meer, is de
verstellingstap 0,1.
Zie de 1-MIG-parametertabel voor
het 1-MIG-proces.
Lasfunctie waarmee het beschermgas
blijft te stromen, nadat de boog is
gedoofd. Dit zorgt ervoor dat het hete
metaal na het doven van de boog niet in
aanraking komt met lucht, zodat de las
en de elektrode worden beschermd.
Gebruikt voor alle metalen. Vooral roest-
vast staal en titanium vereisen langere
nagastijden.
Instelling draadaanvoersnelheid Wanneer
de draadaanvoersnelheid minder is dan 5
m/min, is de verstellingstap 0,05 en wan-
neer de draadaanvoersnelheid 5 m/min
is of meer, is de verstellingstap 0,1.
Minimale en maximale limieten voor de
aanpassing van de draadaanvoersnelheid
Minimale en maximale limieten voor
instelling van lasspanning.
Deze parameters zijn alleen beschikbaar
voor instellingen bij MIG lassen. In 1-MIG
wordt de spanning bepaald door het las-
programma.
Omschrijving
X5 FastMig
1920960 / 2325