Puls/DPulse lasparameters
De hier vermelde parameters zijn beschikbaar voor aanpassing naast de MIG- en 1-MIG-lasparameters wanneer een X5-puls-
stroombron is aangesloten. DPulse = dubbelpulsproces.
Parameter
Pulsstroom %
DPulse-verhouding
DPulsfrequentie
DPuls-niveau 1: Draadaanvoersnelheid
DPuls-niveau 1: Fijnafstemming
DPuls-niveau 1: Dynamiek
DPulsniveau 2: Draadaanvoersnelheid
DPulsniveau 2: Fijnafstemming
DPulsniveau 2: Dynamiek
MAX Speed-parameters:
De hier vermelde parameters zijn specifiek voor het MAX Speed-proces.
Parameter
MAX Speed-frequentie
© Kemppi
Parameterwaarde
-10 ... +15%, stap 1
10 ... 90%, stap 1
0.4 ... 8.0 Hz, automatisch, stap 0.1
0.50 ... 25 m/min, stap 0,05 of 0,1
-10 ... +10, stap 1
-10.0 ... +10,.0, stap 0.2
Standaard = 0
0.50 ... 25 m/min, stap 0,05 of 0,1
-10 ... +10, stap 1
-10.0 ... +10,.0, stap 0.2
Standaard = 0
Parameterwaarde
100 ... 800 Hz, Auto, stap 10
130
Gebruiksaanwijzing - NL
Omschrijving
De fijnafstemming van de pulsstroom ten
opzichte van de stroom met puls- en
DPulse-lasprocessen.
Hiermee stelt u het percentage van de
dubbele pulstijd in, d.w.z. hoe lang de
dubbele puls op het eerste pulsniveau is.
Het tweede pulsniveau wordt bepaald in
relatie tot de eerste niveau-instelling.
Hiermee wordt de dubbele puls-
frequentie aangepast. Hoe lang het duurt
van de start van het 1e niveau tot het
einde van het 2e niveau.
Eerste dubbele pulsniveau draad-
aanvoersnelheid (en mini-
mum/maximum waarden voor
draadaanvoersnelheid).
Wanneer de draadaanvoersnelheid min-
der is dan 5 m/min, is de verstellingstap
0,05 en wanneer de draad-
aanvoersnelheid 5 m/min is of meer, is de
verstellingstap 0,1.
Fijnafstemming voor de lasspanning.
Regelt het kortsluitgedrag van de boog.
Hoe lager de waarde, des te zachter de
boog is en hoe hoger de waarde, des te
ruwer de boog is.
Tweede dubbele pulsniveau draad-
aanvoersnelheid. De DPulsniveau 2 draad-
aanvoersnelheid verandert automatisch
wanneer de DPulseniveau 1 draad-
aanvoersnelheid wordt aangepast.
Wanneer de draadaanvoersnelheid min-
der is dan 5 m/min, is de verstellingstap
0,05 en wanneer de draad-
aanvoersnelheid 5 m/min is of meer, is de
verstellingstap 0,1.
Fijnafstemming voor de lasspanning.
Regelt het kortsluitgedrag van de boog.
Hoe lager de waarde, des te zachter de
boog is en hoe hoger de waarde, des te
ruwer de boog is.
Omschrijving
MAX Speed-frequentie-instelling.
X5 FastMig
1920960 / 2325