Inhoudsopgave
Advertenties
De afdichtvloeistof die aan de perszijde (uitlaat) van de pomp naar buiten gaat, komt in de afdichtvloeistoftank (8)
die aangesloten is aan de perszijde (uitlaat) van het proces op de uitlaatleiding (12).
Nieuwe afdichtvloeistof wordt naar de tank (8) aangevoerd via de afvulklep met vlotter (9).
Een mengsel van nieuwe en gerecupereerde afdichtvloeistof uit de tank wordt vervolgens aangevoerd naar de
afdichtring in de pomp (doorheen de aanvoerleiding: 6, 5, 4, 3).
3.4.4
Aanvoersysteem voor afdichtvloeistof met eenmalige doorvoer
Opmerking:
Gelet op de mogelijke milieurisico's raden wij aan om het gebruik van systemen met eenmalige
doorvoer zorgvuldig te overwegen.
Raadpleeg
Figuur
1, detail C. In systemen met eenmalige doorvoer wordt de afdichtvloeistof direct naar de
vloeistofring in de pomp (8) aangevoerd, via een geschikte aanvoerleiding (11, 10, 6, 18, 5, 4, 3).
De gebruikte afdichtvloeistof wordt samen met de verpompte gassen en dampen via de uitlaatleiding (14) afgevoerd
naar uw uitlaatafzuigsysteem.
3.5
Uitpakken en controleren
1. Verwijder alle verpakkingsmaterialen en beveligingskappen, en controleer de pomp. Als de pomp beschadigd is,
dient u binnen de drie dagen schriftelijk contact op te nemen met uw leverancier en de transporteur; vermeld
daarbij het artikelnummer van de pomp, uw ordernummer en het factuurnummer van de leverancier. Bewaar al
het verpakkingsmateriaal voor inspectie. Gebruik de pomp niet als die beschadigd is.
2. Inspecteer het pompidentificatieplaatje (zie Systeemhandleiding) en controleer of de pomp geschikt is voor
gebruik in uw systeem. Als de pomp niet geschikt is voor gebruik in uw systeem, stopt u met het installeren van
de pomp: neem contact op met uw leverancier of met Edwards.
Als u de pomp niet onmiddellijk gaat gebruiken, hermonteert u de beveiligingskappen. Sla de pomp op in geschikte
omstandigheden zoals beschreven in
3.6
Opstelling van de pomp
Gebruik een geschikte hefinrichting om de pomp te verplaatsen, zoals hieronder beschreven. Als
u dat niet doet, kunt u zich bezeren of de pomp beschadigen. Zie het typeplaatje van de pomp
voor de massa van de pomp.
Zorg ervoor dat de werkplaats schoon en ordelijk is, vrij van vuilresten en olie.
Zorg ervoor dat, zodra de pomp op de gewenste plaats is opgesteld, alle montagevoeten vlak op het montageplatform
staan. Het platform moet stevig en vlak staan, met een maximale vlakheidsafwijking die de in
gespecificeerde waarde niet overschrijdt.
Gebruik geen vulstukken of afstandhouders onder de montagevoeten om de pomp waterpas te zetten.
1. Gebruik riemen rond de lagerbehuizingen of de flenzen (raadpleeg de Systeemhandleiding) om een geschikte
hefinrichting aan de pomp te bevestigen.
2. Gebruik de hefinrichting om de pomp op de gewenste plaats op het montageplatform te zetten en koppel de
hefinrichting vervolgens los.
3. Breng geschikte bouten in de bevestigingsboutopeningen in de monteervoeten in, om de pomp in de juiste positie
vast te zetten. Raadpleeg de Systeemhandleiding i.v.m. locaties en afmetingen van de bevestigingsopeningen.
© Edwards Limited 2016. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
Hoofdstuk
6.1.
WAARSCHUWING
A750-05-886 Issue B
Tabel 3
Pagina 21
Advertenties
Inhoudsopgave
