Sluit de hydraulische slangleidingen als volgt op de tractorhydraulica aan:
Drukleiding
met markering
P (rood)
Retourleiding
met markering
T (geel)
Belangrijk
5.8.2
Turbinetoerental instellen bij tractoren met stroomregelklep
1. De stroomregelklep van de tractor sluiten.
2. Het regelventiel (1) van de GreenDrill
linksom (+) draaien en geheel openen.
3. De tractormotor op toepassingstoerental
brengen.
4. De turbine op het gewenste turbinetoerental
instellen.
4.1 Met de stroomregelklep van de tractor
de oliehoeveelheid langzaam laten
toenemen.
4.2 Het strooibeeld op het veld
controleren.
4.3 Het strooibeeld door aanpassen van
het turbinetoerental optimaliseren.
GreenDrill BAH0108-0 03.20
Aansluiting
op enkelwerkende tractorregeleenheid met voorrang.
Aansluiting
op een drukloze tractoraansluiting met directe toegang tot het reservoir
met hydraulische olie. Het volume van de tractorolietank moet minimaal
tweemaal de oliepompcapaciteit zijn. Grote oliestromen in combinatie met
kleine olietanks leiden tot snelle opwarming van de hydrauliekolie.
De druk in de olieretour mag maximaal 10 bar zijn. Sluit de retourleiding
niet aan op een tractorregeleenheid, zodat de stuwdruk van 10 bar niet
wordt overschreden.
Aansluiting op de tractor:
Eerst de retourleiding, dan de drukleiding aansluiten.
Afkoppelen van de tractor:
Eerst de drukleiding, dan de retourleiding afkoppelen.
Machine-instellingen voor de inbedrijfstelling
49