De digitale zoom werkt niet.
● [ZOOMEN] staat op [15X]* (optische zoom).
HZet [ZOOMEN] op [60X] of [700X].* (
● In de stand voor het opnemen van stilstaande
beelden kunt u niet beschikken over digitale
zoom.
* Op de GZ-MG30E/GZ-MG20E kan de optische
zoom gaan tot 25x, en u kunt [ZOOMEN] instellen
tot [100X] of [800X].
Het opgenomen beeld is wit
● De sluitersnelheid is ingesteld op NIGHTSCOPE
of op een langzame snelheid.
HNIGHTSCOPE en een langzame snelheid zijn
alleen bedoeld voor donkere omstandigheden.
(
blz. 35)
Afspelen
U kunt geen opnamen afspelen.
● U hebt niet het juiste opnamemedium
geselecteerd.
HSelecteer het opnamemedium.
(
blz. 21, 48, 49)
● Het afspelen van opnamen begint, maar er is
geen beeld op de aangesloten TV.
HZet het TV-toestel in de juiste stand voor het
inkomende signaal en kies het juiste kanaal voor
het weergeven van videobeelden.
Tijdens het weergeven van videomateriaal
wordt lange tijd dezelfde afbeelding getoond
of de weergave is schokkerig.
● Als het oppervlak van het SD-kaartje is
beschadigd, wordt het moeilijk gegevens te lezen
en doen zich deze verschijnselen voor. Deze
camera zal al het mogelijke doen om gegevens te
lezen, maar wanneer het lange tijd moeilijk
verloopt en het weergeven van materiaal
onmogelijk is, stopt de camera vanzelf.
HWij raden u aan regelmatig een schijfcontrole uit
te voeren op de PC, op voorwaarde dat er geen
gegevens op de harde schijf van de camera
aanwezig zijn.
Functies voor de gevorderde
cameragebruiker
De camera stelt niet automatisch scherp.
● De camera staat in stand voor handmatig
scherpstellen.
HSchakel de automatische scherpstelling in.
(
blz. 33)
● De lens is vuil of bedekt met condens.
HMaak de lens schoon en controleer of de camera
weer goed scherpstelt. (
blz. 50)
blz. 57)
Het beeld heeft een vreemde kleur.
● Er zit geen wit in de lichtbron of in het onderwerp.
Of er staan diverse verschillende lichtbronnen
achter het onderwerp.
HProbeer de handmatige aanpassing van de
witbalans. (
blz. 34)
Het vastgelegde beeld is te donker.
● De opnamen zijn gemaakt met tegenlicht.
HProbeer tegenlichtcompensatie (
probeer de belichting zelf te regelen. (
De vastgelegde beelden zijn te licht.
● Het onderwerp is te helder verlicht.
HProbeer de belichting zelf te regelen. (
Het lukt niet de witbalans in te stellen.
● De camera staat in de stand Sepia (SEPIA) of
Monotone (ZWARTWIT).
HSchakel eerst Sepia (SEPIA) of Monotone
(ZWARTWIT) uit, voordat u de witbalans instelt.
(
blz. 36)
Het in-/uitfaden zwart/wit werkt niet.
● De camera staat in de stand Sepia (SEPIA) of
Monotone (ZWARTWIT).
HSchakel Sepia (SEPIA) of Monotone
(ZWARTWIT) uit. (
Het lijkt alsof de opname is gemaakt bij een
te lage sluitersnelheid.
● Bij het maken van opnamen in het donker wordt
de camera zeer gevoelig voor licht wanneer
[OPHELDEREN] is ingesteld op [AAN].
HZet [OPHELDEREN] op [UIT] als u wilt dat de
verlichting er natuurlijker uitziet. (
De opnamesnelheid van series stilstaande
beelden (foto's) is laag.
● De snelheid van serie-opnamen neemt af
wanneer u achtereenvolgens series foto's maakt,
bij gebruik van een bepaald opnamemedium of
onder bepaalde opnameomstandigheden.
(
blz. 28)
VERWIJZINGEN
NE
blz. 31) of
blz. 32)
blz. 32)
blz. 37)
blz. 50)
53