36
OPNAMEFUNCTIES
NE
Programma AE
U kunt de instellingen van het programma AE
gebruiken voor het maken van opnamen onder
speciale omstandigheden.
1
Selecteer [P.AE] in het MSET-menu.
(
blz. 32)
2
Selecteer de stand van uw keuze door op
/
te drukken.
SCHEMER: Laat avondscènes er
natuurlijker uitzien.
SPOTLICHT: Het onderwerp op de
voorgrond krijgt meer nadruk doordat de
achtergrond vager wordt gemaakt.
SPORT: Snelle sluitertijden maken het
mogelijk snelbewegende onderwerpen levendig
beeldje-voor-beeldje vast te leggen. De
sluitersnelheid wordt automatisch ingesteld op
1/250 tot 1/4000 seconde.
SNEEUW: Compenseert de belichting van
onderwerpen die te donker kunnen lijken
wanneer u opnamen maakt in een extreem
heldere omgeving, zoals in de sneeuw.
3
Druk op 49. De instelling is voltooid.
De functie Programma AE uitschakelen
Selecteer [OFF] in stap 2.
Effect
U kunt speciale effecten toevoegen aan de
beelden die u opneemt.
1
Selecteer [EF] in het MSET-menu.
(
blz. 32)
2
Selecteer de stand van uw keuze door op
/
te drukken.
SEPIA: Het beeld heeft een bruinachtige
tint zoals oude foto's.
ZWARTWIT: Het beeld wordt zwart/wit
zoals dat van oude films.
ANTIEKE FILM*: Het beeld heeft de sfeer
van een oude film doordat bij dit effect beeldjes
worden overgeslagen.
BEELDEN LOS*: Het beeld ziet eruit alsof
het bestaat uit een reeks opeenvolgende
kiekjes.
* Niet beschikbaar voor het vastleggen van
stilstaande beelden (foto's).
3
Druk op 49. De instelling is voltooid.
4
Sluit het MSET-menu met een druk op
(
).
Het effect uitschakelen
Selecteer [OFF] in stap 2.