Sluitersnelheid
U kunt de sluitersnelheid handmatig instellen.
Een snelle sluitertijd kan de beweging van een
snelbewegend onderwerp bevriezen en een
langzame sluitersnelheid kan het onderwerp
vager weergeven waardoor de indruk van
beweging wordt gegeven.
1
Selecteer [S.SP] in het MSET-menu.
(
blz. 32)
2
Als [AUTO] de geselecteerde optie is, drukt u
op
.
3
Selecteer de stand van uw keuze door op
te drukken. De sluitersnelheid wordt
weergegeven.
U hebt voor de sluitersnelheid keuze uit:
● Kunt u de waarde niet wijzigen, druk dan op 49.
De sluitersnelheid wordt
vastgezet op 1/2 seconde. Dit
maakt het mogelijk opnamen
NIGHTSCOPE
te maken onder
omstandigheden met weinig
licht. De
verschijnt.
Bij gebruik van langzame
1/4
sluitertijden kan het
1/8
onderwerp onscherp worden,
1/15
wat de indruk van een
1/30
vloeiende beweging geeft.
De sluitersnelheid wordt
vastgezet op 1/50 seconde.
Zwarte strepen die gewoonlijk
1/50
verschijnen wanneer u
opnamen maakt van een
televisiescherm, worden
smaller.
De sluitersnelheid wordt
vastgezet op 1/120 seconde.
Het schitteren dat zich
1/120
voordoet wanneer u opnamen
maakt onder een TL-lamp of
een kwartslamp, wordt
verminderd.
Snelle sluitertijden maken het
mogelijk snelbewegende
onderwerpen levendig
1/250
beeldje-voor-beeldje vast te
1/500
leggen. Gebruik deze
1/1000*
instellingen wanneer een
1/2000*
automatische afstelling niet
1/4000*
goed werkt in stand
(SPORT) in Programma AE.
(
blz. 36)
/
-indicator
OPNAMEFUNCTIES
* Niet beschikbaar voor het vastleggen van
stilstaande beelden (foto's).
4
Druk op 49. De instelling is voltooid.
De sluitersnelheid wijzigen
Druk op 49, selecteer daarna de
sluitersnelheid met
Terug naar automatische regeling van de
sluitertijden
Selecteer [AUTO] in stap 3.
OPMERKINGEN:
● Wanneer u opnamen maakt met een langzame
sluitertijd kunt u het beste een statief gebruiken.
● De sluitersnelheid kan apart worden ingesteld bij
bewegende (video) en stilstaande beelden (foto).
NE
/
en druk op 49.
35