Bedieningselemen-
ten
Vacuüm-controller
Bijzonderheid
20999352_NL_PC5xx_6xx select Serie_V1.5_171022
Bedieningselementen
Toets
Tot op de omschakeling tussen twee procesaanduidingen is de bedie-
ning van de vacuüm-controller bij alle pompsystemen uit de serie
PC 5xx/PC6xx hetzelfde.
5.2.2 Bedieningspaneel PC 520/PC 620
In de procesaanduiding worden twee drukvellen weergegeven,
drukvellen A en B passend bij de teksten van de ventielen A en B.
Daarmee kunnen twee verschillende toepassingen worden geregeld.
De processen draaien daarbij vrijwel onafhankelijk van elkaar. Be-
dieningselementen en instelling zijn altijd voor de gekozen proces-
sen actief.
8 De VENT-toets wordt alleen dan weergegeven wanneer een ventilatieventiel aangesloten of
geactiveerd is.
Functie
Start
Toepassing starten – uitsluitend in de procesaandui-
ding.
Stop
Toepassing stoppen – altijd mogelijk.
8
VENT
– Systeem ventileren (optie)
Op toets drukken < 2 sec. = kort ventileren, regeling
draait door.
Op toets drukken > 2 sec. = ventileren tot atmosferi-
sche druk, de vacuümpomp wordt gestopt. Tijdens het
ventileren op toets drukken = het ventileren wordt ge-
stopt.
Favorieten
Het menu Favorieten openen.
Werking
45