Veiligheidsaanwijzingen
Onjuist gebruik
Verkeerd gebruik
14
het exclusieve gebruik van goedgekeurde toebehoren of reser-
n
veonderdelen.
Een ander of verdergaand gebruik geldt als ongeoorloofd gebruik.
2.1.2 Onjuist gebruik
Bij een ongeoorloofd gebruik evenals elk gebruik dat niet met de
technische gegevens overeenkomt, kan er letsel of materiële schade
ontstaan.
Als onjuist gebruik geldt:
het gebruik dat in strijd is met het beoogde gebruik,
n
het gebruik van het apparaat bij ontoelaatbare bedrijfs- en om-
n
gevingscondities,
het gebruik van het apparaat bij klaarblijkelijke storingen, be-
n
schadigingen of defecte veiligheidsvoorzieningen,
het eigenmachtig aan- en ombouwen wanneer dit invloed op de
n
veiligheid heeft,
het gebruik in onvolledige toestand,
n
bediening met voorwerpen met scherpe kanten,
n
de stekkerverbinding van de kabel uit de bus te trekken,
n
vaste stoffen of vloeistoffen uit te zuigen, te verpompen en te
n
comprimeren.
2.1.3 Voorzienbaar verkeerd gebruik
Naast het onjuiste gebruik zijn er gebruikswijzen, die in de omgang
met het apparaat verboden zijn.
Verboden gebruikswijzen zijn met name:
het gebruik op mensen of dieren,
n
het plaatsen en het gebruiken in een explosieve omgeving,
n
het gebruik in de mijnbouw of ondergronds,
n
het gebruik van het product om druk te genereren,
n
vacuümapparaten volledig aan vacuüm bloot te stellen,
n
vacuümapparaten in vloeistoffen onder te dompelen, aan spat-
n
water bloot te stellen of met stoomcleaners te reinigen,
het verpompen van oxiderende en pyrofore stoffen, vloeistoffen
n
of vaste stoffen,
20999352_NL_PC5xx_6xx select Serie_V1.5_171022