Opmerking: Kijk naar het bedieningspaneel terwijl de machine opstart. Tijdens de IPL ziet u
C6004031, wat aangeeft dat het systeem naar een console zoekt. Dit kan 20-30 minuten duren. Als
A6005008 wordt afgebeeld, geeft dit aan dat er geen console beschikbaar is. Dit kan er op duiden dat
het systeem niet vooraf is geïnstalleerd met IBM i en dat u het type console op LAN moet instellen.
8. Voer deze stap uit als het systeem niet vooraf geïnstalleerd is met IBM i. Om het consoletype in te
stellen op LAN, voert u de volgende stappen uit:
a. Stel het bedieningspaneel in op de handmatige werkstand. Als het systeem in de normale modus
is (functie 01 geeft 01 B N aan), selecteert u functie 02 op het bedieningspaneel en drukt u op En-
ter.
b. Schakel de functies van het bedieningspaneel in met behulp van de volgende stappen:
1) Selecteer functie 25 op het bedieningspaneel en druk op Enter. De retourcode moet 00 zijn.
2) Selecteer functie 26 op het bedieningspaneel en druk op Enter.
Opmerking: Als u een retourcode FF ziet, gaat u terug naar functie 25 en drukt u op Enter.
Ga vervolgens terug naar functie 26 en druk op Enter.
c. Controleer de huidige instelling(en). Gebruik consoleservicefuncties (65+21+11) om de huidige in-
stelling te verifiëren.
v A600 500A = Geen console gedefinieerd
v A601 500A = Twinaxconsole
v A602 500A = Console met rechtstreekse kabel
v A603 500A = LAN-console
v A604 500A = HMC-console
Als SRC (System Reference Code) = A603500A, dan gaat u naar stap 8e. Bij alle andere SRC-
waarden gaat u naar de volgende stap.
d. Stel consoletype in op LAN.
1) Gebruik de 65+21+11 volgorde net zolang tot u code A603500B ontvangt. Dit geeft aan dat het
type console zal worden gewijzigd in LAN.
2) Als u de code A6C3500C ontvangt, gebruikt u de volgorde 21+11. Dit geeft aan dat instellin-
gen zijn opgeslagen. Als dat niet het geval is, herhaalt u functie 11 totdat u code A6C3500C
ontvangt.
e. Verwijder de adapterconfiguratie uit het profiel door de volgende stappen uit te voeren:
1) Gebruik de 65+21+11 volgorde net zolang tot u code A6C3500B ontvangt. Dit geeft aan dat de
adapterconfiguratie zal worden verwijderd.
2) Als u de code A6C3500C ontvangt, gebruikt u de volgorde 21+11. Dit geeft aan dat instellin-
gen zijn opgeslagen. Als dat niet het geval is, herhaalt u functie 11 totdat u code A6C3500C
ontvangt.
f. Activeer de console-adapter en stel de locatie van de console-adapter in. Selecteer de locatie van
de console-adapter - externe PCI-kaart.
1) Gebruik de 65-21+11 net zolang tot u code A6E2500B ontvangt. Als u code A602500C ont-
vangt, gebruikt u de volgorde 21+11. Dit geeft aan dat de toegevoegde adapter ingeschakeld is
en dat de instellingen zijn opgeslagen. Als dit niet het geval is, herhaalt u functie 11 totdat u
code A6E2500C ontvangt.
2) Gebruik de 65-21+11 volgorde net zolang tot u code A6D1500B ontvangt. Als u code
A6D1500C ontvangt, gebruikt u de volgorde 21+11. Dit geeft aan dat de interne embedded
poort is uitgeschakeld en de instellingen zijn opgeslagen. Als dat niet het geval is, herhaalt u
functie 11 totdat u code A6D1500C ontvangt.
3) Gebruik de 65-21+11 volgorde net zolang tot u code A6Bn500B ontvangt. Dit geeft aan dat de
LAN-adapter zal worden ingeschakeld op locatie Cn, waarbij n= de code aangeeft van de
Console-adapterlocatie. Gebruik de 21+11 volgorde. Als u code A6Bn500C ontvangt, zijn de
instellingen opgeslagen.
18
Power Systems: Installatie van de IBM Power System S814 (8286-41A)