a. Klik in het Configuratiescherm van Windows op Instellingen voor firewall en schakel de fire-
wall uit.
b. Klik in het Configuratiescherm van Windows op Beveiligingscentrum. Als er een firewall aanwe-
zig is, schakelt u deze uit.
c. Scan alle taken op de PC om te controleren of er andere softwarefirewalls aanwezig zijn en scha-
kel deze uit.
6. Voer de volgende stappen uit om Operations Console te configureren voor uw systeem:
a. Operations Console starten. Voor het starten van Operations Console selecteert u Start > Alle
programma's > IBM iSeries > Access > Operations Console.
b. Start de configuratiewizard. Als dit de eerste keer is dat Operations Console wordt gestart, wordt
de wizard Verbinding automatisch gestart. Als deze niet automatisch start, klikt u op Verbinding
> Nieuwe verbinding om de wizard handmatig te starten. Lees de berichten en klik op Vol-
gende.
c. Selecteer de lokale console van een netwerk. Klik op Volgende.
d. Voer de volgende stappen uit om een hostnaam en IP-adres voor de service op te geven:
1) Geef een naam op voor uw sessie. Deze naam moet een van de volgende items zijn:
v Een geldige hostnaam die in de DNS (Domain Name Service) van de website is geregis-
treerd voor het IP-adres van de console.
v Een unieke naam die u maakt en die in de DNS nog niet is geregistreerd voor enig ander
IP-adres.
2) Als u werkt met IBM i V6R1 en hoger, drukt u op de tabtoets. Het veld TCP/IP-adres van
service wordt actief.
3) Geef het TCP/IP-serviceadres op. Geef het IP-adres op van de adapter voor de LAN-console.
4) Klik op Volgende.
e. Geef de interface-informatie op voor de LAN-console.
1) Typ in het veld TCP/IP-adres van service het IP-adres dat u hebt genoteerd.
2) Typ in het veld Subnetmasker van service het subnetmasker dat u hebt genoteerd.
3) Typ in het veld Gatewayadres van service de standaardgateway die u hebt genoteerd.
4) Het serienummer van het systeem moet overeenkomen met het label op de server. Het moet 7
tekens lang zijn, zonder een streepje.
5) Stel de Doelpartitie in op 1.
6) Klik op Volgende.
f. Het apparatuur-ID opgeven. Als u wordt gevraagd om een apparatuur-ID voor servicetools, geeft
u QCONSOLE op. Klik op Volgende.
g. Klik op Volgende > Voltooien. Uw sessie is nu gereed voor de verbinding. Dubbelklik op de ses-
sienaam om de verbinding te starten.
7. Zet de server aan met behulp van de volgende stappen:
a. Voer als volgt een IPL (initial program load) uit:
1) Zoek het bedieningspaneel van de server. Zoek naar de blauwe tab aan de voorkant van de
server. Druk het opzij en trek het bedieningspaneel langzaam naar buiten.
2) Druk op de pijl omhoog totdat 02 wordt afgebeeld, en druk op Enter.
3) Druk nogmaals op Enter. Een < (kleiner-dan-symbool) wordt naast de N afgebeeld.
4) Druk op de pijl omhoog. De N verandert in een M.
5) Druk op Enter.
6) Druk twee keer op Enter. Er wordt 02 op het bedieningspaneel afgebeeld.
b. Nadat u de server hebt ingesteld op een handmatige IPL, drukt u op de witte aan/uit-knop om
de server aan te zetten.
Installatie van de IBM Power System S814 (8286-41A)
17