Bijlage
Verklaring van de begrippen
Gewenste temperatuur
Zie "Gewenste systeemtemperatuur".
Zomerwerking
In het warmere jaargetijde kunt u de verwarmingswer-
king uitschakelen.
Stel hiervoor de werkingsprogramma's "Warm
water" "aan" en "Uitschakelwerking" in.
Boilerlaadpomp
Circulatiepomp voor de opwarming van tapwater in de
warmwaterboiler.
Gewenste temperatuur
Ingestelde temperatuur die moet worden bereikt;
bijvoorbeeld gewenste warmwatertemperatuur.
Tapwaterfilter
Toestel dat de vaste stoffen aan het tapwater onttrekt.
Het tapwaterfilter is in de koudwaterleiding gemon-
teerd voor de ingang naar de warmwaterboiler of het
doorstroomelement.
Aanvoertemperatuur
De aanvoertemperatuur is de temperatuur waarmee
het verwarmingswater in een component van de instal-
latie komt, bijv. verwarmingscircuit.
Weersafhankelijke werking
Zie "Verwarmingswerking"
Tijdprogramma
In de tijdprogramma's geeft u aan hoe uw verwar-
mingsinstallatie zich op bepaalde tijdstippen moet
gedragen.
Werkingsstatus
De werkingsstatus geeft aan op welke manier een
component van uw CV-installatie werkt.
Circulatiepomp
De circulatiepomp pompt het warme water in een ring-
leiding tussen warmwaterboiler en de tappunten
(bijvoorbeeld kraan). Op die manier kunt u aan de tap-
punten heel snel warm water tappen.
62
(vervolg)
De installatie blijft in werking voor de warmwaterberei-
ding. De kamerverwarming is uitgeschakeld.
Bijv. verschillen de werkingsstatussen voor de kamer-
verwarming door verschillende temperatuurniveaus.
De tijdstippen voor een overgang van modusstatus
legt u in het tijdprogramma vast.