11 Inspectie en onderhoud
11.3
Inspectie en onderhoud voorbereiden
Neem de fundamentele veiligheidsregels in acht voor u in-
spectie- en onderhoudswerkzaamheden uitvoert of reserve-
onderdelen inbouwt.
▶
Schakel in het gebouw alle scheidingsschakelaars (con-
tactverbrekers) uit die met het product zijn verbonden.
▶
Koppel het product los van de stroomtoevoer.
▶
Als u aan het product werkt, bescherm dan alle elektri-
sche componenten tegen spatwater.
11.4
Werkveiligheid garanderen
Geldigheid: Plat dak
Het platte dak vormt een veiligheidskritiek werkgedeelte.
Houd bij de werkzaamheden aan het product absoluut deze
veiligheidsregels in acht:
▶
Zorg voor een veilige toegang tot het platte dak.
▶
Controleer of een veiligheidsbereik van 2 m tot de valkant
voorhanden is, plus een vereiste afstand voor de werk-
zaamheden aan het product. Het veiligheidsbereik mag
niet worden betreden.
▶
Als dit niet het geval is, controleer dan of aan de valkant
een technische valbeveiliging is gemonteerd, bijvoor-
beeld een belastbare balustrade of een technische op-
vanginrichting, bijvoorbeeld een stelling of vangnetten.
▶
Als een dakuitstapluik of een platdakvenster in de buurt
zijn, beveilig deze dan tegen betreden en erin vallen,
bijvoorbeeld door een afsluiting.
11.5
Product reinigen
▶
Reinig het product alleen als alle manteldelen en afdek-
kingen zijn gemonteerd.
Waarschuwing!
Beschadigingsgevaar door spatwater!
Het product bevat elektrische componenten
die door spatwater kunnen worden bescha-
digd.
▶
Reinig het product niet met een hogedruk-
reiniger of een gerichte waterstraal.
▶
Reinig het product met een spons en warm water met
reinigingsmiddel.
▶
Gebruik geen schurende middelen. Gebruik geen oplos-
middelen. Gebruik geen chloor- of ammoniakhoudende
reinigingsmiddelen.
124
11.6
Verdamper controleren/reinigen
1.
Controleer de verdamper optisch van achteren door het
ventilatierooster.
2.
Controleer of zich vuil tussen de lamellen heeft vastge-
zet en of afzettingen op de lamellen plakken.
Voorwaarde: Reiniging vereist
▶
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 114)
▶
Demonteer de linker zijmantel. (→ Pagina 114)
▶
Reinig de spleet tussen de lamellen met een zachte
borstel. Vermijd hierbij dat de lamellen worden gebogen.
▶
Trek eventueel gebogen lamellen met een lamellenkam
glad.
11.7
Ventilator controleren
1.
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 114)
2.
Demonteer het luchtuitlaatrooster. (→ Pagina 114)
3.
Draai de ventilator met de hand.
4.
Controleer of de ventilator vrij kan lopen.
11.8
Condensafvoer controleren/reinigen
1.
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 114)
2.
Controleer de condensbak en de condensafvoerleiding
optisch van boven.
3.
Controleer of zich vuil op de condensbak of in de con-
densafvoerleiding heeft verzameld.
Voorwaarde: Reiniging vereist
▶
Demonteer de linker zijmantel. (→ Pagina 114)
▶
Reinig de condensbak en de condensafvoerleiding.
▶
Controleer de vrije afvoer van water. Giet hiervoor ca. 1
liter water in de condensbak.
11.9
Koelmiddelcircuit controleren
1.
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 114)
2.
Demonteer de afdekking van de serviceventielen.
(→ Pagina 117)
3.
Demonteer de rechter zijmantel. (→ Pagina 114)
4.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 114)
Installatie- en onderhoudshandleiding aroTHERM 0020243714_03