Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
2.
Demonteer de beide dwarsverstevigingen(2) zoals
weergegeven op de afbeelding.
3.
Demonteer het luchtinlaatrooster zoals weergegeven in
de afbeelding.
4.12
Manteldelen monteren
4.12.1 Luchtinlaatrooster monteren
1.
Bevestig het luchtinlaatrooster door neerlaten in de
vergrendeling.
2.
Bevestig de schroeven aan de rechter- en linkerrand.
3.
Monteer de beide dwarsverstevigingen.
4.
Breng de elektrische verbinding aan de temperatuur-
sensor tot stand.
4.12.2 Luchtuitlaatrooster monteren
1.
Schuif het luchtuitlaatrooster verticaal van boven naar
onderen in.
2.
Bevestig de schroeven aan de rechterrand.
4.12.3 Voormantel monteren
1.
Bevestig de frontmantel door het neerlaten in de ver-
grendeling.
2.
Bevestig de schroeven aan de bovenste rand.
4.12.4 Zijmantel monteren
1.
Bevestig de zijmantel door het neerlaten in de vergren-
deling.
2.
Bevestig de schroeven aan de bovenste rand.
4.12.5 Manteldeksel monteren
1.
Plaats het manteldeksel erop.
2.
Bevestig de schroeven aan de rechter- en linkerrand.
5
Hydraulische installatie
5.1
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit
voorbereiden
Gevaar!
Kans op letsel en milieuschade door lek-
kend koudemiddel!
Lekkend koudemiddel kan bij contact letsels
veroorzaken. Lekkend koudemiddel leidt tot
milieuschade als het in de atmosfeer terecht-
komt.
▶
Voer de werkzaamheden aan het koude-
middelcircuit alleen uit als u hiervoor bent
opgeleid.
Opgelet!
Kans op materiële schade bij het afzuigen
van het koudemiddel!
Bij het afzuigen van koudemiddel kan er ma-
teriële schade door bevriezen ontstaan.
0020243714_03 aroTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding
Hydraulische installatie 5
▶
Zorg ervoor dat de condensor (warmte-
wisselaar) van de binnenunit bij het af-
zuigen van koudemiddel aan secundaire
zijde met CV-water doorstroomd wordt of
volledig geleegd is.
1.
De buitenunit is met het koudemiddel R410A voor-
gevuld. Bepaal of extra koudemiddel vereist is
(→ Pagina 119).
2.
Controleer of de beide afsluitkranen zijn gesloten
(→ Pagina 105).
3.
Zorg voor passende en geschikte koudemiddelleidingen
conform de technische gegevens (→ Pagina 132).
4.
Gebruik bij voorkeur de koudemiddelleidingen uit het
toebehoren. Als u andere koudemiddelleidingen ge-
bruikt, zorg er dan voor dat volgende eisen worden
vervuld: speciale koperbuizen voor de koudetechniek.
Thermische isolatie. Weerbestendigheid. UV-besten-
digheid. Bescherming tegen beten van kleine dieren.
Flenzen conform SAE-standaard (90°-flens).
5.
Houd de koudemiddelleidingen tot aan de installatie
gesloten. Vermijd het indringen van vochtige buitenlucht
door geschikte maatregelen (bijv. vullen met stikstof en
afsluiten met stop).
6.
Zorg voor het nodige gereedschap en de nodige toe-
stellen:
Altijd vereist
–
Flensgereedschap voor
90°-flens
–
Momentsleutel
–
Koudemiddelarmatuur
–
Stikstoffles
–
Vacuümpomp
–
Vacuümmeter
5.2
Installatie van de koudemiddelleidingen
plannen
5.2.1
Buitenunit boven binnenunit
U kunt de buitenunit tot een hoogte van 30 m boven de bin-
nenunit installeren. Bij dit installatietype is een koudemiddel-
leiding van maxima 40 m enkelvoudige lengte toegestaan.
Afhankelijk van de montagehoogte moet u oliehefbochten in
de heetgasleiding installeren, zodat de oliesmering en oliere-
tour naar de compressor worden gewaarborgd.
Hoogteverschil
Oliehefbocht
tot 10 m
Geen oliehefbocht nodig
tot 20 m
Een oliehefbocht op 10 m hoogte
boven 20 m
Een oliehefbocht op 10 m hoogte, een
volgende oliehefbocht op 20 m hoogte
Eventueel vereist
–
Koudemiddelfles met
R410A
–
Koudemiddelweeg-
schaal met digitale indi-
catie
115
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
