Voorwaarde: Speciaal bij platdakmontage
▶
Monteer het product alleen op gebouwen met massieve
constructie en ononderbroken gegoten betonnen plafond.
▶
Monteer het product niet op gebouwen met houten con-
structie of met een lichte dakconstructie.
▶
Kies een plaats die gemakkelijk toegankelijk is om onder-
houds- en servicewerkzaamheden te kunnen uitvoeren.
▶
Kies een plaats die gemakkelijk toegankelijk is om het
product regelmatig van bladeren of sneeuw te ontdoen.
▶
Kies een plaats in de omgeving van een afvoerpijp.
▶
Kies een plaats waar geen sterke winde op de luchtinlaat
kan inwerken. Plaats het toestel het best dwars op de
hoofdwindrichting.
▶
Als de opstellingsplaats niet tegen de wind beschermd is,
plan dan de opstelling van een beschermingswand.
▶
Houd rekening met de geluidsemissies. Houd afstand tot
gebouwen in de omgeving.
▶
Plan de plaatsing van de hydraulische en elektrische
leidingen. Plan een wanddoorvoer.
0020243714_03 aroTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding
4.8
Bodemopstelling
4.8.1
Fundering maken
Geldigheid: Regio met grondvorst
200
▶
Maak een put in de grond. De aanbevolen afmetingen
vindt u in de afbeelding terug.
▶
Breng een afvoerpijp (1) in (afvoer van de condens).
▶
Breng een laag grof grind (3) in (waterdoorlaatbaar,
vorstvrije fundering). Dimensioneer de diepte (A) volgens
de plaatselijke omstandigheden.
–
Minimumdiepte: 900 mm
▶
Dimensioneer de hoogte (B) volgens de plaatselijke om-
standigheden.
▶
Maak twee strookfunderingen (4) van beton. De aanbe-
volen afmetingen vindt u in de afbeelding terug.
▶
Breng tussen en naast de strookfunderingen een grind-
bed (2) aan (afvoer van de condens).
Montage 4
1
Ø100
1400
270
540
200
111
2
3
4