6 Elektrische installatie
–
Te gebruiken koudemiddel: R410A
▶
Plaats de koudemiddelfles op de weegschaal (5). Als de
koudemiddelfles geen dompelbuis bezit, plaats de fles
dan omgekeerd op de weegschaal.
▶
Laat de kogelkraan (3) nog gesloten. Open de koude-
middelfles en de kogelkraan (1).
▶
Als de slangen met koudemiddel gevuld zijn, zet de
weegschaal dan op nul.
▶
Open de kogelkraan (3). Vul de buitenunit met de bere-
kende koudemiddelhoeveelheid.
▶
Sluit beide kogelkranen.
▶
Sluit de koudemiddelfles.
5.12
Afsluitkleppen openen, koudemiddel
vrijgeven
Gevaar!
Gevaar voor verwondingen door lekkend
koudemiddel!
Lekkend koudemiddel kan bij contact letsels
veroorzaken.
▶
Draag de veiligheidsuitrusting (veilig-
heidsbril en handschoenen).
1.
Verwijder de beide afdekkappen (1).
2.
Draai de beide inbusbouten tot aan de aanslag eruit.
◁
Het koudemiddel stroomt in de koudemiddelleidin-
gen en in de binnenunit (warmtewisselaar).
3.
Controleer of er geen koudemiddel lekt. Controleer
vooral alle schroefverbindingen en ventielen.
4.
Schroef de beide afdekkappen erop. Trek de afdekkap-
pen vast.
5.13
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit
afsluiten
1.
Koppel de koudemiddelarmatuur van de onderhouds-
aansluiting los.
2.
Schroef de afdekkap op de onderhoudsaansluiting.
3.
Breng een thermische isolatie aan de koudemiddelaan-
sluitingen van de buitenunit aan.
4.
Breng een thermische isolatie aan de koudemiddelaan-
sluitingen van de binnenunit aan.
5.
Vul de sticker bij de koudemiddelhoeveelheden in.
Deze bevindt zich links naast de serviceventielen.
Noteer de af fabriek gevulde koudemiddelhoeveelheid
120
6.
7.
6
6.1
1.
2.
3.
4.
5.
1
6.2
▶
▶
▶
▶
Installatie- en onderhoudshandleiding aroTHERM 0020243714_03
(zie typeplaatje), de bijkomende gevulde koudemiddel-
hoeveelheid en de volledige koudemiddelhoeveelheid.
Noteer de gegevens in het installatieboek.
Monteer de afdekking van de serviceventielen.
Elektrische installatie
Elektrische installatie voorbereiden
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok bij
ondeskundige elektrische aansluiting!
Een ondeskundige elektrische installatie
kan het veilige gebruik van het product beïn-
vloeden en tot lichamelijk letsel en materiële
schade leiden.
▶
Voer de elektrische installatie alleen uit
als u een opgeleide installateur bent en
voor dit werk gekwalificeerd bent.
Let op de technische aansluitvoorwaarden voor de aan-
sluiting op het laagspanningsnet van de energieleveran-
cier.
Bepaal, of de functie blokkering energiebedrijf voor het
product beschikbaar is en hoe de stroomvoorziening
van het product, afhankelijk van het type uitschakeling,
moet worden uitgevoerd.
Bepaal via het typeplaatje of het product een elektri-
sche aansluiting 1~/230V of 3~/400V nodig heeft.
Bepaal via het typeplaatje de ontwerpstroom van het
product. Leid daarvan de passende aderdoorsnedes
voor de elektrische leidingen af.
Bereid het plaatsen van de elektrische leidingen van het
gebouw door de wanddoorvoer naar het product voor.
Vereisten aan elektrische componenten
Voor de netaansluiting moeten flexibele slangleidingen
worden gebruikt die voor de plaatsing in de open lucht
geschikte zijn. De specificatie moet minstens aan de
standaard 60245 IEC 57 met de afkorting H05RN-F vol-
doen.
De elektrische scheidingsinrichtingen (leidingvermogens-
schakelaars) moeten een contactopening van minstens 3
mm hebben.
Voor de elektrische beveiliging moeten trage zekeringen
(leidingbeveiligingsschakelaars) met karakteristiek C
worden gebruikt. Bij 3-fasige netaansluiting moeten de
zekeringen 3-polig schakelend zijn.
Voor de bescherming van personen moeten voor de in-
stallatieplaats voorgeschreven, voor alle stromen gevoe-
lige aardlekschakelaars type B worden gebruikt.