12.ACCU & LADER
De accu is in het frame verwerkt en dient
voorzichtig ingebracht en verwijderd te worden.
Om de accu te verwijderen, plaats de sleutel van de
accu in het slot (let op, de accusleutel is een
andere sleutel als de fietssleutel) en draai de sleutel
een kwartslag naar links. De accu komt omhoog en kan
uitgenomen worden. Om de accu terug te
plaatsen, laat de onderkant van de accu eerst in het
frame zakken en druk vervolgens de accu in zijn geheel
in het frame. Er volgt een klikgeluid en de accu zit nu in
het frame.
De batterij heeft 3 kleuren, namelijk blauw, groen
en rood. Blauw betekent volledige capaciteit, groen
betekent voldoende en als het lichtje rood is, moet de
batterij worden opgeladen. Het accu vermogen wordt
weergegeven op het display.
Belangrijk bij gebruik van accu's:
1.
Bij het opladen, steek altijd eerst de stekker in de
accu en daarna pas de stekker in het stopcontact.
Anders krijgt de accu een piek voltage, wat de
accu beschadigd.
2.
Bewaar de accu niet op een koude of hete plek, bij
voorkeur tussen de 10 en 20 graden Celsius. De
temperatuur heeft invloed op de accucapaciteit.
Laad de accu niet 's nachts op, wanneer er
niemand thuis is en bij voorkeur in de schuur,
garage of dergelijke.
Accu's kunnen brandgevaarlijk zijn.
1.
Accu's kunnen brandgevaarlijk zijn.
2.
3.
Laat de accu niet vallen. Hierdoor kan de accu
onherstelbaar defect gaan en door ontstane
openingen komt er vocht door in de accu.
4. De capaciteit van de accu neemt ieder jaar af. Dit
valt niet onder de garantie.
5. Zorg er voor dat je de eerste 3 ritten de accu
geheel leeg fietst en weer helemaal vol laadt. Zo
weet de accu de maximale accu capaciteit te
behalen.
6. Bewaar geen volledig lege of volle accu voor een
langere tijd zonder te gebruiken. Als je de fiets of
de accu voor een langere tijd niet gebruikt zorg
dat je dat deze voor 75% opgeladen is.
ACTIERADIUS
De actieradius geeft aan hoeveel kilometer er gereden
kan worden met een volledig opgeladen accu.
De actieradius is afhankelijk van veel verschillende
factoren:
•
Capaciteit (Ah) en spanning (V) van het
batterijpakket
•
Ondersteuningsniveau
•
Ondersteuningskarakter, oftewel rijprogramma
•
Bandenspanning
•
Rijsnelheid
•
Rijgedrag
•
Omgevingstemperatuur
•
Windkracht
•
Toestand van de weg
•
Gewicht van eventuele bepakking/rijder