8.2 Onderzijde bedieningselement
1
2
1 Aansluiting kamerbedieningseenheid RBE RS
485 (toebehoren)
2 Aansluiting netwerkkabel
3 Aansluiting LIN-buskabel voor de regelplatine
4 Aansluiting Modbus-kabel naar de Modbus-
verdeler
8.3 Regelaar via een pc/netwerk
besturen
1.
Leg tijdens de installatie een afgeschermde net-
werkkabel (categorie 6) door het apparaat.
2.
Steek de RJ45-stekker van de netwerkkabel in de
bus van het bedieningselement (1).
1
AANWIJZING
De netwerkkabel kan ook later nog altijd wor-
den geïnstalleerd.
9
Spoelen, vullen en ontluchten
9.1 Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
● Gedetailleerde informatie vindt u onder an-
dere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035 "Vo-
orkomen van schade in warmwaterver-
warmingsinstallaties"
● vereiste pH-waarde: 8,2 ... 10;
bij aluminium materialen:
pH-waarde: 8,2 ... 8,5
► Vul de installatie uitsluitend met gedemineralise-
erd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
18
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059000gNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
3
4
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
●
geringe corrosieve eigenschappen
●
geen vorming van ketelsteen
●
ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
●
ideale pH-waarde door zelfalkalisering na het vul-
len van de installatie
► Indien de benodigde waterkwaliteit niet kan
worden ingesteld, de hulp van een vakbedri-
jf inroepen, dat zich in de behandeling van ver-
warmingswater gespecialiseerd heeft.
► Bewaar een installatieboek bij voor warmwater-
verwarmingsinstallaties met de relevante plan-
ningsgegevens (VDI 2035).
9.2 Verwarmings- en
warmdrinkwaterlaadcircuit
spoelen en vullen
De afvoerleiding van de veiligheidsklep is aange-
sloten.
► Let erop dat de drempeldruk van de veiligheids-
klep niet wordt overschreden.
AANWIJZING
Ter ondersteuning van de spoel- en ontluch-
tingsprocedure kan ook het ontluchtingspro-
gramma van de regelaar genomen worden.
Door het ontluchtingsprogramma is het mo-
gelijk om afzonderlijke circulatiepompen en
ook de omschakelklep aan te sturen. De de-
montage van de klepmotor is dan niet nood-
zakelijk.
1.
Trek de beugelstift (2) aan de onderzijde van de
klepmotor (1) uit.