HOOFDSTUK 4
LET OP
Zorg ervoor dat de elektrische leidingen tijdens het werk niet door bewegende delen van
de trailer en trekker beschadigd zullen worden. Bescherm ze, indien nodig, op een
passende manier.
Het besturen van het middenframe in de bedrijfsstand "haaklift" kan alleen gebeuren als
de stootbalk volledig ingeschoven is en de containervergrendeling ontgrendeld – de
controlelampjes 4, 10 en 15 (afb. 4.7) moeten oplichten.
Bij het optrekken van een container die niet op harde grond staat mag de trailer, na het
optillen van de container op een hoogte waarop het optrekken mogelijk wordt, achteruit
worden gereden. Op zachte grond kunnen de containerrollen niet vloeiend draaien, waardoor
het optrekken aanzienlijk moeilijker wordt. Het achteruit rijden en optrekken van een
container moeten gelijktijdig met de nodige voorzichtigheid gebeuren.
4.5.3 CONTAINER AFZETTEN
GEVAAR
Het disseltrekoog en de trekkerkoppeling worden bij het afzetten van de container
onderworpen aan hoge verticale belastingen.
Tijdens het afzetten van een container mogen er zich geen omstanders in de buurt van
de trailer en vooral achter de container bevinden.
Rij nooit met de trailer als het kipframe niet volledig ingeklapt is.
Wees bijzonder voorzichtig bij het werken in de buurt van hoogspanningslijnen.
LET OP
Voor het laden of lossen van de container wordt aanbevolen om de disselcilinders uit te
schuiven om het frame eerst naar achteren te kantelen.
Het afzetten van een container moet op een harde, vlakke en horizontale grond gebeuren.
Anders kunnen de containerwielen in de grond wegzakken en het afkoppelen van de trailer
bemoeilijken. Het is verboden op een helling op te stellen.
Om een container van de trailer te ontkoppelen, moeten de onderstaande handelingen in de
opgegeven volgorde worden uitgevoerd.
Zet de trekker en trailer op een harde en vlakke ondergrond; de trekker en
trailer moeten in de positie voor rechtuit rijden staan.
4.24
Pronar T286