HOOFDSTUK 2
• Een lading die buiten de omtrek van de trailer uitsteekt moet volgens
verkeersregels worden gemarkeerd. Het vervoeren van ladingen die door de
Fabrikant niet toegestaan zijn is verboden.
• Het overschrijden van het toelaatbare laadvermogen van de trailer is verboden.
Bij overschrijding van het laadvermogen ontstaat er een kans op beschadiging
van de machine, stabiliteitsverlies en gevaar voor de verkeersveiligheid. Het
remsysteem van de machine is aangepast aan het totale gewicht van de trailer,
waarvan de overschrijding de werking van de bedrijfsrem drastisch vermindert.
• Bij langdurig rijden op hellend terrein ontstaat er een gevaar voor verlies van de
remwerking.
• Bij het achteruitrijden wordt aanbevolen om de hulp van een andere persoon te
gebruiken. Tijdens het rangeren moet de persoon die helpt op een veilige afstand
afblijven van de gevarenzones en de hele tijd voor de trekkerbestuurder zichtbaar
blijven.
• Het is verboden om op de trailer tijdens het rijden te klimmen.
• Voor het rijden moeten de beschermroosters van de gecombineerde
achterlampen worden verwijderd van de verlichtingsbalkprofielen en bevestigd
aan hun andere zijde met behulp van stermoeren (zie afb. 3.1, pos. 13).
• Tijdens het rijden met een beladen container op openbare weg mag de afstand
van de stootbalk (onderrijbeveiliging) tot het verste punt naar achteren (container)
niet meer dan 400 mm bedragen.
• Het parkeren van de trailer op een helling is verboden.
2.1.7 BANDEN
• Bij werkzaamheden aan de banden moet de trailer op de parkeerrem worden
gezet en beveiligd tegen wegrollen door wielblokken onder de wielen te leggen.
Wieldemontage bij voorkeur uitvoeren wanneer de trailer zonder container is.
• Reparatiewerkzaamheden aan de wielen of banden dienen door daarvoor
opgeleide en bevoegde personen te worden uitgevoerd. Gebruik voor deze
werkzaamheden de juiste gereedschappen.
2.9
Pronar T286