HOOFDSTUK 5
AFBEELDING 5.5 Constructie van de rem van de wielas
(1) remsleutelarm, (2) remsleutelas, (3) stelschroef, (4) remcilinder, (5) cilinderstang,
(6) cilindervork, (7) vorkpen
LET OP
De montageposities van de remcilinder in de uitsparingen van de steun en die van de
cilinderpen in de remsleutelarm zijn door de Fabrikant bepaald en mogen niet worden
veranderd.
Bij demontage van de pen of cilinder wordt aanbevolen om de originele montagepositie
altijd te markeren.
Controle van de remwerking bestaat in de meting van de uitgeschoven lengte van elke
cilinderstang tijdens het remmen in stilstand. Als de slag van de zuigerstang de maximale
waarde (45 mm) overschrijdt, moet het systeem afgesteld worden.
Vereiste onderhoudswerkzaamheden
5.13
Pronar T286