Storingsmeldingen
Storing – Oorzaak –
Verhelpen
64
` mogelij-
fout
fout
ke oorzaak
Storing
Omgevingstempera‑
`
tuur verhoogd.
Knippersignaal
1x
Minimumafstanden
`
bij de inbouw in een
laboratoriummeubel
niet aangehouden.
Aanvoer van koel‑
`
lucht geblokkeerd,
luchtrooster veront‑
reinigd.
Afvoer van koellucht
`
geblokkeerd.
Voedingsspanning te
`
laag, te lage span‑
ning.
Oppompen van te
`
hete procesgassen.
Storing
Stroomverbruik van
`
Knippersignaal
de motor in het ver‑
keerde bereik, aan‑
3x
gehecht residu in het
pompaggregaat door
opgepompte media.
Stroomverbruik van
`
de motor in het de
motor in het ver‑
keerde bereik tijdens
de spoelfunctie van
de vacuümpomp.
Stroomverbruik van
`
de motor in het ver‑
keerde bereik of
andere motorstoring.
3verhelpen
Gebruiksgrenzen
3
van de vacuüm‑
pomp aanhouden.
Aanvoer van koel‑
3
lucht garanderen.
Minimumafstanden
3
tot aangrenzende
voorwerpen of
oppervlakken aan‑
houden.
Aanvoer van koel‑
3
lucht garanderen.
Luchtrooster reini‑
3
gen.
Afvoer van koel‑
3
lucht controleren en
vrij maken. Een vrije
afvoer van koellucht
garanderen.
Netspanning con‑
3
troleren.
De toegestane
3
gasaanzuigtempe‑
raturen aanhouden.
Pompaggregaat
3
d.m.v. spoelen reini‑
gen, zie hoofdstuk:
zie hoofdstuk:
7.3 Vacuümpomp
7.3 Vacuümpomp
spoelen op pagina
spoelen op pagina
en aanslui‑
73,
73,
tend gedurende
tenminste 60 minu‑
ten in de regenera‑
tiemodus drogen.
De hoeveelheid
3
spoelvloeistof ver‑
minderen.
Bij ongewone
3
bedrijfsgeluiden:
Vacuümpomp
opsturen.
20999305_NL_VACUU·PURE 10C_V1.8_221122
Personeel
Verant-
woorde-
lijke ge-
schoolde
kracht
Operator
Verant-
woorde-
lijke ge-
schoolde
kracht