Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheidsaanwijzingen
Oververhitting
Aanduiding en
plaatjes
22
Gevaren door oververhitting
De vacuümpomp kan door oververhitting beschadigd raken.
Mogelijke veroorzakers zijn een onvoldoende aanvoer van lucht
naar de ventilator, minimale tussenruimte niet aangehouden,
omgevingstemperatuur buiten de gespecificeerde gebruiksom‑
standigheden. En oververhitting van de vacuümpomp kan er toe
leiden dat het toerental van de vacuümpomp lager wordt of dat de
vacuümpomp wordt uitgeschakeld.
> Neem voor de plaatsing van het product een minimale tus‑
senruimte van 5 cm tussen de vacuümpomp en aangrenzen‑
de onderdelen (bijv. behuizing, wanden enz.) in acht.
> Zorg altijd voor een voldoende toevoer en afzuiging van lucht
om de warme af te voeren lucht van de vacuümpomp af te
voeren, in het bijzonder wanneer de vacuümpomp in een
behuizing of een laboratoriummeubel wordt ingebouwd. Zorg
voor een externe gedwongen ventilatie.
> Plaats het product op een stevige ondergrond. Een zach‑
te ondergrond, bijv. schuimrubber als geluiddemper, kan de
aanvoer van lucht negatief beïnvloeden en blokkeren.
> Reinig de verontreinigde ventilatiegleuven.
> Voorkom een sterke warmtetoevoer door hete procesgassen.
> Neem de maximaal toegestane mediatemperatuur
zie hoofdstuk: 8.1.1 Technische gegevens op pagina 78
> Laat de vacuümpomp afkoelen voordat service‑ of reinigings‑
werkzaamheden worden uitgevoerd.
De plaatjes leesbaar houden
Houd de aangebrachte aanwijzingen op het product in een
leesbare toestand:
> Aanduidingen
> Waarschuwings‑ en aanwijzingsplaatjes
> Typeplaatjes
8.1.1 Technische gegevens op pagina
20999305_NL_VACUU·PURE 10C_V1.8_221122
78.
Advertenties
Inhoudsopgave
