Plaatsing en aansluiting
Vacuümslang op de
aanvoer
Afscheider op
aanvoer
38
De vacuümslang aansluiten
> Verwijder de blinde stop van de aanvoerflens.
> Sluit een vacuümslang met kleine flens KF DN 25 gasdicht
op de aanvoerflens aan.
> Als alternatief kunt u een adapter tussen de kleine flens KF
DN 25 en de slangkoppeling gebruiken en daar een vacu‑
umslang op aanbrengen. Borg de slangverbindingen op de
slangkoppelingen, bijv. met een slangklem.
> Installeer een zuigleiding‑ of afsluitventiel in de aanvoerlei‑
ding, om uw toepassing vacuümdicht van de vacuümpomp
te scheiden.
U krijgt een optimaal resultaat als u het onderstaande in
acht neemt:
> Sluit een zo kort mogelijke vacuümleiding met een
maximaal mogelijke doorsnede aan.
Afscheider (AK) op de aanvoer aansluiten (optie)
> Sluit de afscheider met de kleine flens KF DN 25 gasdicht
op de naar voren gedraaide aanvoerflens aan.
> Bevestig de afscheidererlenmeyer m.b.v. de glasklem.
20999305_NL_VACUU·PURE 10C_V1.8_221122