De weerstand controleren (verwarmde systemen)
De weerstand controleren (verwarmde systemen)
De weerstand van de sensor
controleren
Verklein de kans op letsel of schade aan de apparatuur
door de volgende elektrische controles uit te voeren met
de schakelaar voor de voedingsaansluitkast (AK) en de
voedingsschakelaar (AZ) op UIT.
OPMERKING: De instructies voor het controleren van de
weerstand van de sensor zijn alleen van toepassing op
verwarmde systemen.
Het toevoersysteem is voorzien van een
warmtesensoren en -regelaars voor elk van de
verwarmde zones. Zo controleert u de weerstand van de
sensor:
1. Zet de schakelaar voor de voedingsaansluitkast (AK)
en de voedingsschakelaar (AZ) op UIT.
2. Wacht totdat de componenten zijn afgekoeld tot
omgevingstemperatuur 17°-25°C (63°-77°F).
Controleer van de elektrische weerstand van
de componenten.
OPMERKING: Controleer de weerstand bij een
omgevingstemperatuur van 17°-25°C (63°-77°F).
AMZ
Pennen
Eerste warmtezone
Tweede warmtezone
Eerste RTD
Tweede RTD
Aarde
3. Vervang alle onderdelen waarvan de weerstand bij
het uitlezen niet binnen het bereik in Tabel 1: ligt:
Sensoren op pagina 39.
38
Ronde
slangconnector
A, J
C, D
G, K
M, K
B
De weerstand van de verwarmer
controleren
Verklein de kans op letsel of schade aan de apparatuur
door de volgende elektrische controles uit te voeren met
de schakelaar voor de voedingsaansluitkast (AK) en de
voedingsschakelaar (AZ) op UIT.
OPMERKING: De instructies voor het controleren van de
weerstand van de verwarmer zijn alleen van toepassing
op verwarmde systemen.
1. Zet de schakelaar voor de voedingsaansluitkast (AK)
en de voedingsschakelaar (AZ) op UIT.
2. Controleer de elektrische weerstand van de
componenten.
3. Vervang alle onderdelen waarvan de weerstand bij
het uitlezen niet binnen het bereik in Tabel 1: ligt:
Sensoren op pagina 39.
3A7781G