Richtlijnen voor onderhoud aan slangen
Vloeistoffen die in kleine ruimtes aan warmte worden
blootgesteld, kunnen voor een snelle drukstijging zorgen
door thermische expansie. Door overdruk kunnen
installatieonderdelen barsten en ernstig letsel veroorzaken.
•
Open een klep zodat de vloeistof tijdens de verhitting
kan uitzetten.
•
Vervang de slangen proactief met regelmatige
intervallen op basis van de
gebruiksomstandigheden.
OPMERKING: Controleer de druk van de
slangeenheden. Zie de bedieningshandleiding voor
het E-Flo iQ-toevoersysteem voor instructies over het
voorpompen van het systeem. Controleer zorgvuldig op
lekkage bij slangaansluitingen. Voer bij problemen de
Drukontlastingsprocedure uit op pagina 40.
Verplaats het apparaat nooit door aan de slang te trekken.
Gebruikt 2 sleutels bij het vastdraaien. Aanhaalmoment
volgens specificatie:
Tape of dek de slang niet af.
Buig de slang niet wanneer deze koud is.
3A7781G
Richtlijnen voor onderhoud aan slangen
Gebruik de steunveer voor de slang.
U mag de slang niet afklemmen, samendrukken of met
kabelbinders vastzetten.
Minimale buigradius:
Buig of krimp de slang niet.
Draai de slang niet.
Gebruik een slang met de juiste lengte.
Apparatuur spoelen voor gebruik
De apparatuur is getest met lichte olie, die in de
vloeistofdoorgangen is achtergebleven om de
onderdelen te beschermen. Voorkom dat de vloeistof met
olie wordt vervuild door de apparatuur voor het eerste
gebruik met een geschikt oplosmiddel te spoelen. Zie de
bedieningshandleiding voor het E-Flo iQ-toevoersysteem
voor informatie over het spoelen van de apparatuur.
Zie Bijbehorende handleidingen op pagina 3.
37