3.4
Betekenis van de pictogrammen
Symbool
3.5
Elektrische installatie
Naargelang van het modelnummer zijn de volgende spanningen nodig:
WCT300-1xx
WCT300-4xx
WCT300-5xx
WCT310-1xx
WCT310-4xx
WCT310-5xx
De verschillende standaardbedradingsopties zijn weergegeven in de onderstaande figuur 2. Uw
controller van de WCT-reeks zal de fabriek verlaten in voorbedrade toestand of klaar voor het leggen
van een vaste bedrading. Afhankelijk van uw configuratie van de controlleropties kan het nodig zijn
sommige of alle ingangs-/uitgangstoestellen vast te bedraden. Zie figuren 3 en 4 voor de lay-out van de
gedrukte schakeling en de bedrading.
Noot: Bij het bedraden van de optionele debietmeter of van de 4-20mA-uitgang of een op afstand
gelegen debietschakelaar, is het aan te raden een meeraderig (geslagen), afgeschermd dradenpaar met
getwiste draden van het type 22-26 AWG (ca. 0,2 mm²) te gebruiken. Het einde van de afscherming
moet verbonden worden met de aardingsaansluiting van de controller (zie figuren 3 en 4).
OPGELET! Er zijn kringen in de controller die onder spanning blijven staan, zelfs wanneer de
hoofdschakelaar aan de voorkant UIT staat ! Het frontpaneel mag nooit geopend worden als de
controller nog onder spanning staat!
Als uw controller voorbedraad is, dan is hij uitgerust met een voedingssnoer van 16 m, dikte "18 AWG"
met een Amerikaanse stekker. U hebt een gereedschap (met phillips-kop nr. 1) nodig om het frontpaneel
te openen.
Publicatie
IEC 417, nr. 5019
IEC 417, nr. 5007
IEC 417, nr. 5008
ISO 3864, nr. B.3.6
ISO 3864, nr. B.3.1
120 VAC, 50/60 Hz
120 VAC, 50/60 Hz
240 VAC, 50/60 Hz
120 VAC, 50/60 Hz
120 VAC, 50/60 Hz
240 VAC, 50/60 Hz
9
Beschrijving
Aansluitklem
beschermingsleiding
AAN (voeding ingeschakeld)
UIT (voeding)
Opgelet, gevaar voor
elektrische schokken
Opgelet