=
2 sec
=
10 sec
Technische veranderingen voorbehouden
6.1.2) De hectareteller voor gedeeltelijke oppervlakten wissen
De indicatietoets indrukken. De hectareteller voor gedeeltelijke opperv-
lakten wordt aangegeven. Nu beide pijltjestoetsen A en V gelijktijdig
gedurende 2 sec ingedrukt houden. De indicatie begint te flikkeren. Na 2
sec wordt de indicatie op <0> gezet en eindigt het flikkeren. Het wissen is
afgesloten.
6.1.3) De hectareteller voor gedeeltelijke oppervlakten en de hecta-
reteller voor volledige oppervlakten wissen
De indicatietoets nogmaals indrukken. De totale hectareteller wordt aan-
gegeven.
Nu beide pijltjestoetsen A en V gelijktijdig gedurende 10 sec ingedrukt
houden. De indicatie begint te flikkeren. Na 10 sec. wordt de indicatie op
<0> gezet en eindigt het flikkeren. Het wissen is beëindigd.
6.2)
De rijdsnelheid aangeven
De indicatietoets indrukken. De rijdsnelheid wordt in km/h aangegeven.
6.3)
De zaaiasomwenteling aangeven
De indicatietoets indrukken. De zaaiasomwenteling wordt door een rote-
rende <0> aangegeven.
6.4)
De rijdvlakcyclus
De rijdvlakcyclus kan aangegeven en veranderd worden. De doorscha-
keling van de rijdvlakcyclus kan daarbij automatisch of manueel gebeu-
ren. Het is ook mogelijk de automatische doorschakeling te onderbreken
om bijvoorbeeld rond hindernissen te rijden, zonder de rijdvlakcyclus te
veranderen.
6.4.1) Rijdvlakcyclus aangegeven / veranderen
De indicatietoets indrukken. De rijdvlakcyclus en het rijdvlakritme worden
weergegeven.
Links : Rijdvakcyclus rechts : rijdvakritme
Voor de instelling van het rijdvlakritme zie punt 5.1.1
Doorschakeling van de rijdvlakcyclus:
De rijdvlakcyclus wordt automatisch via sensoren of drukschakelaars
doorgeschakeld.
Het is echter ook mogelijk manueel te schakelen:
Met de pijltjestoetsen A of V wordt de rijdvlakcyclus veranderd.
Wanneer een rijdvlak aangelegd wordt licht de rode LED-indicatie in de
indicatietoets van het rijdvlak op.
6.4.2) Automatische doorschakeling onderbreken
De indicatietoets nogmaals indrukken. In de indicatie verschijnt <OFF>.
De automatische doorschakeling van de rijdvlakcyclus is onderbroken.
Nu kan men de sporenmakers activeren of de drilmachine uitheffen zon-
der dat de rijdvlakcyclus doorgeschakeld moet worden. Nu kan ook het
rijdvlak direct aan- of uitgeschakeld worden:
Indien opnieuw in de normale rijdvlakcyclus verder gereden moet wor-
den, dan nogmaals de indicatietoets indrukken. In de indicatie verschijnt
opnieuw de voor de onderbreking ingestelde rijdvlakcyclus.
11
Rijdvlak aan: de pijltjestoets A indrukken (de
LED is aan)
Rijdvlak uit: de pijltjestoets V indrukken (de LED
is uit)
04.2003