Onderhoud na 250 uur
1. Wiellagers
1. Wiellagers
1. Wiellagers
1. Wiellagers
1. Wiellagers
Controleer op speling in de wiellagers:
1. Plaats blokken voor en achter het linkerwiel en krik het
rechterwiel op.
2. Beweeg het rechterwiel heen
en weer om te voelen of er
eventueel speling in de lagers
zit.
3. Is dit het geval, ondersteun
dan de wielas om te voorko-
men dat de aanhanger van de
krik valt.
4. Verwijder stofdop A en
splitpen B. Draai het wiel
rond en draai kroonmoer C
aan, totdat u enige weerstand
voelt bij het ronddraaien van het wiel.
5. Draai de kroonmoer los totdat de eerste uitsparing -
horizontaal of verticaal - op een lijn staat met het
splitpengat in de as.
6. Doe er een nieuwe splitpen in en buig deze om.
7. Vul de stofdop met vet en druk hem weer op de naaf.
8. Herhaal bovenstaande handelingen bij het linkerwiel.
2. Handr
2. Handr
2. Handr
2. Handr
2. Handrem contr
em controler
em contr
em contr
em contr
Controleer het volgende:
De hendel van de handrem:
Als hij verder dan 90° (in het
midden) naar achteren kan worden
getrokken met een trekkracht van
ongeveer 25 kg moet de kabel kor-
ter worden gemaakt.
De kabel van de handrem:
Als de handrem niet is
aangetrokken moet de kabel slap
hangen; anders moet hij langer
worden gemaakt.
Juiste lengte: als de rem niet is aangetrokken moet de
kabel strak staan, maar niet te strak.
Langer of korter maken van de kabel door verstelling van
moer A.
Controleer de kabels van de handrem op eventuele
slijtage of beschadiging. Vervang versleten of
beschadigde onderdelen.
56
Onderhoud
oleren
oler
oler
oler
en
en
en
en
3. Bijstelling van de remmen
3. Bijstelling van de remmen
3. Bijstelling van de remmen
3. Bijstelling van de remmen
3. Bijstelling van de remmen
Krik de achterkant van de COMMANDER van de grond.
Aanbevolen wordt om hiervoor twee onder de as
geplaatste krikken te gebruiken. Zorg ervoor, dat de
COMMANDER stabiel en goed ondersteund staat,
voordat u begint met de afstellingen.
1. Plaats de handrem in de eerste inkeping
(zie tekening).
N.B.! De volgende verstelling moet tegelijkertijd op beide
remmen worden uitgevoerd. Daarom om de beurt afstellen
op zowel de linker- als de rechterrem.
2. Draai moer B los, til het sluitplaatje op en klap het
opzij.
3. Verdraai de moer A naar rechts. Draai de moer 90
(1/4 slag) per keer – om de beurt op de linker- en de
rechterrem.
Telkens na ¼ slag:
Controleer de naaf door deze te verdraaien. Ga door met
verstellen tot er enige weerstand optreedt. De afstelling is
gereed, wanneer elke naaf strak staat.
NL 14 05 02
1ste inkeping
T091-0009
O
T091-0010