IMPBELANGRIJK! De spoelinrichting voor de trechter
gebruikt spuitvloeistof om de geconcentreerde chemica-
liën uit de trechter te spoelen! De vulinrichting moet altijd
tegelijk met de gehele veldspuit schoongemaakt worden
wanneer u klaar bent met spuiten.
9. Draai kraan A dicht en sluit de deksel van de FILLER
weer.
10. Als de spuitvloeistof goed gemengd is, de hendel van
de Manifold-perskraan op "Spuiten" zetten. Laat de
aftakas aan, zodat de spuitvloeistof voortdurend
geroerd wordt, totdat de vloeistof over het gewas
uitgespoten is.
Bedieningsvoorschriften
Gebruik van spoeltank en reinigings-
nozzles (indien gemonteerd)
De ingebouwde spoeltank is voor twee verschillende
doeleinden te gebruiken.
A. In het veld verdunnen van overgebleven spuitvloeistof in
het spuitsysteem voor het uitspuiten van de vloeistof in
het veld, voordat de veldspuit schoongemaakt wordt.
1. Maak de veldspuit zo goed mogelijk leeg.
Draai de groene kraan op "Niet roeren" en
spuit totdat er lucht uit alle doppen komt.
2. Verwijder de filterkorf uit de tank.
3. Draai de zwarte zuigkraan op "spoeltank".
4. Draai de groene perskraan op
"reinigingsnozzle" (indien gemonteerd).
5. Zet de pomp aan op een toerental van ca.
300 t/min.
6. Wanneer er een hoeveelheid spoelwater van
ongeveer 10 x de hoeveelheid overgebleven
spuitvloeistof is gebruikt (zie onder "Tech-
nisch Residu"), draai dan de zwarte zuig-
kraan op "zuigen uit de hoofdtank" en bedien
alle kranen, zodat alle slangen en onderdelen
schoongespoeld worden.
7. Draai de groene perskraan weer op
"bedieningsarmatuur" en spuit de vloeistof uit
op het perceel dat u zojuist bespoten heeft.
8. Herhaal punt 3 tot 7, totdat de spoeltank leeg
is.
B. Spoelen van pomp, bedieningsarmatuur, spuitleidingen,
enz. in geval u ophoudt met spuiten voordat de hoofd-
tank leeg is (bijv. als het begint te regenen).
1. Sluit het zelfreinigend filter (gele kraan).
2. Draai de zwarte zuigkraan op "Spoeltank".
3. Draai de groene perskraan op "Niet roeren".
4. Zet de pomp aan en spuit water uit de
spoeltank uit in het veld, totdat alle spuit-
leidingen/spuitdoppen met schoon water
uitgespoeld zijn.
5. Zet de pomp weer af.
6. Open het zelfreinigende filter weer.
NL 08 05
41