Batterijlader
De PowerDrive lader werkt samen met de boordcomputer van het PowerDrive System 48 voertuig. De computer
registreert de hoeveelheid energie die tijdens het rijden is verbruikt. Wanneer de lader aangesloten is, wordt het
bedieningscircuit van het voertuig geblokkeerd, zodat het voertuig niet gebruikt kan worden en schade aan de
lader en het voertuig uitgesloten is.
Zodra de blokkering actief is, begint de lader te werken. De computer registreert nu de hoeveelheid energie die
afgegeven wordt aan de batterijen. Wanneer de optimale hoeveelheid energie overgedragen is, schakelt de lader
zichzelf uit. De vergrendeling van het bedieningscircuit blijft actief tot de stekker uit het stopcontact van het voer-
tuig wordt verwijderd.
De PowerDrive-lader kan alleen worden gebruikt op voertuigen met PowerDrive System 48 of PowerDrive Plus.
Andere Club Car-modellen of voertuigen die door andere fabrikanten worden vervaardigd, zijn niet compatibel.
Als u wacht tot de lader zichzelf uitschakelt, weet u zeker dat de batterijen volledig geladen zijn. In normale
omstandigheden is een te sterke of te zwakke lading onmogelijk.
Zelfs wanneer ze slechts korte tijd gebruikt zijn (10 minuten) moeten de batterijen weer opgeladen worden. De
lader werkt automatisch en zal zichzelf uitschakelen wanneer de batterijen volledig geladen zijn. Indien de lader
niet behoorlijk lijkt te werken of de batterijen zwak lijken, neemt u contact op met uw plaatselijke Club Car-distribu-
teur/dealer.
STEKKER EN STOPCONTACT
Carryall 1- en Carryall 2-voertuigen:
Het stopcontact en de kabel en stekker van de lader zijn aan slijtage onderhevig en moeten dagelijks worden
gecontroleerd. Voer een visuele controle uit op scheurtjes, loszittende aansluitingen en gerafelde kabels. De
onderdelen moeten worden vervangen wanneer ze zijn versleten of beschadigd. Indien er corrosie zichtbaar is op
de stekker en het stopcontact of wanneer de stekker zich moeilijk laat insteken of uittrekken, dan kunnen de con-
tactpunten van het stopcontact en de pennen van de stekker met een goed reinigingsmiddel voor contactpunten
®
worden gereinigd of licht worden ingespoten met een WD-40
smeermiddel. Duw de stekker verscheidene keren
in het stopcontact en vergewis u ervan dat hij gemakkelijk in en uit gaat en goed elektrisch contact maakt. Zie
volgende OPMERKING.
OPMERKING
• ALS HET WAARSCHUWINGSETIKET VAN HET GELIJKSTROOMSNOER VERWIJDERD OF BESCHA-
DIGD IS, MOET U HET ONMIDDELLIJK LATEN VERVANGEN.
Figuur 17 Laadstopcontact
Figuur 18 Verwijderen snoer van lader
Zekering stopcontact
Als extra voorziening om de batterijen en het laadcircuit tegen overbelasting te beschermen, zijn de stopcontacten
van de Carryall 1 en Carryall 2 elektrische voertuigen voorzien van een zekeringkoppeling. (Figuur 19,
pagina 33). Indien de lader niet werkt wanneer het voertuig erop aangesloten is, moet u de zekeringkoppeling
controleren.
32
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall elektrisch voertuig van 2001