Onderhoud, opslag en transport
9. Onderhoud, opslag en transport
9.1 Reiniging
∙
Vuil met een zachte, vochtige doek afnemen.
∙
Uitgangsopeningen van de laser regelmatig controleren en zo
nodig grondig schoonmaken. Glas niet met de vingers aanraken.
∙
Geen agressieve schoonmaak- of oplosmiddelen gebruiken.
∙
Het apparaat niet in water onderdompelen!
∙
Vervuilde en natte apparaten, accessoires en
transportverpakkingen vóór het opbergen schoonmaken en
drogen. Apparatuur pas weer inpakken als zij volledig droog is.
∙
Contacten schoonhouden en beschermen tegen vocht.
9.2 Opslaan
∙
Opslag van de apparatuur uitsluitend binnen de toegestane tem-
peratuurgrenswaarden (zie hoofdstuk 3, Technische gegevens).
∙
Na opslag voor langere tijd vóór het gebruik de nauwkeurigheid
van het meetapparaat controleren.
9.3 Transport
∙
Door heftig schudden of een val kan het apparaat
worden beschadigd.
∙
Product nooit los transporteren. Altijd de originele verpakking
of een gelijkwaardige transportverpakking gebruiken.
∙
Vóór het transport meetapparaat uitschakelen.
∙
Het apparaat vóór gebruik controleren op eventuele
beschadigingen.
NL
19