Hoofdstuk 5
8.
Houd de printcartridge vast met het HP-logo naar boven en plaats hem terug in
de houder. Duw de cartridge stevig vast totdat deze vastklikt.
9.
Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere printcartridge.
10.
Sluit voorzichtig de klep voor de printcartridges en sluit het netsnoer aan op de
achterkant van het apparaat.
Oorzaak: De contactpunten van de printcartridge moesten worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Vervang de printcartridges
Oplossing: Vervang de printcartridges die het probleem ondervinden. Als slechts
een van de printcartridges een probleem vertoont, kunt u hem ook verwijderen en in
de modus Inktback-up afdrukken.
Oorzaak: Er is een probleem met een van de printcartridges of met beide
printcartridges.
78
Een probleem oplossen