Hoofdstuk 2
7.
Klik op Presentatie afdrukken in de lijst Snel afdrukopties instellen en geef de
volgende afdrukinstellingen op:
•
Papiersoort: klik op Meer en kies een geschikte soort transparant.
•
Papierformaat: een geschikt papierformaat
8.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Briefkaarten afdrukken
1.
Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2.
Plaats de kaarten tegen de rechterkant van de lade. Het papier moet met de
afdrukzijde naar beneden liggen en de korte rand moet in de richting van de printer
wijzen.
3.
Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
4.
Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
5.
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen.
6.
Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•
Papiersoort: klik op Meer, klik op Speciaal papier en kies een geschikte
kaartsoort.
•
Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste.
•
Formaat: een geschikt kaartformaat
7.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Etiketten afdrukken
1.
Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2.
Waaier de randen van de labelvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar
plakken en maak er een nette stapel van.
3.
Plaats de labelvellen tegen de rechterkant van de lade. De labelzijde moet naar
beneden wijzen.
4.
Schuif de vellen zo ver mogelijk in de printer.
5.
Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van de vellen.
10
Afdrukken