Hoofdstuk 5
Oplossing 3: Controleer of het papier op de juiste manier is geladen
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is
geplaatst.
Zie voor meer informatie:
"Afdrukmateriaal laden" op pagina 21
Oorzaak: Het papier is niet op de juiste wijze geladen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: stel de instelling voor de afdrukkwaliteit hoger in
Oplossing: Controleer de instelling voor de afdrukkwaliteit en zorg ervoor dat deze
niet te laag is ingesteld.
Een afdruksnelheid of -kwaliteit selecteren
1.
Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.
Klik op het tabblad Functies.
6.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de papiersoort die u in het apparaat
hebt geplaatst.
7.
In de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit
voor uw project.
Opmerking
apparaat zal afdrukken op basis van de papiersoort en de instellingen van
afdrukkwaliteit die u hebt geselecteerd.
Druk de afbeelding af met een instelling voor hoge afdrukkwaliteit, zoals Beste of
Maximum aantal dpi.
Zie voor meer informatie:
"Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 16
Oorzaak: De instelling van de afdruk- of kopieerkwaliteit op het apparaat is te laag
ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: lijn de printer uit
Oplossing: Lijn de printer uit.
48
Een probleem oplossen
Klik op Resolutie om te weten te komen met welk dpi het