Veiligheidsmaatregelen
Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het stuur
●
en uw voeten op de voetsteunen.
Passagiers moeten zich aan de zadelriem, de
●
handgreep of aan uw middel vasthouden, en hun
voeten moeten zich tijdens het rijden op de
voetsteunen bevinden.
Denk altijd aan de veiligheid van uw passagier en
●
andere bestuurders en rijders.
Beschermende uitrusting
Zorg ervoor dat u en uw duopassagier een
goedgekeurde motorfietshelm, beschermbril en
duidelijk zichtbare beschermende kleding dragen.
Draag geen loshangende kleding om het gevaar dat er
iets tussen de bewegende delen van het voertuig komt,
te voorkomen. Rijd defensief en houd altijd rekening
met de weers- en wegomstandigheden.
#
Helm
Moet voldoen aan de veiligheidsnorm, duidelijk zichtbaar
zijn en de juiste afmetingen voor uw hoofd hebben
De motorhelm moet comfortabel passen en veilig
●
met de kinriem zijn vastgemaakt.
Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of andere
●
goedgekeurde oogbescherming
WAARSCHUWING
3
Het niet dragen van een helm verhoogt het
risico op ernstig of dodelijk letsel in geval van
een botsing.
Zorg ervoor dat u en uw duopassagier altijd een
goedgekeurde helm en beschermende kleding
dragen.
#
Handschoenen
Leren handschoenen met volledige vingers en een
hoge slijtweerstand
#
Motorlaarzen of -schoenen
Stevige motorlaarzen met antislipzolen en
enkelbeschermers
#
Motorjas en -broek
Beschermende, duidelijk zichtbare motorjas met lange
mouwen en duurzame broek voor het rijden (of een
beschermend motorpak)
Veiligheidsmaatregelen
11