Pagina 1
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
Pagina 2
De volgende codes in deze handleiding ● uw nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen duiden de landen aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type CB500F ED.
Pagina 3
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL is een belangrijke verantwoordelijkheid. OPLOPEN als u de instructies niet Om u te helpen goed geïnformeerde opvolgt.
Pagina 4
Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 18 Onderhoud BLZ. 62 Verhelpen van storingen BLZ. 99 Informatie BLZ. 112 Specificaties BLZ. 126...
Pagina 5
Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Labels............... BLZ. 11 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 12 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 15 Accessoires &...
Pagina 6
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen invloed van alcohol of drugs verkeert. Zorg ervoor dat u en uw duopassagier allebei een goedgekeurde helm en beschermende kleding Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: dragen. Draag duopassagiers op om zich aan de Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
Pagina 7
's avonds, door heldere reflecterende kleding te dragen, te rijden op plaatsen waar andere Houd uw Honda in veilige staat bestuurders u kunnen zien, uw richting aan te Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier geven voordat u afslaat of van rijstrook verandert dat u het voertuig goed onderhoudt.
Pagina 8
Veiligheidsrichtlijnen Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de Laat uw voertuig nooit in een garage of andere contactschakelaar in de stand (Off) en besloten ruimte draaien. controleer de staat van uw voertuig. Inspecteer op WAARSCHUWING vloeistoflekkage, controleer of cruciale moeren en bouten goed vastzitten en controleer het stuur, de Het laten draaien van de motor van uw bedieningshendels, remmen en wielen.
Pagina 9
Labels Labels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere Lees de instructies in de werkplaatshandleiding bieden belangrijke veiligheidsinformatie.
Pagina 10
Labels ACCULABEL GEVAAR Type ED, U • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 11
Labels LABEL RADIATEURDOP GEVAAR Type ED NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING Type ED ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van dit voertuig kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage.
Pagina 12
Labels LABEL ACHTERSCHOKDEMPER Type ED, U GEVULD MET GAS Niet openen. Niet verwarmen. LABEL BANDENINFORMATIE & AANDRIJFKETTING Type ED, U Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm...
Pagina 13
Labels VEILIGHEIDSLABEL Type ED, U Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw veiligheid. BRANDSTOFLABEL Type ED, U Uitsluitend loodvrije benzine ETHANOL tot 10 volumeprocent...
Pagina 14
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of ● andere goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● WAARSCHUWING stuur en uw voeten op de voetsteunen. Het niet dragen van een helm verhoogt Passagiers moeten zich aan de zadelriem of aan ●...
Pagina 15
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Remmen voor het rijden Neem de volgende richtlijnen in acht: Vermijd bijzonder sterk afremmen en ● terugschakelen. Inrijperiode Door plotseling remmen kan de stabiliteit Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om van het voertuig verminderen. de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van Ga waar mogelijk langzamer rijden voor uw voertuig te waarborgen.
Pagina 16
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Antiblokkeersysteem (ABS) Remmen op de motor Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem Remmen op de motor helpt om de snelheid van (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de uw voertuig te verminderen wanneer u gas remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
Pagina 17
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Laat het voertuig langzaam naar links leunen Parkeren totdat het volle gewicht op de zijstandaard Parkeer op een stevige, horizontale ● steunt. ondergrond. Draai het stuur volledig naar links. Als u op een helling of onverhard terrein moet ●...
Pagina 18
Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te installeren die niet specifiek door Honda voor letsel kunt oplopen. uw voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw voertuig Volg alle aanwijzingen in dit aan te brengen.
Pagina 19
Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het rijgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw voertuig. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
Pagina 21
Locatie van onderdelen Gereedschapsset (BLZ.60) Documentzakje (BLZ.60) Brandstofvuldop (BLZ.58) Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.88) Voorremhendel (BLZ.97) Gashendel (BLZ.96) Motorolievuldop (BLZ.84) Kijkglas voor motoroliepeil (BLZ.84) Achterrempedaal Remlichtschakelaar (BLZ.90) Remvloeistofreservoir van achterrem (BLZ.88) Datalinkstekker...
Pagina 23
Instrumenten -toets -toets Displaycontrole Als de contactschakelaar op (On) wordt gezet, wordt de opstartanimatie getoond. Als een deel van deze displays niet wordt weergegeven zoals het hoort, laat uw dealer dan controleren op problemen.
Pagina 24
Rode zone toerenteller Klok (12-uur of 24-uur weergave) (te hoog motortoerentalbereik) Klok instellen: (BLZ.33) Snelheidsmeter Versnellingsstandindicator De schakelstand wordt weergegeven Weergave van sectie B (BLZ.27) door de versnellingsstandindicator. Weergave van sectie A (BLZ.23) "-" verschijnt wanneer niet goed in een versnelling is geschakeld. Toerenteller LET OP Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode zone.
Pagina 25
Instrumenten (Vervolg) Koelvloeistoftemperatuurmeter Wanneer de koelvloeistoftemperatuur warmer wordt dan de limiet, gaat segment H knipperen. Als segment H knippert tijdens het rijden: (BLZ.101) Als het controlelampje van de koelvloeistoftempera- tuurmeter knippert: (BLZ.106) Brandstofniveaumeter Resterende brandstof wanneer alleen het 1e (E) segment gaat knipperen: ongeveer 3,2 L Als het controlelampje van de brandstofniveaumeter knippert of uitgaat:...
Pagina 26
Weergave van sectie A Weergave van sectie A wijzigen U kunt het volgende selecteren: Met de -toets kunt u de weergave van sectie A Huidig brandstofverbruik wisselen tussen het huidige brandstofverbruik, het ● Gemiddeld brandstofverbruik [AVG] gemiddelde brandstofverbruik, het ● Brandstofverbruik brandstofverbruik, de gemiddelde snelheid, de ●...
Pagina 27
Instrumenten (Vervolg) Huidig brandstofverbruik Gemiddeld brandstofverbruik [AVG] Toont het huidige brandstofverbruik. Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het terugstellen van de geselecteerde ritteller. Het gemiddelde brandstofverbruik wordt Weergavebereik: 0,0 tot 300,0 L/100km (km/L, mile/gal of mile/L) berekend op basis van de waarde die wordt •...
Pagina 28
Brandstofverbruik Gemiddelde snelheid [AVG] Toont het brandstofverbruik sinds het Toont de gemiddelde snelheid sinds het terugstellen van de geselecteerde ritteller. terugstellen van de geselecteerde ritteller. Het brandstofverbruik wordt berekend op basis De gemiddelde snelheid wordt berekend op van de waarde die wordt weergegeven op de basis van de waarde die wordt weergegeven op geselecteerde ritteller (A of B).
Pagina 29
Instrumenten (Vervolg) Als "---" wordt weergegeven in andere dan de Reservebrandstofverbruik [RES] bovenvermelde gevallen, ga dan naar uw dealer Geeft het brandstofverbruik weer sinds het 1e voor onderhoud. (E) segment van de brandstofniveaumeter is De gemiddelde snelheid terugstellen: gaan knipperen. Wanneer het 1e segment (E) van de (BLZ.29) brandstofniveaumeter begint te knipperen,...
Pagina 30
Weergave van sectie B Weergave van sectie B wijzigen U kunt het volgende selecteren: Met de -toets kunt u de weergave van Kilometerteller [TOTAL] sectie B wisselen tussen de kilometerteller, ● Ritteller [TRIP A/B] ritteller A, ritteller B, numerieke toerenteller en ●...
Pagina 31
Instrumenten (Vervolg) Kilometerteller [TOTAL] Reserve-ritteller [RES] Totale afgelegde afstand. Afgelegde afstand nadat het 1e segment (E) van Als "------" wordt weergegeven, ga dan naar de brandstofniveaumeter ging knipperen. uw dealer voor onderhoud. Wanneer het 1e segment (E) van de brandstofniveaumeter begint te knipperen, worden de kilometerteller, rittellers of Ritteller [TRIP A/B] numerieke toerenteller omgeschakeld naar de...
Pagina 32
Wanneer deze zijn teruggesteld, tonen alle meters de Ritteller [TRIP A/B], gemiddelde teruggestelde waarde. Het display keert vervolgens brandstofverbruik [AVG], terug naar de laatst geselecteerde weergave. brandstofverbruik, gemiddelde snelheid Bovendien worden ritteller A, het gemiddelde [AVG] en verstreken tijd terugstellen brandstofverbruik, het brandstofverbruik, de Om de ritteller A, het gemiddelde gemiddelde snelheid en de verstreken tijd...
Pagina 33
Instrumenten (Vervolg) Om de ritteller B, het gemiddelde Wanneer deze zijn teruggesteld, tonen alle brandstofverbruik B, het brandstofverbruik B, de meters de teruggestelde waarde. Het display gemiddelde snelheid B en de verstreken tijd B keert vervolgens terug naar de laatst (die zijn gebaseerd op ritteller B) samen terug geselecteerde weergave.
Pagina 34
Weergave instellen Instelmodus B Instelmodus A De volgende items kunnen sequentieel worden De volgende items kunnen sequentieel worden gewijzigd. (BLZ.37) gewijzigd. • Toerenindicator instellen (BLZ.32) • Tijdsindeling instellen Instelling toerental Instelling toerentalinterval • Klok instellen Instelling helderheid • Helderheid achtergrondverlichting instellen •...
Pagina 35
Instrumenten (Vervolg) Instelmodus A Normale weergave Als er ongeveer 30 seconden niet op de toetsen wordt gedrukt, wordt de bediening automatisch Instelmodus A omgeschakeld van de instelmodus naar de Tijdsindeling instellen gebruikelijke weergave. Klok instellen Als er gedurende ongeveer 30 seconden niet op de toetsen wordt gedrukt, worden items Helderheid achtergrondverlichting instellen waarvoor de instelling aan de gang is...
Pagina 36
1 Tijdsindeling instellen: 2 Klok instellen: U kunt de tijdsindeling omschakelen tussen Druk op de -toets totdat het gewenste uur 12-uurindeling en 24-uurindeling. wordt weergegeven. Houd de -toets ingedrukt om de uren Zet de contactschakelaar in de stand (On). versneld vooruit te laten gaan. Houd de -toetsen ingedrukt tot de huidige tijdsindeling begint te knipperen.
Pagina 37
Instrumenten (Vervolg) 3 Helderheid achtergrondverlichting Druk op de -toets totdat de gewenste instellen: minuten worden weergegeven. Houd de -toets ingedrukt om de U kunt een van de vijf helderheidsniveaus minuten versneld vooruit te laten gaan. instellen. Druk op de -toets. Het helderheidsniveau wordt omgeschakeld.
Pagina 38
4 Automatische resetmodus in-/ 5 HISS-controlelampje instellen: uitschakelen voor ritteller A, gemiddeld Druk op de -toets om " " (knippert) of brandstofverbruik, brandstofverbruik, " " (uit) te selecteren in de HISS- gemiddelde snelheid en verstreken tijd: resetmodus. U kunt de automatische resetmodus in- of uitschakelen door te tanken nadat het 1e segment (E) van de brandstofniveaumeter begint te knipperen.
Pagina 39
Instrumenten (Vervolg) 6 Eenheid van snelheid en afgelegde 7 Eenheid van brandstofverbruikmeter afstand wijzigen: wijzigen: Wanneer "km/h" voor snelheid en "km" voor Druk op de -toets om "km/h" en "km" of afstand zijn geselecteerd "mph" en "mile" te selecteren. Druk op de -toets om "L/100km"...
Pagina 40
Instelmodus B Normale weergave Als er ongeveer 30 seconden niet op de toetsen wordt gedrukt, wordt de bediening automatisch Instelmodus B omgeschakeld van de instelmodus naar de Toerenindicator instellen gebruikelijke weergave. Instelling toerental Als er gedurende ongeveer 30 seconden niet Instelling toerentalinterval op de toetsen wordt gedrukt, worden items waarvoor de instelling aan de gang is...
Pagina 41
Instrumenten (Vervolg) 1 Toerenindicator instellen: Als u wilt overschakelen naar instelmodus B, U kunt de instelling van de toerenindicator draait u de contactschakelaar in de stand (On) wijzigen. en drukt u tegelijkertijd op de -toets tot de opstartinformatie is afgelopen. Het display De toerenindicator knippert tijdens het instellen.
Pagina 42
Telkens als de -toets wordt ingedrukt, Toerenteller Numerieke wordt de instelwaarde van "het toerental toerenteller waarbij de toerenindicator het snelst knippert" verhoogd met één segment (250 r/min (omw/ min)). Wanneer de instelwaarde van het "toerental waarbij de toerenindicator het snelst knippert"...
Pagina 43
Instrumenten (Vervolg) Druk op de -toets. Het "toerental waarbij Telkens als de -toets wordt ingedrukt, de toerenindicator het snelst knippert" is wordt het "toerentalinterval waarbij de ingesteld en het display schakelt over naar het toerenindicator knippert" als volgt verhoogd: instellen van het "toerentalinterval waarbij de 250 r/min (omw/min), 500 r/min (omw/min), toerenindicator knippert".
Pagina 44
Druk op de -toets. Het "toerentalinterval Voorbeeld: Toerental waarbij de waarbij de toerenindicator knippert", is toerenindicator het snelst knippert: ingesteld en het display schakelt over naar het 8.750 r/min (omw/min) aanpassen van de helderheid van de Toerentalinterval waarbij de toerenindicator. toerenindicator knippert: 250 r/min De toerenindicator schakelt over van (omw/min).
Pagina 45
Instrumenten (Vervolg) 2 Weergavemodus van toerenteller Standaardweergave Weergave wijzigen: piekwaarde U kunt de weergavemodus van de toerenteller wijzigen. Druk op de -toets om de weergavemodus van de toerenteller te wijzigen. Druk op de -toets. De momenteel geselecteerde weergavemodus is ingesteld en het display keert terug naar de normale weergave.
Pagina 46
Het segment voor de piekwaarde toont tijdelijk het maximale motortoerental. Voorbeeld: Motortoerental 8.750 r/min (omw/min) Standaardweergave Weergave piekwaarde Staafsegment van Segment voor de toerenteller piekwaarde...
Pagina 47
Controlelampjes Als één van deze controlelampjes niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer controleren op problemen. Richtingaanwijzer links Richtingaanwijzer rechts...
Pagina 48
Toerentalindicator (BLZ.48) Controlelampje grootlicht PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Type U Als dit gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.103) Type ED, KO Als het gaat branden of knippert terwijl de motor draait: (BLZ.103) Controlelampje neutraalstand Gaat branden als de transmissie in de neutraalstand staat.
Pagina 50
Oliedrukcontrolelampje Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. ● Gaat uit na het starten van de motor. ● Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.102) HISS-controlelampje (BLZ.35) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. ●...
Pagina 51
Controlelampjes (Vervolg) Toerenindicator • Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Oorspronkelijke instelling Toerental waarbij de toerenindicator het snelst knippert: 8.750 r/min (omw/min) Toerentalinterval waarbij de toerenindicator knippert: 250 r/min (omw/min) Toerenindicator omw/min (rpm) Knipperen 8.250 r/min (omw/min) Snel knipperen 8.500 r/min (omw/min)
Pagina 53
Schakelaars Motorstopschakelaar Moet normaal in de stand (Run) blijven staan. Schakel in geval van nood over naar de stand (Stop) (de startmotor werkt niet) om de motor te stoppen. Startknop Claxonknop Alarmknipperlichtschakelaar Kan op uit of aan worden gezet Richtingaanwijzerschakelaar wanneer de contactschakelaar in Door op de schakelaar te drukken, wordt de stand (On) staat.
Pagina 54
(On) Contactschakelaar Schakelt het elektrische systeem in voor het Schakelt het elektrische systeem in/uit, starten/rijden. vergrendelt het stuur. (Off) De sleutel kan in de stand (Off) of Schakelt de motor uit. (Lock) worden verwijderd. (Lock) Vergrendelt het stuur. Vervolg...
Pagina 55
Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links. diefstal te voorkomen. Duw de sleutel naar beneden en zet de Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars contactschakelaar in de stand (Lock). wordt ook aanbevolen. Draai het stuur als het stuur moeilijk vergrendeld kan worden.
Pagina 56
Motor starten Start de motor volgens de volgende procedure, Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de stand (Run) staat. ongeacht of de motor koud of warm is. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Zet de versnellingsbak in de neutraalstand ( controlelampje gaat branden).
Pagina 57
Motor starten (Vervolg) Als de motor niet start: a Open de gashendel volledig en druk gedurende 5 seconden op de startknop. b Herhaal de normale startprocedure. c Als de motor start en het stationair toerental instabiel is, moet u de gashendel een klein beetje openen.
Pagina 58
Schakelen De transmissie van uw voertuig is uitgerust met 6 vooruitversnellingen in een schakelpatroon van één omlaag, vijf omhoog. Als u het voertuig in de versnelling zet met een omlaag geklapte zijstandaard, wordt de motor uitgeschakeld.
Pagina 59
Noodstopsignaal Het noodstopsignaal wordt ingeschakeld Het noodstopsignaal stopt met werken als: wanneer het systeem detecteert dat u hard U de remmen loslaat. ● remt bij een snelheid van ongeveer 50 km/h of Het ABS wordt uitgeschakeld. ● hoger om achteropkomende bestuurders via Het afremmen van uw voertuig wordt ●...
Pagina 60
Het noodstopsignaal is geen systeem dat een mogelijke botsing van achteren door te hard remmen voorkomt. Het is altijd raadzaam om hard remmen te voorkomen, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Het noodstopsignaal werkt niet wanneer de schakelaar voor de alarmknipperlichten is ingedrukt.
Pagina 61
Tanken Brandstofvuldop openen Niveauplaatje Contactsleutel Open de afdekkap van het slot, steek de contactsleutel erin en draai deze naar rechts om de dop te openen. Brandstofvuldop sluiten Druk na het tanken op de brandstofvuldop tot deze vastklikt. Verwijder de sleutel en sluit de afdekkap van het slot. Afdekkap De sleutel kan niet worden verwijderd als van slot...
Pagina 62
Opberguitrusting Helmhouder WAARSCHUWING De helmhouders bevinden zich onder het Een helm die aan de houder is bevestigd, duozadel. kan tijdens het rijden tegen het achterwiel of de vering komen en tot een ongeval Helmhouder leiden. Gebruik de helmhouder uitsluitend bij het parkeren.
Pagina 63
Opberguitrusting (Vervolg) Gereedschapsset Documentzakje De gereedschapsset bevindt zich onder het Het documentzakje bevindt zich onder het duozadel. bestuurderszadel. Documentzakje Gereed- Rubberen band schapsset Rubberen band Bestuurderszadel verwijderen (BLZ.81) Duozadel verwijderen (BLZ.82)
Pagina 64
Sjorhaken voor bagage De sjorhaken voor bagage bevinden zich aan de onderkant van het duozadel. Sjorhaken voor bagage Sjorhaken voor bagage Gebruik de sjorhaken nooit om het voertuig te slepen of op te tillen. Duozadel demonteren (BLZ.82)
Pagina 65
Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg “Specificaties” voor servicegegevens. BLZ. 63 BLZ. 92 Het belang van onderhoud ......Aandrijfketting............ BLZ. 64 BLZ. 93 Onderhoudsschema .......... Koppeling............. BLZ. 67 BLZ. 96 Standaardonderhoud ........Gashendel ............
Pagina 66
Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Het goed onderhouden van uw voertuig is Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u absoluut essentieel voor uw veiligheid en het onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de beschermen van uw investering, optimale benodigde gereedschappen, onderdelen en prestaties, het voorkomen van pech en het vakkundigheid beschikt.
Pagina 67
Honda door geschoolde en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze uw voertuig te laten maken na het uitvoeren van vereisten.
Pagina 68
Vervangen De procedures zijn vermeld in een officiële Reinigen werkplaatshandleiding van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
Pagina 69
Onderhoudsschema Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Periodiek Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 67 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1000 km: Glijblok aandrijfketting – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar – Koppelingssysteem Zijstandaard Vering –...
Pagina 70
Standaardonderhoud Aandrijfketting - Controleer staat en speling, Inspectie voor het rijden ● indien nodig afstellen en smeren BLZ. 92 Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk Remmen − Werkingscontrole; ● om een controle voor het rijden uit te voeren en alle Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil vastgestelde problemen te corrigeren.
Pagina 71
Standaardonderhoud Onderdelen vervangen Kleurenlabel Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en veiligheid te waarborgen. Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het kleurenlabel bij het bestellen van gekleurde onderdelen. Het kleurenlabel bevindt zich op het achterspatbord onder het duozadel.
Pagina 72
Standaardonderhoud Accu Wat te doen in geval van nood Als een van de volgende situaties zich voordoet, Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet Elektrolyt spat in de ogen: ●...
Pagina 73
BLZ. 79 Het monteren van elektrische accessoires van Als de polen door corrosie zijn aangetast en andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische systeem overbelasten, de accu doen ontladen en met een witte aanslag zijn bedekt, moeten ze mogelijk het systeem beschadigen.
Pagina 74
Standaardonderhoud Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda LET OP gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan Als u de zekering vervangt door een zekering met de volgende normen voldoet: een hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op beschadiging van het elektrisch systeem.
Pagina 75
Als u remvloeistof bijvult, moet het remsysteem zo snel mogelijk door uw dealer worden nagekeken. LET OP Remvloeistof kan kunststof- en gelakte oppervlakken beschadigen. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Aanbevolen remvloeistof: Honda DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig...
Pagina 76
Standaardonderhoud Veeg droog na het reinigen en smeer met het Inspecteer ook het aandrijfkettingwiel en het aanbevolen smeermiddel. aangedreven tandwiel. Laat de tandwielen door uw dealer vervangen als de tanden hiervan versleten Aanbevolen smeermiddel: of beschadigd zijn. Smeermiddel voor aandrijfketting speciaal ontworpen voor O-ringkettingen.
Pagina 77
Aanbevolen koelvloeistof van de aftapslang te zien is. Als de aftapslang overloopt, kan het luchtfilter Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde verontreinigd worden door motorolie met slechte oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd motorprestaties tot gevolg.
Pagina 78
Standaardonderhoud Controleren op abnormale slijtage Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren Controleer de banden op tekenen van Controleer uw banden met het blote oog en abnormale slijtage op gebruik een bandenspanningsmeter om de het draagvlak. bandenspanning ten minste één keer per maand te meten of wanneer u constateert dat de bandenspanning laag is.
Pagina 79
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Profieldiepte controleren Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u Om veilig te kunnen rijden moet u de banden vervangen wanneer de minimale profieldiepte is ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 80
Laat het wiel, na montage van de band, ● instructieboekje. balanceren met originele wielbalanceergewichten van Honda of gelijkwaardig. Installeer geen binnenband in een tubeless ● band op dit voertuig. De binnenband kan extreem heet worden en klappen.
Pagina 81
Gereedschap De gereedschapsset wordt onder het duozadel opgeborgen. BLZ. 82 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. Stiftsleutel ● 10 × 14 mm steeksleutel ● Standaard-/kruiskopschroevendraaier ● Handgreep voor schroevendraaier ● Verlengstaaf ●...
Pagina 82
Demontage en montage van onderdelen Accu Demontage Zorg ervoor dat de contactschakelaar in de Rubberen band stand (Off) staat. Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 81 Haak de rubberen band aan de achterzijde los. Koppel de minpool - los van de accu. Koppel de pluspool + los van de accu.
Pagina 83
Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Demontage Druk op de pen om de vergrendeling los te maken. Trek de clip uit de uitsparing. Centreerstift Montage Duw tegen de onderkant van de centreerstift. Plaats de clip in de uitsparing. Druk op de centreerstift om de clip te vergrendelen.
Pagina 84
Demontage en montage van onderdelen Bestuurderszadel Bestuurderszadel Demontage Trek de achterste hoeken van het Bevestigingsbouten bestuurderszadel omhoog en verwijder de bevestigingsbouten. Bestuurderszadel Trek het bestuurderszadel naar achteren en omhoog. Montage Borgclip Steek de borgclip in de uitsparing. Breng de bevestigingsbouten aan en draai ze stevig vast.
Pagina 85
Demontage en montage van onderdelen Duozadel Duozadel Demontage Beweeg de zadelriem naar voren. Duozadel Steek de contactsleutel in het zadelslot. Contactsleutel Borgclip Draai de contactsleutel naar rechts en trek het duozadel naar voren en omhoog. Montage Zadelslot Steek de borgclip in de uitsparing. Druk op het voorste deel van het duoza- del en steek de contactsleutel in het za- delslot.
Pagina 86
Demontage en montage van onderdelen Linker afdekkap Linker afdekkap Demontage Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 81 Bevestigingsrubbers Clip Verwijder de bout en clip. BLZ. 80 Verwijder de bevestigingspennen uit de bevestigingsrubbers, en trek dan de afdekkap links naar achteren los door de haken los te maken.
Pagina 87
Motorolie Motorolie controleren Olievuldop Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Plaats uw voertuig rechtop op een stevige Oliekijkglas en horizontale ondergrond. Controleer of het oliepeil zich tussen de Bovenste niveau bovenste en onderste niveaumarkeringen...
Pagina 88
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen Plaats de olievuldop terug en controleer of deze goed vastzit. Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij LET OP het onderste merkstreepje bevindt, moet u Het te vol vullen met olie of het rijden met de aanbevolen motorolie bijvullen.
Pagina 89
Koelvloeistof Koelvloeistof controleren Expansiereservoir Controleer het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir terwijl de motor koud is. UPPER- merkstreepje Plaats uw voertuig op een stevige en horizontale ondergrond. Houd uw voertuig rechtop. Controleer of het koelvloeistofniveau zich LOWER- merkstreepje tussen het UPPER- en LOWER-merk- streepje in het expansiereservoir bevindt.
Pagina 90
Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen Verwijder de dop van het Dop van expansiereservoir expansiereservoir en voeg vloeistof toe terwijl u het koelvloeistofniveau controleert. Vul niet hoger dan het UPPER- merkstreepje. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de opening van het expansiereservoir terechtkomen.
Pagina 91
Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau in een reservoir zich onder het LOWER-merkstreepje bevindt of Plaats uw voertuig rechtop op een stevige de speling van de remhendel en het en horizontale ondergrond. rempedaal buitensporig is. Controleer of het Voor Als de remblokken niet zijn versleten, is er...
Pagina 92
Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor voorkant van de remklauw. Inspecteer altijd zowel de linker- als Controleer de staat van de remblokslijtage- rechterremklauw. indicatoren. Inspecteer de remblokken vanaf De remblokken moeten worden Achter Voor de rechter achterzijde van het voertuig. vervangen als een remblok tot aan de Laat de remblokken indien nodig door uw onderkant van de indicator versleten is.
Pagina 93
Remmen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar afstellen Controleer de werking van de remlichtschakelaar. Houd de remlichtschakelaar vast en draai de stelmoer in richting A als de schakelaar te laat in werking treedt of in richting B als de schakelaar te vroeg in werking treedt. Remlichtschakelaar Stelmoer...
Pagina 94
Zijstandaard Zijstandaard controleren Ga op het voertuig zitten, zet de transmissie in neutraal en klap de zijstandaard omhoog. Start de motor, trek de koppelingshendel in en zet de versnellingsbak in de versnelling. Klap de zijstandaard volledig omlaag. De motor moet afslaan wanneer u de zijstandaard omlaag klapt.
Pagina 95
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting inspecteren Aandrijfketting Controleer de speling van de aandrijfketting op verschillende punten langs de ketting. Als de speling niet constant is op alle punten, kunnen sommige schakels vervormd zijn en vastlopen. Laat de ketting door uw dealer inspecteren. Zet de transmissie in de neutraalstand.
Pagina 96
Koppeling Koppeling controleren Controleer de koppelingskabel op knikken of tekenen van slijtage. Laat de kabel indien nodig door uw dealer vervangen. Speling van koppelingshendel Smeer de koppelingskabel met een in de controleren handel verkrijgbaar kabelsmeermiddel om Controleer de speling van de voortijdige slijtage en corrosie te voorkomen.
Pagina 97
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Speling van koppelingshendel Bovenste borgmoer afstellen Bovenste versteller - Probeer de koppelingskabel eerst af te stellen met de bovenste versteller. + Draai de bovenste borgmoer los. Draai aan de bovenste versteller van de koppelingskabel totdat de speling is afgesteld op 10 - 20 mm.
Pagina 98
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Draai de bovenste borgmoer los en draai Onderste borgmoer de bovenste stelmoer van de koppelings- kabel volledig in (voor een maximale spe- ling). Draai de bovenste borgmoer vast. + Draai de onderste borgmoer los. Draai aan de stelmoer totdat de speling van de koppelingshendel is afgesteld op 10 - 20 mm.
Pagina 99
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
Pagina 100
Andere afstellingen Remhendel afstellen Versteller Referentieteken Naar voren U kunt de afstand tussen het uiteinde van de remhendel en de stuurgreep afstellen. Afstelmethode Remhendel Draai de stelbout tot de getallen zijn uitgelijnd met het referentieteken terwijl u de hendel naar voren in de gewenste stand duwt.
Pagina 101
Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen Verlengstaaf Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de stelbout afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai de stelbout met behulp van de stiftsleutel en verlengstaaf uit de Versteller gereedschapsset ( BLZ.
Pagina 102
Verhelpen van storingen De motor start niet (HISS-controlelampje blijft Storingsaanduiding BLZ. 100 BLZ. 106 branden)............koelvloeistoftemperatuurmeter ....BLZ. 107 Oververhitting (segment H knippert in de Lekke band ............BLZ. 101 BLZ. 108 koelvloeistoftemperatuurmeter) ....Elektrische problemen ........BLZ. 108 Waarschuwingslampjes branden of De accu loopt leeg..........
Pagina 103
De motor start niet (HISS-controlelampje blijft branden) De startmotor werkt maar de Controleer of er geen metalen afdichtingen of stickers op de sleutel motor start niet aanwezig zijn. Laat uw voertuig door uw dealer inspecteren Controleer het volgende: als het HISS-controlelampje blijft branden. Controleer de juiste startvolgorde van de ●...
Pagina 104
Oververhitting (segment H knippert in de koelvloeistoftemperatuurmeter) De motor is oververhit wanneer zich het Controleer of de koelluchtventilator werkt volgende voordoet: en zet de contactschakelaar hierna in de Het segment H van de stand (Off). ● koelvloeistoftemperatuurmeter knippert. Als de ventilator niet werkt: De acceleratie wordt traag.
Pagina 105
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Oliedrukcontrolelampje Snel accelereren kan ervoor zorgen dat het oliedrukcontrolelampje tijdelijk gaat branden, vooral wanneer de olie op of dicht bij het Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden, laagste niveau staat. rijd dan veilig naar de kant van de weg en Als het oliedrukcontrolelampje blijft branden zet de motor uit.
Pagina 106
Waarschuwingslampjes branden of knipperen PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) PGM-FI-storingslampje Wat te doen als het controlelampje knippert (elektronisch geregelde Parkeer het voertuig op een veilige plaats en brandstofinspuiting) (MIL) uit de buurt van brandbare voorwerpen en wacht ten minste 10 minuten met stilstaande motor tot deze is afgekoeld.
Pagina 107
Waarschuwingslampjes branden of knipperen ABS-controlelampje (antiblokkeersysteem) ABS-controlelampje Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een (antiblokkeersysteem) standaardsysteem maar zonder de antiblokkeerfunctie. Als de indicator op een van de volgende manieren werkt, is er mogelijk een ernstig De ABS-indicator kan gaan knipperen defect in het ABS.
Pagina 108
Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofniveaumeter In geval van een defect van het brandstofsysteem zien de controlelampjes van de brandstofniveaumeter eruit zoals getoond in de afbeelding. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
Pagina 109
Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding koelvloeistoftemperatuurmeter Storingsaanduiding koelvloeistoftemperatuurmeter In geval van een defect van het koelsysteem gaan alle segmenten knipperen zoals getoond op de afbeelding. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
Pagina 110
Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op uw voertuig met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
Pagina 111
Elektrische problemen De accu loopt leeg Gebruik geen acculader voor auto's aangezien deze de accu van een motorfiets kan oververhitten en permanente schade kan Laad de accu op met een acculader voor veroorzaken. Neem contact op met uw motorfietsen. dealer als de accu niet goed werkt na het Haal de accu uit het voertuig voor het opnieuw opladen.
Pagina 112
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Doorgebrande lamp Lamp van kentekenplaatverlichting Verwijder de schroeven, de afdekkap van Volg de onderstaande procedure om een de kentekenplaatverlichting en de pakking van de afdekkap van de doorgebrande lamp te vervangen. kentekenplaatverlichting. Zet de contactschakelaar op (Off) of (Lock).
Pagina 113
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Afdekkap Afdekkap zekeringkast zekeringkast Zie “Inspecteren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de zekeringen. BLZ. 70 Zekeringen in zekeringkast Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 81 Verwijder de afdekkappen van de zekeringkasten. Trek de zekeringen er een voor een uit Reservezekeringen met behulp van de zekeringtrekker in de gereedschapsset en controleer op door-...
Pagina 114
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekering Trek de hoofdzekering eruit en controleer of de zekering is doorgebrand. Vervang Draadconnector een doorgebrande zekering altijd door een reservezekering met dezelfde Hoofdzekering stroomsterkte. De reservehoofdzekering zit in de magnetische schakelaar van de startmotor. Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage.
Pagina 115
Informatie BLZ. 113 Onderhoudsdiagnoserecorders....BLZ. 113 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningselementen BLZ. 114 en andere functies ......... BLZ. 117 Onderhoud van uw voertuig......BLZ. 121 Uw voertuig stallen ......... BLZ. 122 Uw voertuig vervoeren........BLZ. 122 U en het milieu ..........BLZ.
Pagina 116
Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor Langdurige blootstelling aan zonlicht of hoge ● Honda, haar erkende dealers en erkende temperaturen vermijden. reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en De sleutels niet slijpen of doorboren of de ●...
Pagina 117
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, Laat onmiddellijk een andere reservesleutel maken zodra u een sleutel bent verloren. bedieningselementen en andere functies Om een extra sleutel te laten maken en deze in uw HISS-systeem te registreren, moet u de Contactschakelaar reservesleutel, het sleutelplaatje en het voertuig naar uw dealer brengen.
Pagina 118
De rittellers springen weer op 0.0 wanneer ze radioapparatuur (2014/53/EU). hoger worden dan 9.999,9. HISS Het Honda startblokkeringssysteem (HISS) blokkeert De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn het ontstekingssysteem van de motor als een radioapparatuur wordt aan de eigenaar verkeerd gecodeerde sleutel wordt gebruikt om de overhandigd op het moment van aankoop.
Pagina 119
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Documentzakje Alleen Marokko Het instructieboekje, het registratiebewijs en het verzekeringsbewijs kunnen in het plastic documentzakje onder het bestuurderszadel worden opgeborgen. BLZ. 60 Ontstekingsblokkeringssysteem Alleen Korea Een hellingshoeksensor schakelt de motor en de brandstofpomp automatisch uit als het voertuig omvalt.
Pagina 120
Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk de snelheidsvermindering van het voertuig een om de lange levensduur van uw Honda te garan- sterk motorremeffect veroorzaakt. Dit zorgt er ook deren. Potentiële problemen zijn gemakkelijker voor dat de werking van de koppelingshendel vast te stellen op een schoon voertuig.
Pagina 121
Onderhoud van uw voertuig Spoel uw voertuig met veel schoon water af en Voorzorgsmaatregelen voor het wassen droog het voertuig vervolgens met een zachte, Volg deze richtlijnen voor het wassen: droge doek. Gebruik geen hogedrukreinigers: ● Smeer alle bewegende delen na het drogen Hogedrukreinigers kunnen bewegende van het voertuig.
Pagina 122
Onderhoud van uw voertuig Richt geen waterstraal op het luchtfilter: Aluminium onderdelen ● Water in het luchtfilter kan het starten van Aluminium wordt aangetast door corrosie na de motor verhinderen. contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
Pagina 123
Onderhoud van uw voertuig Gebruik geen in de handel verkrijgbare Uitlaatpijp en geluiddemper schuurpasta wanneer de uitlaatpijp en De uitlaatpijp en geluiddemper zijn van roestvrij geluiddemper zijn gelakt. Gebruik een neutraal staal, maar kunnen door modder of stof bevlekt reinigingsmiddel om het gelakte oppervlak van de worden.
Pagina 124
Uw voertuig stallen Uw voertuig stallen Verwijder de accu ( BLZ. 79) om ontlading te ● voorkomen. Laad de accu volledig op en plaats deze vervolgens in een donkere, goed Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het geventileerde ruimte. gebruik van een volledige voertuighoes.
Pagina 125
Uw voertuig vervoeren Uw voertuig vervoeren U en het milieu Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te Het bezit van en rijden op een voertuig kan aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren aan de geschieden op een motorfietsaanhangwagen of bescherming van het milieu.
Pagina 126
Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
Pagina 127
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 128
Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
Pagina 129
Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Cilinderinhoud 471 cm Totale lengte 2.080 mm Boring x slag 67,0 x 66,8 mm 800 mm Compressieverhouding 10,7:1 Type ED, U Totale breedte 760 mm Loodvrije benzine Type KO Brandstof Aanbevolen: 91 RON of hoger Totale hoogte 1.060 mm Wielbasis 1.410 mm...
Pagina 130
0,8 - 0,9 mm Aandrijfkettingwiel Standaard Stationair toerental 1.200 ± 100 omw/min kettingwielmaat Aangedreven tandwiel Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen, API- serviceclassificatie SJ of hoger, met uitzondering van olie die wordt aangeduid Aanbevolen motorolie als "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend", SAE 10W-30, JASO T...
Pagina 131
Specificaties Lampen Zekeringen ■ ■ Koplamp Hoofdzekering 30 A Remlicht/achterlicht Andere zekering 30 A, 15 A, 7,5 A Richtingaanwijzer voor/ parkeerlicht Richtingaanwijzer achter Kentekenplaatverlichting 12 V-5 W...