Pagina 2
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
Pagina 3
De volgende codes in dit instructieboekje ● uw nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen duiden elke bestemming aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type CBR600R3 ED.
Pagina 4
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig is U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL een belangrijke verantwoordelijkheid. OPLOPEN als u de instructies niet Om u te helpen goed geïnformeerde veiligheidsbe- opvolgt.
Pagina 5
Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 20 Onderhoud BLZ. 108 Verhelpen van storingen BLZ. 154 Informatie BLZ. 166 Specificaties BLZ. 181...
Pagina 6
Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 7 Waarschuwingslabels .......... BLZ. 13 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 14 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 18 Accessoires &...
Pagina 7
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen Voordat u gaat rijden Zorg ervoor dat u in goede lichamelijke conditie Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: bent, geconcentreerd bent en niet onder de Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ● invloed van alcohol of drugs verkeert. Zorg ervoor die in dit instructieboekje zijn beschreven.
Pagina 8
Veiligheidsrichtlijnen Rijd defensief Rijd binnen uw grenzen Besteed altijd aandacht aan ander verkeer om u Rijd nooit harder dan u aankunt of sneller dan de heen en veronderstel niet dat andere bestuurders verkeersomstandigheden toestaan. Vermoeidheid u zien. Zorg dat u snel kunt stoppen of een en onoplettendheid kunnen afbreuk doen aan uw uitwijkmanoeuvre kunt maken.
Pagina 9
Veiligheidsrichtlijnen Houd uw Honda in veilige staat Betrokken zijn bij ongevallen Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier Persoonlijke veiligheid is uw eerste prioriteit. Als u dat u het voertuig goed onderhoudt. of iemand anders letsel heeft opgelopen, neem...
Pagina 10
Veiligheidsrichtlijnen WAARSCHUWING Gevaar voor koolmonoxide Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide, een Het laten draaien van de motor van uw kleurloos, reukloos gas. Het inademen van voertuig in een afgesloten of zelfs in koolmonoxide kan bewusteloosheid veroorzaken een gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan en tot uw dood leiden.
Pagina 11
Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere Lees de instructies in de werkplaatshandleiding bieden belangrijke veiligheidsinformatie.
Pagina 12
Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 13
Waarschuwingslabels STICKER RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm Vervolg...
Pagina 14
Waarschuwingslabels WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING Type ED, II ED ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van dit voertuig kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage. • Lees de instructies in het instructieboekje en de montagehandleiding aandachtig door voordat u een accessoire monteert.
Pagina 15
Waarschuwingslabels LABEL BANDENINFORMATIE EN AANDRIJFKETTING Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd. Speling 30 - 40 mm Vervolg...
Pagina 16
Waarschuwingslabels VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw veiligheid. Type GS Type GS BRANDSTOFLABEL Uitsluitend loodvrije benzine ETHANOL tot 10 volumeprocent Superbenzine aanbevolen Type ED, II ED Type ED, II ED BRANDSTOFLABEL Uitsluitend loodvrije benzine ETHANOL tot 10 volumeprocent Research-octaangetal (RON) 95 of hoger...
Pagina 17
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Het niet dragen van een helm verhoogt Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● het risico op ernstig of dodelijk letsel in stuur en uw voeten op de voetsteunen. geval van een botsing. Passagiers moeten zich aan de zadelriem of aan uw ●...
Pagina 18
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Wees voorzichtig op oppervlakken met een ● lage tractie. voor het rijden De banden slippen sneller op dit soort oppervlakken en de remweg is langer. Inrijperiode Vermijd continu remmen. ● Door herhaaldelijk te remmen, zoals bij Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om heuvelafwaarts rijden, kunnen de remmen de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van...
Pagina 19
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Antiblokkeersysteem (ABS) Remmen op de motor Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem Remmen op de motor helpt om de snelheid van (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de uw voertuig te verminderen wanneer u gas remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
Pagina 20
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Laat het voertuig langzaam naar links leunen totdat het Parkeren volle gewicht op de zijstandaard steunt. Parkeer op een stevige, horizontale ● Draai het stuur volledig naar links. ondergrond. Het draaien van het stuur naar rechts Als u op een helling of onverhard terrein moet ●...
Pagina 21
Torque Control biedt mogelijk geen compensatie Honda Selectable Torque Control voor een ruw wegdek of snelle bediening van de Als de Honda Selectable Torque Control (Torque gashendel. Houd altijd rekening met de weg- en Control) wielspin van het achterwiel detecteert...
Pagina 22
Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te installeren die niet specifiek door Honda voor letsel kunt oplopen. uw voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw voertuig Volg alle aanwijzingen in dit aan te brengen.
Pagina 23
Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het rijgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw voertuig. Rijd altijd met een veilige snelheid en nooit sneller dan 130 km/h voor de lading die u Volg alle limieten en richtlijnen voor vervoert.
Pagina 25
Koppelingshendel (BLZ.143) Verstellers uitgaande demping/compressiedemping van voorvering (BLZ.149) (BLZ.150) Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.137) Brandstofvuldop (BLZ.105) Afstelmechanisme voor compressiedemping van achtervering (BLZ.153) Versteller veervoorspanning van achtervering (BLZ.151) Aandrijfketting (BLZ.141) Versteller voor uitgaande demping van achtervering (BLZ.152) Schakelpedaal (BLZ.101) Zijstandaard (BLZ.140) Versteller veervoorspanning van voorvering (BLZ.148)
Pagina 26
Instrumenten Straatmodus Snelheidsmeter Klok (12-uursweergave) Klok instellen: (BLZ.67) Rode zone toerenteller (te hoog motortoerentalbereik) Toerenteller LET OP Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode zone. Een te hoog motortoerental kan de levensduur van de motor nadelig beïnvloeden.
Pagina 27
Versnellingsstandindicator Toont de stand van 1e tot 6e versnelling. "-" verschijnt wanneer er niet goed naar een versnelling is geschakeld. Quick Shifter-indicator Geeft de huidige status van de Quick Shifter weer. : Quick Shifter-systeem is uitgeschakeld. : Quick Shifter opschakelen is ingeschakeld.
Pagina 28
Instrumenten (Vervolg) Circuitmodus Naar de circuitmodus gaan: Houd de toets ingedrukt terwijl uw voertuig stil staat. ● Houd de toets ingedrukt om terug te keren naar de weergave van de straatmodus. Selecteer het menu "CIRCUIT" op het scherm "DISPLAY". ● (BLZ.43) (BLZ.56) Selecteer het menu "STREET"...
Pagina 29
Multi-informatiedisplay Het multi-informatiedisplay kan de koelvloeistoftemperatuurmeter, de rijmodi en de displays INFO 1, INFO 2 en INFO 3 weergeven. Rijmodus Koelvloeistoftemperatuurmeter ( (BLZ.93) (BLZ.26) INFO 3-display (BLZ.39) INFO 1-display INFO 2-display (BLZ.28) (BLZ.31) U kunt de weergave van de rijmodus, INFO1, INFO 2 en INFO 3 op het multi-informatiedisplay wijzigen.
Pagina 30
Instrumenten (Vervolg) Koelvloeistoftemperatuurmeter ( Weergavebereik: 35 °C tot 132 ºC Bij 34 °C of lager wordt "---" weergegeven. ● Tussen 122 °C en 131 °C: ● Het controlelampje voor hoge koelvloeistoftemperatuur gaat branden. Cijfers koelvloeistoftemperatuur knipperen. Boven 132 °C: ● Het controlelampje voor hoge koelvloeistoftemperatuur gaat branden.
Pagina 31
Toets (omhoog) Het multi-informatiedisplay omschakelen Voor het selecteren van het weergavegebied, drukt u herhaaldelijk op de -toets. MODE Het INFO 3-display kan niet worden geselecteerd terwijl de pop-upinformatie wordt weergegeven. (BLZ.84) Als de -toets niet binnen 10 seconden wordt MODE ingedrukt, keert het display terug naar de weergave Toets van de rijmodus.
Pagina 32
Instrumenten (Vervolg) INFO 1-display U kunt het volgende selecteren: • Kilometerteller [TOTAL] TOTAL (BLZ.29) • Ritteller [TRIP A/B] Het INFO 1-display wijzigen Selecteer het INFO 1-display. (BLZ.27) TRIP A (BLZ.29) Druk op de toets (omhoog) of (omlaag) totdat de gewenste indicatie wordt weergegeven.
Pagina 33
Kilometerteller [TOTAL] Ritteller A/B [TRIP A/B] Totale afgelegde afstand. Afstand gereden na het terugstellen van de ritteller. Als "------" wordt weergegeven, ga dan naar uw dealer voor onderhoud. Als "----.-" wordt weergegeven, ga dan naar uw dealer voor onderhoud. De ritteller terugstellen: (BLZ.30) Vervolg...
Pagina 34
Instrumenten (Vervolg) Om de ritteller B terug te zetten, houdt u de De ritteller en het brandstofverbruik -toets ingedrukt terwijl ritteller B wordt van ritteller A terugzetten MODE weergegeven. Voor het samen terugzetten van de ritteller A en het brandstofverbruik van ritteller A houdt u -toets ingedrukt terwijl de ritteller A of MODE Ritteller B...
Pagina 35
INFO 2-display U kunt het volgende selecteren: • Numerieke toerenteller [REV] • Huidig brandstofverbruik [INST. CONS.] • Gemiddeld brandstofverbruik [AVE. CONS.] • Brandstofverbruik ritteller A [TRIP A CONS.] • Gemiddelde snelheid [AVG. SPD.] • Verstreken tijd [ELAPSED] • Beschikbare rijafstand [RANGE] (Alleen in reservebrandstofmodus) •...
Pagina 36
Instrumenten (Vervolg) Numerieke toerentellerdisplay (BLZ.33) Huidig brandstofverbruik (BLZ.33) Gemiddeld brandstofverbruik (BLZ.34) Brandstofverbruik ritteller A (BLZ.35) Gemiddelde snelheid (BLZ.35) Verstreken tijd (BLZ.36) Alleen in reservebrandstofmodus: Beschikbare rijafstand (BLZ.38) (BLZ.36) Resterende hoeveelheid Druk op de toets (omhoog) brandstof (BLZ.37) Druk op de toets (omlaag) Als het waarschuwingslampje laag brandstofniveau gaat branden en de pop-upinformatie laag brandstofniveau wordt weergegeven, schakelt het INFO 3-display automatisch naar de weergave...
Pagina 37
Numerieke toerenteller [REV] Huidig brandstofverbruik [INST. CONS.] Toont het aantal omwentelingen van de motor Toont het huidige brandstofverbruik. per minuut. Weergavebereik: Weergavebereik: 0 tot 17.000 omw/min (tpm) 0,0 tot 99,9 L/100km (km/L , MPG of mile/L) Meer dan 17.000 omw/min (tpm): "17000" Als uw snelheid lager is dan 7 km/h: "--.-"...
Pagina 38
Instrumenten (Vervolg) Gemiddeld brandstofverbruik [AVG. Het gemiddelde brandstofverbruik CONS.] terugzetten Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds Houd de -toets ingedrukt terwijl het MODE het terugstellen van het gemiddelde gemiddelde brandstofverbruik wordt brandstofverbruik. weergegeven. Weergavebereik: 0,0 tot 99,9 L/100km (km/L , MPG of mile/L) Gemiddeld Boven 99,9 L/100km: "--.-"...
Pagina 39
Brandstofverbruik ritteller A [TRIP A Gemiddelde snelheid[AVG. SPD.] CONS.] Toont de gemiddelde snelheid sinds het starten Toont het brandstofverbruik voor ritteller A van de motor. sinds het terugstellen van ritteller A. Weergavebereik: Weergavebereik: 0 tot 299 km/h (0 tot 186 mph) 0,0 tot 300,0 L (liter) of 0,0 tot 300,0 GAL Beginweergave: "---"...
Pagina 40
Instrumenten (Vervolg) Verstreken tijd [ELAPSED] Beschikbare rijafstand [RANGE] (alleen in Toont de bedrijfstijd sinds het starten van de reservebrandstofmodus) Als het waarschuwingslampje laag brandstofniveau motor. gaat branden en de pop-upinformatie laag Weergavebereik: brandstofniveau verschijnt, wordt de geschatte 00:00 tot 99:59 (uren:minuten) beschikbare rijafstand aangegeven.
Pagina 41
Resterende hoeveelheid brandstof Als "-.-" wordt weergegeven in andere dan de [REMAIN] (alleen in reservebrandstof- bovenvermelde gevallen, ga dan naar uw dealer modus) voor onderhoud. Als het waarschuwingslampje laag brandstofniveau gaat branden en de pop- upinformatie laag brandstofniveau verschijnt, kan de geschatte resterende hoeveelheid brandstof worden geselecteerd.
Pagina 42
Instrumenten (Vervolg) Reservebrandstofmodus Pop-upinformatie laag brandstofniveau Als het waarschuwingslampje laag brandstofniveau gaat branden en de pop- upinformatie laag brandstofniveau verschijnt, wordt de beschikbare rijafstand aangegeven en kan de resterende hoeveelheid brandstof worden geselecteerd. U moet zo snel mogelijk bijtanken. Beschikbare Waarschuwingslampje Resterende hoeveelheid brandstof in de rijafstand...
Pagina 43
INFO 3-display Het INFO 3-display wijzigen Selecteer het INFO 3-display. U kunt het volgende selecteren: (BLZ.27) Druk op de toets (omhoog) of • CBR-logo (omlaag) totdat het gewenste display wordt • Ingestelde waarde schakelindicator [REV IND NE] weergegeven. • Hoek gashendel [GRIP ANGLE] Druk op de MODE -toets.
Pagina 44
Instrumenten (Vervolg) CBR-logo Hoek gashendel [GRIP ANGLE] Toont het CBR-logo. Toont de hoek van de gashendel tijdens het gebruik. Ingestelde waarde schakelindicator Als "--" wordt weergegeven, ga dan naar uw [REV IND NE] dealer voor onderhoud. Toont de ingestelde waarde van de schakelindicator.
Pagina 45
Datum [DATE] User letter Toont de huidige datum. Toont de tekens die de gebruiker heeft Weergavebereik: gekozen. Dag van de week: MON tot SUN DAG: 1 tot 31 Maand: JAN tot DEC Jaar: 2010 tot 2099 Het instellen van de USER LETTER: (BLZ.61) Blanco display De datum instellen:...
Pagina 46
Instrumenten (Vervolg) Instelmodus GENERAL ● (BLZ.66) Datum en klok instellen U kunt het volgende doen: Meeteenheid instellen FUNCTION ● (BLZ.45) Naar fabrieksinstelling terugzetten Instelling Quick Shifter SERVICE ● (BLZ.74) HISS instellen Volgende inspectieschema controleren LAP TIME ● (BLZ.52) QUICK SHIFTER Rondetijd controleren "INITIALIZE”...
Pagina 47
Selecteer een menu door de toets Naar de instelmodus gaan (omhoog) of (omlaag) in te drukken en Houd terwijl het voertuig stil staat de toets druk op de -toets. MODE (omhoog) of MODE Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt tot het hoofdmenu wordt (omlaag) ingedrukt om snel door het menu te weergegeven.
Pagina 48
Instrumenten (Vervolg) Druk op de -toets Normale weergave MODE Houd de toets MODE (omhoog) of (omlaag) ingedrukt FUNCTION (BLZ.45) Druk op de toets (omhoog) Druk op de toets (omlaag) LAP TIME (BLZ.52) De instelling beëindigen DISPLAY (BLZ.55) Selecteer het menu "EXIT" op het scherm van het hoofdmenu of houd de toets MODE GENERAL (BLZ.66)
Pagina 49
FUNCTION "FUNCTION" wordt geselecteerd FUNCTION Menu FUNCTION instellen Selecteer het menu "FUNCTION" op het scherm van het hoofdmenu. (BLZ.43) QUICK SHIFTER (BLZ.46) Selecteer een menu door de toets (omhoog) of (omlaag) in te drukken en HISS INDICATOR druk op de -toets.
Pagina 50
Instrumenten (Vervolg) Instelling beëindigen QUICK SHIFTER Selecteer de toets (terug) op het U kunt de instelling van de Quick Shifter menuscherm. De weergave keert terug naar het wijzigen. menu "QUICKSHIFTER" op het scherm "FUNCTION". • UP: Selecteren van "ON" (activeren) of "OFF" De Quick Shifter gebruiken (BLZ.102) (deactiveren) voor opschakelen...
Pagina 51
Selecteer "ON" (activeren) of "OFF" U kunt "ON" (activeren) of "OFF" (deactiveren) (deactiveren) met de toets (omhoog) kiezen voor het opschakelen met de Quick (omlaag). Shifter. Selecteer "UP" met de toets (omhoog) (omlaag) en druk op de -toets. MODE Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt om snel door het menu te gaan.
Pagina 52
Instrumenten (Vervolg) DOWN Selecteer "ON" (activeren) of "OFF" U kunt "ON" (activeren) of "OFF" (deactiveren) (deactiveren) met de toets (omhoog) kiezen voor het terugschakelen met de Quick (omlaag). Shifter. Selecteer "DOWN" met de toets (omhoog) of (omlaag) en druk op de -toets.
Pagina 53
UP LVL Selecteer één van de drie niveaus met de toets U kunt de belasting op het schakelpedaal voor (omhoog) of (omlaag). het activeren van de Quick Shifter bij het Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt om snel door opschakelen selecteren.
Pagina 54
Instrumenten (Vervolg) DOWN LVL Selecteer één van de drie niveaus met de toets U kunt de belasting op het schakelpedaal voor (omhoog) of (omlaag). het activeren van de Quick Shifter bij het Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt om snel door terugschakelen selecteren.
Pagina 55
HISS-CONTROLELAMPJE U kunt de knipperfunctie selecteren of het HISS- controlelampje uitschakelen. Selecteer "ON" (knipperen) of "OFF" (uit) met de toets (omhoog) of (omlaag). Druk op de MODE -toets. Het HISS- controlelampje is ingesteld en de weergave keert terug naar het hoofdmenu. Vervolg...
Pagina 56
Instrumenten (Vervolg) LAP TIME "LAP TIME" wordt geselecteerd Menu LAP TIME instellen LAP TIME Selecteer het menu "LAP TIME" op het scherm van het hoofdmenu. (BLZ.43) Selecteer het menu door op de toets LAP DATA (BLZ.53) (omhoog) of (omlaag) te drukken en druk op de -toets.
Pagina 57
deceleratie, maximale overhelling naar links en LAP DATA maximale overhelling naar rechts op de toets De geschiedenis van de geregistreerde rondetijd en -informatie wordt weergegeven. Druk op de -toets om de weergave van MODE Druk voor de weergave van andere ronde- de rondetijdgeschiedenis te beëindigen.
Pagina 58
Instrumenten (Vervolg) CLEAR DATA Selecteer "NO" (niet wissen) of "YES" (wissen) met de toets (omhoog) of (omlaag). Druk op de MODE -toets. De weergave keert terug naar het hoofdscherm. De rondetimer gebruiken (BLZ.80)
Pagina 59
DISPLAY "DISPLAY" wordt geselecteerd Menu DISPLAY instellen DISPLAY Selecteer het menu "DISPLAY" op het scherm van het hoofdmenu. (BLZ.43) DISPLAY MODE (BLZ.56) Selecteer het menu door op de toets (omhoog) of (omlaag) te drukken en druk op de -toets. MODE SHIFT INDICATOR (BLZ.58) De instelling beëindigen BRIGHTNESS (BLZ.59)
Pagina 60
Instrumenten (Vervolg) DISPLAY MODE Als "MECHANIC" is geselecteerd Druk op de -toets. De monteursmodus MODE Selecteer "STREET", "MECHANIC" of "CIRCUIT" wordt beëindigd, en vervolgens keert de met de toets (omhoog) of weergave terug naar het hoofdscherm. (omlaag). De displaymodus keert terug naar de eerder geselecteerde modus.
Pagina 61
Monteursmodus Positie gashendel Toont de huidige informatie over het voertuig. Toerenteller Versnelling Toont de volgende informatie: Toerenteller ● Versnelling ● Positie gashendel ● Koelvloeistoftemperatuur ● Accuspanning ● Accuspanning Koelvloeistoftemperatuur Vervolg...
Pagina 62
Instrumenten (Vervolg) SHIFT INDICATOR MODE Druk op de -toets. De schakelindicator is ingesteld en de weergave keert terug naar het U kunt de instelling van de schakelindicator hoofdmenu. wijzigen. Selecteer "OFF" (deactiveren) of een motortoerental waarbij de schakelindicatoren gaan knipperen met de toets (omhoog) of (omlaag).
Pagina 63
BRIGHTNESS U kunt de helderheid van de schermverlichting aanpassen tot één van de acht niveaus of de automatische aanpassing selecteren. Automatische helderheidsregeling (BLZ.171) Selecteer "AUTO" (automatische aanpassing) of het helderheidsniveau met de toets (omhoog) of (omlaag). Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt om snel door het menu te gaan.
Pagina 64
Instrumenten (Vervolg) BACKGROUND U kunt de instelling van de achtergrond instellen op één van de vier categorieën of de automatische aanpassing selecteren. Selecteer "AUTO", "WHITE", "BLACK", "METALLIC" of "CARBON" met de toets (omhoog) of (omlaag). Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt om snel door het menu te gaan.
Pagina 65
USER LETTER U kunt zelf 10 tekens kiezen. Selecteer het eerste teken door de toets omhoog) of (omlaag) in te drukken totdat het gewenste teken wordt weergegeven Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt om snel door het menu te gaan. Een lijst met tekens die kunnen worden Druk op de MODE...
Pagina 66
Instrumenten (Vervolg) De instelling beëindigen FAVORITE Selecteer de toets (terug) op het U kunt de aanduidingen in INFO 1, INFO 2 en menuscherm. De weergave keert terug naar het INFO 3 wijzigen in de volgende informatie door menu "FAVORITE" op het scherm van menu op de -toets te drukken als de straatmodus "DISPLAY".
Pagina 67
INFO 1 Selecteer "TOTAL", "TRIP A" of "TRIP B" met de U kunt "TOTAL," "TRIP A" of "TRIP B" selecteren toets (omhoog) of (omlaag). voor INFO 1. Houd de toets (omhoog) of (omlaag) ingedrukt om snel door Selecteer "INFO 1" met de toets het menu te gaan.
Pagina 68
Instrumenten (Vervolg) INFO 2 Selecteer "REV", "INST.CONS.", "AVG.CONS.", U kunt "REV", "INST.CONS.", "AVG.CONS.", "TRIP A CONS.", "AVG.SPD." of "ELAPSED" met "TRIP A CONS.", "AVG.SPD." of "ELAPSED" de toets (omhoog) of (omlaag). selecteren voor INFO 2. Houd de toets (omhoog) of Selecteer "INFO 2"...
Pagina 69
INFO 3 Selecteer "CBR LOGO", "REV IND NE", "GRIP U kunt "CBR LOGO", "REV IND NE", "GRIP ANGLE", "VOLTAGE", "DATE", "USER LETTER" ANGLE", "VOLTAGE", "DATE", "USER LETTER" of of leeg scherm met de toets (omhoog) (omlaag). leeg scherm selecteren voor INFO 3. Houd de toets (omhoog) of Selecteer "INFO 3"...
Pagina 70
Instrumenten (Vervolg) GENERAL "GENERAL" wordt geselecteerd GENERAL Menu GENERAL instellen Selecteer "GENERAL" in het hoofdmenu. (BLZ.43) DATE & TIME (BLZ.67) Selecteer een menu door de toets (omhoog) of (omlaag) in te drukken en druk op de -toets. MODE UNITS (BLZ.68) De instelling beëindigen RESTORE DEFAULT (BLZ.72) Selecteer het menu...
Pagina 71
DATE & TIME Druk op de MODE -toets. De cursor gaat naar de weergave van de datum. Druk op de toets (omhoog) of Druk op de toets (omhoog) of (omlaag) (omlaag) totdat het gewenste tiental van het totdat de gewenste datum wordt weergegeven. jaar wordt weergegeven.
Pagina 72
Instrumenten (Vervolg) brandstofverbruik, brandstofverbruik ritteller A, UNITS gemiddelde snelheid, beschikbare rijafstand en U kunt de eenheid van de snelheid en resterende hoeveelheid brandstof worden afgelegde afstand en van de gewijzigd in het menu "SPEED". brandstofverbruiksmeter wijzigen. De eenheden van huidig brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik en resterende Eenheden instellen hoeveelheid brandstof worden gewijzigd in het...
Pagina 73
Eenheid snelheid en afgelegde afstand De eenheid van het huidige ● [SPEED] brandstofverbruik en het gemiddelde brandstofverbruik is "L/100km" of "km/L". Selecteer "km/h" of "mph" met de toets De eenheid van het brandstofverbruik (omhoog) of (omlaag). ● ritteller A en de resterende hoeveelheid Druk op de MODE -toets.
Pagina 74
Instrumenten (Vervolg) Eenheid van brandstofverbruiksmeter Als "L/100 km" is geselecteerd [FUEL CONS.] De eenheid van het huidige ● brandstofverbruik en het gemiddelde Als "km/h" in menu "SPEED" is geselecteerd brandstofverbruik is "L/100 km". Selecteer "L/100 km" of "km/L" met de toets De eenheid van het brandstofverbruik ritteller A en (omhoog) of (omlaag).
Pagina 75
Als "mile/L" is geselecteerd De eenheid van het huidige ● brandstofverbruik en het gemiddelde brandstofverbruik is "mile/L". De eenheid van het brandstofverbruik ● ritteller A en de resterende hoeveelheid brandstof is "L". Vervolg...
Pagina 76
Instrumenten (Vervolg) RESTORE DEFAULT Selecteer "NO" (niet terugzetten) of "YES" (terugzetten) met de toets (omhoog) De ingestelde waarde kan worden teruggezet (omlaag) in het bevestigingsscherm. op de standaardinstelling. Als "NO" is geselecteerd Selecteer "NO" (niet terugzetten) of "YES" Druk op de -toets.
Pagina 77
Standaard instelwaarden: MODE Selecteer "EXIT" door op de -toets te LAP DATA: Gewist drukken. ● DISPLAY MODE: STREET ● SHIFT INDICATOR: OFF ● BRIGHTNESS: AUTO ● BACK GROUND: AUTO ● USER LETTER: CBR600RR ● FAVORITE: TOTAL, REV, CBR LOGO ● SPEED UNIT: km/h ●...
Pagina 78
Instrumenten (Vervolg) SERVICE "SERVICE" wordt geselecteerd SERVICE Menu SERVICE instellen Selecteer het menu "SERVICE" op het scherm van het hoofdmenu. (BLZ.43) MAINTENANCE Selecteer het menu door op de toets (BLZ.75) (omhoog) of (omlaag) te drukken en druk op de -toets. MODE QUICK SHIFTER (BLZ.78)
Pagina 79
Weergavebereik: MAINTENANCE DISTANCE: U kunt het tijdstip van de volgende inspectie Volgende periodieke inspectie: controleren en de instelling van de volgende -12000 tot +99900 km inspectie wijzigen. (-8000 tot +99950 mile) Volgende verversing motorolie: -6000 tot +99980 km (-4000 tot +99980 mile) Meer dan 0 km (mile): "-"...
Pagina 80
Instrumenten (Vervolg) Als een van de volgende gevallen zich voordoet, verschijnt de pop-upinformatie in de normale weergave. (BLZ.84) "-500 km" of "-300 mile" tot de volgende ● periodieke inspectie "-100 km" of "-60 mile" tot de volgende ● olieverversing Eén maand voor de ingestelde maand ●...
Pagina 81
Volgende inspectie instellen Selecteer " " (periodieke inspectie) of " " (motorolie verversen) met de toets (omhoog) of (omlaag). Druk op de toets (omhoog) of (omlaag) totdat de gewenste afstandswaarde wordt weergegeven. Beschikbaar instellingsbereik voor periodieke inspectie: MODE Houd de -toets ingedrukt tot de waarde 100 tot 12.000 km (100 tot 8.000 mile) "DISTANCE"...
Pagina 82
Instrumenten (Vervolg) MODE QUICK SHIFTER Druk op de -toets. De cursor gaat naar de weergave van de maand. "INITIALIZE" en "EQUIPMENT" worden Druk op de toets (omhoog) of weergegeven, maar kunnen niet worden (omlaag) totdat de gewenste maand geselecteerd. wordt weergegeven. Druk op de MODE -toets.
Pagina 83
SPORTS KIT ECU "SPORTS KIT ECU USAGE" wordt weergegeven, maar kan niet worden gebruikt. Druk op de -toets om terug te keren MODE naar het hoofdmenu. Vervolg...
Pagina 84
Instrumenten (Vervolg) Rondetimer U kunt de geregistreerde rondetijdgegevens controleren en wissen in de instelmodus. U kunt de rondetijd registreren in de (BLZ.52) (BLZ.53) circuitmodus. (BLZ.24) Tijd vorige ronde Best-pictogram Nummer vorige ronde (wordt weergegeven als de snelste rondetijd wordt weergegeven.) Rondenummer Rondetijd Tijdstempel...
Pagina 85
De rondetijdgegevens omvatten rondetijd, Maximale rijsnelheid: maximale rijsnelheid, maximaal motortoerental, 0 tot 299 km/h (0 tot 186 mph) maximale koelvloeistoftemperatuur, maximale acceleratie, maximale vertraging, maximale Maximaal toerental: overhelling naar links en maximale overhelling 0 tot 20.000 omw/min (tpm) naar rechts. Maximale koelvloeistoftemperatuur: Weergavebereik: -40 tot 150 °C...
Pagina 86
Instrumenten (Vervolg) Rondetijd meten Om de rondetijden vast te leggen, drukt u bij elke ronde op de -toets. Houd de -toets ingedrukt of selecteer het De stopwatch gaat dan naar de weergave menu "CIRCUIT" op het scherm "DISPLAY van het verschil met de beste rondetijd. MODE".
Pagina 87
De meting opnieuw starten Tijd vorige ronde Druk nogmaals op de -toets. De stopwatch begint opnieuw te meten. Nummer vorige ronde De meting begint vanaf de volgende ronde. Rondetijd controleren of wissen Selecteer het menu "LAP TIME" in de instelmodus. (BLZ.52) (BLZ.54) Verschil met de beste rondetijd Om de meting te beëindigen, houdt u de...
Pagina 88
Instrumenten (Vervolg) Pop-upinformatie Als er een probleem is met het PGM-FI-systeem van uw voertuig, wordt de storingsinformatie In het volgende geval veranderen het INFO 3- met prioriteit boven andere informatie display of het INFO 3-display en de weergegeven. koelvloeistoftemperatuurmeter in een pop- upinformatiedisplay.
Pagina 89
Onderhoudsinformatie Indicatie Verklaring Oplossing Als de periodieke inspectie van uw Laat uw voertuig door uw dealer voertuig nadert. inspecteren. Als de olie van uw voertuig Ververs de motorolie. binnenkort ververst moet worden. Nuttige informatie Indicatie Verklaring Oplossing Als de zijstandaard omlaag Klap de zijstandaard omhoog.
Pagina 90
Controlelampjes Als één van deze controlelampjes niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer controleren op problemen. Indicator Torque Control UIT Gaat branden als Torque Control wordt uitgeschakeld. Schakelindicatoren (BLZ.89) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet.
Pagina 91
Controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als het gaat branden tijdens het rijden: (BLZ.156) ABS (antiblokkeersysteem)-indicator Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Gaat uit bij een snelheid van ongeveer 10 km/h.
Pagina 92
Controlelampjes (Vervolg) HESD-indicator (Honda Elektronische Stuurdemper) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als deze gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.159) PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet.
Pagina 93
Schakelindicatoren Voorbeeld ingestelde waarde: 11.600 omw/min De schakelindicatoren branden of knipperen (tpm) door de omwentelingen van de motor. De 0 tot 10.800 omw/min (tpm) eerste indicator gaat branden als het Alle indicatoren gaan uit motortoerental tot 800 omw/min (tpm) onder 10.800 omw/min (tpm) een vooraf ingesteld toerental komt.
Pagina 94
Schakelaars -toets Rondetimer bedienen Claxonknop Alarmknipperlichtschakelaar Richtingaanwijzerschakelaar Kan op uit of aan worden gezet wanneer de Door op de schakelaar te contactschakelaar in de stand (On) staat. drukken, wordt de richtingaanwijzer uitgeschakeld. Dimlichtschakelaar/Passeerlichtschakelaar • : Grootlicht • : Dimlicht • : Knipperen met het grootlicht.
Pagina 95
Contactschakelaar (On) Schakelt het elektrische systeem Schakelt het elektrische systeem in/uit, in voor het starten/rijden. vergrendelt het stuur. De sleutel kan in de stand (Off) of (Off) (Lock) worden verwijderd. Schakelt de motor uit. (Lock) Vergrendelt het stuur. Motorstopschakelaar/ Starttoets Moet normaal in de stand (Run) blijven staan.
Pagina 96
Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links. diefstal te voorkomen. Duw de sleutel omlaag en zet de Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars contactschakelaar in de stand (Lock). wordt ook aanbevolen. Draai het stuur als het stuur moeilijk vergrendeld kan worden.
Pagina 97
Rijmodus U kunt de rijmodus wijzigen. Huidige rijmodus De rijmodus bestaat uit de volgende parameters. P: Niveau motorvermogen T: Niveau Torque Control W: Wheelie Control-niveau EB: Niveau motorrem EB-waarde Als "-" wordt weergegeven, ga dan naar uw W-waarde dealer voor onderhoud. T-waarde P-waarde Vervolg...
Pagina 98
Rijmodus (Vervolg) Rijmodus heeft vijf modi. MODE 1, MODE 2 en MODE 3 Beschikbare rijmodi: MODE 1, MODE 2, MODE MODE 1 is geschikt voor rijden op het circuit. MODE 2 is geschikt voor rijden op bochtige 3, USER 1 en USER 2. wegen.
Pagina 99
P-waarde (niveau motorvermogen) W-waarde (Wheelie Control-niveau) P-waarde heeft vijf instelniveaus. W-waarde heeft vier instelniveaus. Beschikbaar instelbereik: 1 tot 5 Beschikbaar instelbereik: 1 tot 3 Niveau 1 geeft het meeste vermogen. Niveau 1 is het minimale Wheelie Control-niveau. Niveau 5 geeft het minste vermogen. Niveau 3 is het maximale Wheelie Control- niveau.
Pagina 100
Rijmodus (Vervolg) Rijmodus selecteren MODE 1 Breng het voertuig tot stilstand. Selecteer de rijmodusweergave. (BLZ.27) Druk op de toets (omhoog) of MODE 2 (omlaag) terwijl de gashendel volledig gesloten is. Toets (omhoog) MODE 3 USER 1 USER 2 Toets (omlaag) -toets MODE Druk op de toets...
Pagina 101
Rijmodus instellen Druk op de -toets (omhoog) of U kunt de waarden van P, T, W en EB wijzigen -toets (omlaag) totdat de gewenste bij USER 1 en USER 2 van de rijmodus. waarde wordt weergegeven. Druk op de MODE -toets tot EB-waarde is geselecteerd.
Pagina 102
Rijmodus (Vervolg) Druk op de -toets MODE Houd de -toets ingedrukt MODE Druk op de toets (omhoog) Druk op de toets (omlaag) Houd de toets (omlaag) ingedrukt...
Pagina 103
Motor starten Start de motor volgens de volgende procedure, Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de ongeacht of de motor koud of warm is. stand (Run) staat. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Zet de transmissie in de neutraalstand -indicator gaat branden).
Pagina 104
Motor starten (Vervolg) Als u de motor niet kunt starten: Als de motor niet start: Draai de gashendel iets open (ongeveer 3 mm a Open de gashendel volledig en druk zonder speling) bij het starten van de motor. gedurende 5 seconden op de startknop. De motor start op dit moment niet.
Pagina 105
Schakelen De transmissie van uw voertuig is uitgerust met 6 vooruitversnellingen in een schakelpatroon van één omlaag, vijf omhoog. Als u het voertuig in de versnelling zet met een omlaag geklapte zijstandaard, wordt de motor uitgeschakeld. Vervolg...
Pagina 106
Schakelen (Vervolg) Quick Shifter De Quick Shifter kan afzonderlijk ON ● Dit systeem maakt zeer snel op- en (activeren) en OFF (deactiveren) worden terugschakelen zonder bediening van de geschakeld. Ook kan de belasting op het koppeling en gashendel mogelijk. schakelpedaal voor het activeren van de Dit systeem werkt niet bij opschakelen met de Quick Shifter worden aangepast tijdens op- gashendel dicht.
Pagina 107
Noodstopsignaal Het noodstopsignaal wordt ingeschakeld wanneer het Het noodstopsignaal stopt met werken als: systeem detecteert dat u hard remt bij een snelheid U de remmen loslaat. ● van ongeveer 50 km/h of hoger om Het ABS wordt uitgeschakeld. ● achteropkomende bestuurders via snel knipperende Het afremmen van uw voertuig wordt ●...
Pagina 108
Noodstopsignaal (Vervolg) Het noodstopsignaal is geen systeem dat een mogelijke botsing van achteren door te hard remmen voorkomt. Het is altijd raadzaam om hard remmen te voorkomen, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Het noodstopsignaal werkt niet wanneer de schakelaar voor de alarmknipperlichten is ingedrukt.
Pagina 109
Tanken Open de afdekkap van het slot, steek de Contactsleutel Niveauplaatje contactsleutel in het slot en draai deze naar rechts om de brandstofvuldop te openen. Brandstofvuldop sluiten Druk na het tanken op de brandstofvuldop tot deze vastklikt. Verwijder de contactsleutel en sluit de afdekkap van het slot. Afdekkap van slot De contactsleutel kan niet worden verwijderd als Brandstofvuldop...
Pagina 110
Opberguitrusting Helmhouders WAARSCHUWING Onder het duozadel zitten de helmhouder en Rijden met een helm die aan de houder helmbevestigingskabel (in de gereedschapsset). is bevestigd, kan invloed hebben op het veilige gebruik van uw voertuig en Helmhouder leiden tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 111
Gereedschapsset/documentzakje De gereedschapsset en het documentzakje bevinden zich onder het duozadel. Gereedschapsset Documentzakje Duozadel verwijderen (BLZ.132)
Pagina 112
Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg "Specificaties" voor servicegegevens. BLZ. 109 BLZ. 140 Het belang van onderhoud ......Zijstandaard ............BLZ. 110 BLZ. 141 Onderhoudsschema ........Aandrijfketting ..........BLZ. 115 BLZ. 143 Standaardonderhoud........
Pagina 113
Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u Het goed onderhouden van uw voertuig is onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de absoluut essentieel voor uw veiligheid en het benodigde gereedschappen, onderdelen en beschermen van uw investering, optimale vaardigheden beschikt.
Pagina 114
Honda door geschoolde en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze uw voertuig te laten maken na het uitvoeren van vereisten.
Pagina 115
Type ED, II ED Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Regelmatig Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 115 × 1000 mijl Honda Diagnostic System – Brandstofleiding – Brandstofniveau Werking van de gashendel Luchtfilter – Bougie – Klepspeling – Motorolie –...
Pagina 116
Onderhoudsschema Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Regelmatig Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 115 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1000 km: Glijblok aandrijfketting Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar – Koppelingssysteem Zijstandaard Vering Moeren, bouten, –...
Pagina 117
Frequentie voor het Jaarlijkse Regelmatig Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 115 × 1000 mijl Honda Diagnostic System – Brandstofleiding – Brandstofniveau Werking van de gashendel Luchtfilter – Bougie Elke 24.000 km: , Elke 48.000 km: –...
Pagina 118
Onderhoudsschema Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Regelmatig Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 115 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1000 km: Glijblok aandrijfketting Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar – Koppelingssysteem Zijstandaard Vering Moeren, bouten, –...
Pagina 119
Standaardonderhoud Aandrijfketting - Controleer staat en speling, Inspectie voor het rijden ● indien nodig afstellen en smeren BLZ. 141 Met het oog op de veiligheid bent u Remmen − Werkingscontrole; ● verantwoordelijk om een controle voor het rijden Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil uit te voeren en alle vastgestelde problemen te en de remblokken op slijtage BLZ.
Pagina 120
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Onderdelen vervangen Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of Het monteren van andere onderdelen gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid dan Honda-onderdelen kan uw en veiligheid te waarborgen. voertuig onveilig maken en een botsing veroorzaken waarbij u ernstig of Type ED, II ED dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 121
Standaardonderhoud Accu Dit symbool op de accu duidt aan dat het product niet met het huishoudelijk Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije afval mag worden afgevoerd. accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te controleren en geen gedistilleerd water toe te LET OP voegen.
Pagina 122
BLZ. 127 Het monteren van elektrische accessoires van Als de polen door corrosie zijn aangetast en andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische met een witte aanslag zijn bedekt, moeten ze systeem overbelasten, de accu doen ontladen en met warm water worden gewassen en mogelijk het systeem beschadigen.
Pagina 123
Motorolie kiezen Doorgebrande Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. zekering BLZ. 182 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MA ●...
Pagina 124
De API-classificatie vermeldt de kwaliteit en Aanbevolen remvloeistof: prestatiegraad van motorolie. Gebruik SJ of Honda DOT 4-remvloeistof of hogere olie, met uitzondering van olie aangeduid gelijkwaardig als "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend" op het ronde API-servicesymbool.
Pagina 125
Standaardonderhoud Als de ketting niet soepel beweegt, vreemde Reiniging en smering geluiden voortbrengt, beschadigde spanrollen Reinig de ketting en kettingwielen na het heeft of losse pennen of ontbrekende O-ringen of inspecteren van de speling terwijl u het achterwiel knikken, laat de ketting dan door uw dealer draait.
Pagina 126
Standaardonderhoud Gebruik geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, Aanbevolen koelvloeistof staalborstel, vluchtig oplosmiddel zoals benzine en Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde wasbenzine, schurend reinigingsmiddel, oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd kettingreiniger of smeermiddel dat NIET speciaal water. ontworpen is voor O-ringkettingen aangezien deze de rubberen O-ringafdichtingen kunnen Concentratie: beschadigen.
Pagina 127
Standaardonderhoud Controleren op beschadiging Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren Controleer de banden op sneden, scheuren of Controleer uw banden met het blote oog en barsten die de gebruik een bandenspanningsmeter om de koordlaag van de band bandenspanning ten minste één keer per maand zichtbaar maken of te meten of wanneer u constateert dat de spijkers of andere...
Pagina 128
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Profieldiepte controleren Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u Om veilig te kunnen rijden moet u de banden vervangen wanneer de minimale profieldiepte is ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 129
Laat het wiel, na montage van de band, ● instructieboekje. balanceren met originele wielbalanceergewichten van Honda of gelijkwaardig. Installeer geen binnenband in een tubeless ● band op dit voertuig. De binnenband kan extreem heet worden en klappen.
Pagina 130
Gereedschap De gereedschapsset bevindt zich onder het duozadel. BLZ. 107 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. 5 mm inbussleutel ● 3 mm inbussleutel ● Zekeringtrekker ● Helmbevestigingskabel ●...
Pagina 131
Demontage en montage van onderdelen Accu Koppel de minpool - los van de accu. Koppel de pluspool + los van de accu. Accu Verwijder de accu en pas op dat u de Rubberen band moeren van de accupolen niet laat vallen. Installeren Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage.
Pagina 132
Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Installeren Verwijderen Duw tegen de onderkant van de centreerstift. Plaats de clip in de uitsparing. Druk op de centreerstift om de Druk op de centreerstift om de clip te vergrendeling los te maken. vergrendelen.
Pagina 133
Demontage en montage van onderdelen Bestuurderszadel Bestuurderszadel Demontage Trek de achterste hoeken van het bestuurderszadel omhoog en verwijder Bevestigingsbouten de bevestigingsbouten. Trek het bestuurderszadel naar achteren Bestuurderszadel en omhoog. Montage Steek de lip in de uitsparing. Breng de bevestigingsbouten aan en draai ze stevig vast.
Pagina 134
Demontage en montage van onderdelen Middelste kuipdeel rechts Middelste kuipdeel rechts Verwijder de bevestigingspennen en de lip uit de frameafdekking. Verwijder de lip uit de winglet. Verwijderen Verwijder de bouten A en bout B. Frameafdekking Winglet Verwijder de clips A en B. BLZ.
Pagina 135
Demontage en montage van onderdelen Middelste kuipdeel rechts Installeren Verwijder de haak en de lippen van de onderste afdekking van de inlaat. Monteer het middelste kuipdeel rechts in Verwijder vervolgens het middelste omgekeerde volgorde van het kuipdeel rechts. demonteren. Onderste afdekking inlaat Haak Lippen Middelste kuipdeel rechts...
Pagina 136
Demontage en montage van onderdelen Duozadel Duozadel Demontage Steek de contactsleutel in het zadelslot. Bevestigingspennen Duozadel Draai hem naar rechts en trek het Zadelhaak duozadel naar voren en omhoog. Montage Steek de bevestigingspennen in de zadelhaak en de geleidehaken. Duw naar beneden op het voorste Geleidehaken gedeelte van het duozadel.
Pagina 137
Motorolie Motorolie controleren Olievuldop Oliepeil- Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair kijkglas draaien als de motor koud is. Bovenste Zet de contactschakelaar in de stand (Off) niveau en wacht 2 tot 3 minuten. Plaats uw voertuig rechtop op een stevige en horizontale ondergrond.
Pagina 138
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen Plaats de olievuldop terug en controleer of deze goed vastzit. Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij LET OP het onderste merkstreepje bevindt, moet u Het te vol vullen met olie of het rijden met de aanbevolen motorolie bijvullen.
Pagina 139
Koelvloeistof Koelvloeistof controleren UPPER-niveau Dop van expansiereservoir Controleer het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir terwijl de motor koud is. Plaats uw voertuig op een stevige en horizontale ondergrond. Houd uw voertuig rechtop. Controleer of het koelvloeistofniveau zich tussen het UPPER- en LOWER-merk- streepje in het expansiereservoir bevindt.
Pagina 140
Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen Koelvloeistof toevoegen WAARSCHUWING Als de radiateurdop wordt verwijderd Als het koelvloeistofniveau onder het terwijl de motor heet is, kan er LOWER-merkstreepje staat, vul dan bij met koelvloeistof uit spuiten waardoor de aanbevolen koelvloeistof ( BLZ. 122) tot mogelijk brandwonden worden aan het UPPER-merkstreepje.
Pagina 141
Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau in een reservoir zich onder het LOWER-merkstreepje bevindt of Plaats uw voertuig rechtop op een stevige de speling van de remhendel en het en horizontale ondergrond. rempedaal buitensporig is. Controleer of het remvloeistofreservoir Als de remblokken niet zijn versleten, is er horizontaal staat en of het vloeistofniveau...
Pagina 142
Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor voorkant van de remklauw. Inspecteer altijd zowel de linker- als Controleer de staat van de remblokslijtage- rechterremklauw. indicatoren. Inspecteer de remblokken vanaf De remblokken moeten worden Achter Voor de rechter achterzijde van het voertuig. vervangen als een remblok tot aan de Laat de remblokken indien nodig door uw onderkant van de indicator versleten is.
Pagina 143
Remmen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar Controleer de werking van de remlichtschakelaar. Houd de remlichtschakelaar vast en draai de stelmoer in richting A als de schakelaar te laat in werking treedt of in richting B als de schakelaar te vroeg in werking treedt. Stelmoer...
Pagina 144
Zijstandaard Zijstandaard controleren Start de motor, trek de koppelingshendel in en zet de transmissie in de versnelling. Klap de zijstandaard volledig omlaag. De motor moet afslaan wanneer u de zijstandaard omlaag klapt. Laat uw voertuig inspecteren door uw dealer als de motor niet afslaat.
Pagina 145
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting inspecteren Aandrijfketting Controleer de speling van de aandrijfketting op verschillende punten langs de ketting. Als de speling niet constant is op alle punten, kunnen sommige schakels vervormd zijn en vastlopen. Laat de ketting door uw dealer inspecteren. Zet de transmissie in de neutraalstand.
Pagina 146
Aandrijfketting Glijblok van aandrijfketting controleren Glijblok van aandrijfketting controleren Controleer de staat van het glijblok van de Slijtagegrens aandrijfketting. Het glijblok van de aandrijfketting moet worden vervangen als het tot de slijtagegrens is versleten. Laat het glijblok van de aandrijfketting indien nodig door uw dealer vervangen.
Pagina 147
Koppeling Koppeling controleren Controleer de koppelingskabel op knikken of tekenen van slijtage. Laat de kabel indien nodig door uw dealer vervangen. Speling van koppelingshendel Smeer de koppelingskabel met een in de controleren handel verkrijgbaar kabelsmeermiddel om Controleer de speling van de voortijdige slijtage en corrosie te voorkomen.
Pagina 148
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Speling van koppelingshendel Bovenste versteller van koppelingskabel afstellen - Bovenste verstelling Probeer de koppelingskabel eerst af te stellen met de bovenste versteller. + Draai aan de versteller van de koppelingskabel totdat de speling is afgesteld op 10 - 20 mm.
Pagina 149
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Onderste verstelling Onderste borgmoer Stelmoer Als de bovenste versteller van de koppelingskabel bijna volledig is uitgedraaid of de juiste speling niet kan worden bereikt, probeer dan de koppelingskabel af te stellen met de onderste stelmoer ervan. Draai de bovenste versteller van de koppelingskabel volledig in (voor een –...
Pagina 150
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat. Gashendel...
Pagina 151
Andere afstellingen Remhendel afstellen Referentieteken U kunt de afstand tussen de remhendel en de stuurgreep afstellen. Afstelmethode Versteller Draai de versteller tot de getallen zijn Naar voren uitgelijnd met het referentieteken terwijl u de hendel naar voren in de gewenste stand duwt.
Pagina 152
Andere afstellingen Voorvering afstellen Voorvering afstellen Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. De versteller van de veervoorspanning heeft 15 slagen. Versteller Draai naar rechts om de veervoorspanning te verhogen (hard) of draai naar links om de LET OP veervoorspanning te verlagen (zacht).
Pagina 153
Andere afstellingen Voorvering afstellen Uitgaande demping U kunt de uitgaande demping afstellen met behulp van de TEN-versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. De TEN-versteller heeft 5 1/2 slagen. Draai naar rechts om de uitgaande demping te verhogen (hard) of draai naar links om de uitgaande demping te verlagen (zacht).
Pagina 154
Andere afstellingen Voorvering afstellen Compressiedemping U kunt de compressiedemping afstellen met behulp van de COM-versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. De COM-versteller heeft 7 slagen. Draai naar rechts om de compressiedemping te verhogen (hard) of draai naar links om de compressiedemping te verlagen (zacht).
Pagina 155
Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen Stiftsleutel 1 2 3 4 5 6 7 Voor het afstellen van de ophanging is een stiftsleutel nodig. Wij raden u aan om uw voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen. Veervoorspanning Versteller U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de...
Pagina 156
Andere afstellingen Achtervering afstellen Uitgaande demping Referentie- stansstempel U kunt de uitgaande demping afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. De uitgaande demping heeft maximaal 3 slagen. Draai naar rechts om de uitgaande demping te verhogen (hard) of draai naar links om de Stansstempel Versteller...
Pagina 157
Andere afstellingen Achtervering afstellen Compressiedemping Stansstempel U kunt de compressiedemping afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. De versteller voor compressiedemping heeft 32 klikken. Draai naar rechts om de compressiedemping Referentiestans- te verhogen (hard) of draai naar links om de stempel Versteller compressiedemping te verlagen (zacht).
Pagina 159
Motor start niet (HISS-controlelampje blijft branden) De startmotor werkt maar de Controleer of er geen metalen afdichtingen of stickers op de sleutel aanwezig zijn. motor start niet Laat uw voertuig door uw dealer inspecteren als het HISS- Controleer het volgende: controlelampje blijft branden.
Pagina 160
Oververhitting (indicator hoge koelvloeistoftemperatuur brandt) De motor is oververhit wanneer zich het Controleer of de koelluchtventilator werkt volgende voordoet: en zet de contactschakelaar hierna in de Controlelampje hoge stand (Off). ● koelvloeistoftemperatuur gaat branden. Als de ventilator niet werkt: De acceleratie wordt traag. Ga uit van een defect.
Pagina 161
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Indicator lage oliedruk Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit duiden op een lekkage of ander serieus probleem met uw voertuig. Laat uw voertuig Als de indicator lage oliedruk gaat branden, door uw dealer inspecteren. rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit.
Pagina 162
Waarschuwingslampjes branden of knipperen PGM-FI-storingslampje (geprogrammeerde brandstofinspuiting) (MIL) PGM-FI-storingslampje Wat te doen als het storingslampje gaat branden (geprogrammeerde Vermijd hoge snelheden en laat uw voertuig brandstofinspuiting) (MIL) onmiddellijk door een dealer controleren. LET OP Type GS Wanneer u rijdt terwijl het storingsindicatielampje Als het storingslampje tijdens het rijden gaat brandt, kunnen het emissieregelsysteem en de branden, kan het PGM-FI-systeem een...
Pagina 163
30 km/h defect in het ABS. Verminder uw snelheid en bereikt. laat uw voertuig zo snel mogelijk door uw HESD-indicator (Honda dealer inspecteren. Electronic Steering Damper; De indicator gaat branden of begint te ●...
Pagina 164
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Torque Control-indicator Torque Control-indicator Als de indicator gaat branden terwijl Torque Control in werking is, moet u de gashendel volledig sluiten om het Als de indicator op een van de volgende normale rijvermogen te herstellen. manieren werkt, is er mogelijk een ernstig defect in het Torque Control-systeem.
Pagina 165
Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op uw voertuig met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
Pagina 166
Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Volg de onderstaande procedure om een motorfietsen. doorgebrande lamp te vervangen. Haal de accu uit het voertuig voor het Zet de contactschakelaar in de stand (Off) opladen.
Pagina 167
Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van kentekenplaatverlichting Koplampen, richtingaanwijzers voor/ parkeerlichten, remlicht, achterlicht, en Verwijder de schroeven, de afdekkap van richtingaanwijzers achter maken gebruik van de kentekenplaatverlichting en de pakking meerdere LED's. van de afdekkap van de kentekenplaatverlichting. Als een LED niet gaat branden, neem dan Trek de lamp eruit zonder deze te draaien.
Pagina 168
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Afdekkap zekeringkast Zie “Inspecteren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de zekeringen. BLZ. 119 Zekeringen in zekeringkast Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 129 Verwijder de afdekkap van de Reservezekeringen zekeringkast. Trek de zekeringen er een voor een uit met behulp van de zekeringtrekker in de gereedschapsset en controleer op doorgebrande zekeringen.
Pagina 169
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekering Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 129 Startmotormagneetschakelaar Koppel de draadconnector van de Draadconnector startmotormagneetschakelaar los. Trek de hoofdzekering eruit en controleer Hoofdzekering of de zekering is doorgebrand. Vervang een doorgebrande zekering altijd door een reservezekering met dezelfde stroomsterkte.
Pagina 170
Informatie BLZ. 167 Onderhoudsdiagnoserecorders....BLZ. 167 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 168 functies............. BLZ. 171 Onderhoud van uw voertuig......BLZ. 175 Voertuig stallen ..........BLZ. 176 Voertuig vervoeren ......... BLZ. 177 U en het milieu ..........BLZ. 178 Serienummers...........
Pagina 171
Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor De sleutels niet slijpen of doorboren of de ● Honda, haar erkende dealers en erkende vorm ervan wijzigen. reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en Niet blootstellen aan sterke magnetische ●...
Pagina 172
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, Om een extra sleutel te laten maken en deze in uw HISS-systeem te registreren, moet u de bedieningselementen en reservesleutel, de sleutelplaat en het voertuig naar andere functies uw dealer brengen. Bewaar de sleutelnummerplaat op een veilige Contactschakelaar plaats.
Pagina 173
Elke ritteller springt weer op 0.0 wanneer de radioapparatuur (2014/53/EU). kilometerstand van de rit 9.999,9 overschrijdt. HISS Het Honda startblokkeringssysteem (HISS) De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn blokkeert het ontstekingssysteem van de motor als radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op een verkeerd gecodeerde sleutel wordt gebruikt het moment van aankoop.
Pagina 174
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Documentzakje HESD De gebruikershandleiding, het registratiebewijs en De Honda Electronic Steering Damper (HESD) het verzekeringsbewijs kunnen in het plastic regelt de stuurdemperwerking automatisch, documentzakje onder het duozadel worden afgestemd op de rijsnelheid en de mate van opgeborgen.
Pagina 175
Dit model is uitgerust met een elektronische Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk gasklepbediening. om de lange levensduur van uw Honda te garan- Plaats geen gemagnetiseerde objecten of objecten deren. Potentiële problemen zijn gemakkelijker die gevoelig zijn voor magnetische interferentie bij vast te stellen op een schoon voertuig.
Pagina 176
Onderhoud van uw voertuig Richt geen waterstraal op het luchtfilter, de Voorzorgsmaatregelen voor het wassen geluiddemper en elektrische onderdelen. Volg deze richtlijnen voor het wassen: Spoel uw voertuig met veel schoon water af en droog Gebruik geen hogedrukreinigers: ● het voertuig vervolgens met een zachte, droge doek. Hogedrukreinigers kunnen bewegende Smeer alle bewegende delen na het drogen delen en elektrische onderdelen...
Pagina 177
Onderhoud van uw voertuig Richt geen waterstraal op het luchtfilter: Aluminium componenten ● Water in het luchtfilter kan het starten van Aluminium wordt aangetast door corrosie na de motor verhinderen. contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
Pagina 178
Onderhoud van uw voertuig Windscherm Uitlaatpijp en geluiddemper Gebruik veel water en reinig het windscherm met een De uitlaatpijp en geluiddemper zijn van roestvrij zachte doek of spons. (Gebruik geen reinigingsmiddelen staal, maar kunnen door modder of stof bevlekt of chemische reinigers op het windscherm.) Wrijf droog worden.
Pagina 179
Voertuig stallen Voertuig stallen Voorvork Modder en stof kunnen de slijtage van de voorvork Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het versnellen en olielekkages veroorzaken. gebruik van een volledige voertuighoes. Ga voorzichtig om met de vorkpoten om krassen Volg deze richtlijnen als u van plan bent om te voorkomen.
Pagina 180
Voertuig vervoeren Voertuig vervoeren Verwijder de accu ( BLZ. 127) om ontlading te ● voorkomen. Laad de accu volledig op en plaats deze vervolgens in een donkere, goed Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te geventileerde ruimte. geschieden op een motorfietsaanhanger of een dieplader of aanhanger met een laadvloer of Koppel de minpool - los als u de accu op hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen.
Pagina 181
U en het milieu U en het milieu Bied gebruikte vloeistoffen aan voor recycling Het bezit van en rijden met een voertuig kan Deponeer olie en ander giftig afval in aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren goedgekeurde containers en breng ze naar een aan de bescherming van het milieu.
Pagina 182
Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
Pagina 183
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 184
Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
Pagina 185
Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Cilinderinhoud 599 cm Totale lengte 2.030 mm Boring x slag 67,0 x 42,5 mm Totale breedte 685 mm Compressiever- 12,2:1 houding Totale hoogte 1.140 mm Loodvrije benzine Wielbasis 1.370 mm Type ED, II ED Minimale 125 mm Brandstof 95 RON of hoger bodemspeling...
Pagina 186
Specificaties Servicegegevens ■ Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen, API- serviceclassificatie SJ of hoger, met Voor 120/70ZR17M/C (58W) Aanbevolen Bandenmaat uitzondering van olie die wordt aangeduid als Achter 180/55ZR17M/C (73W) motorolie "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend", Bandensoort Radiaal, tubeless SAE 10W-30, JASO T 903-norm MA...
Pagina 187
Specificaties Aandrijfkettingwiel Standaard kettingwielmaat Aangedreven tandwiel Lampen ■ Koplamp Remlicht/achterlicht Richtingaanwijzer voor/ parkeerlicht Richtingaanwijzer achter Kentekenplaatverlichting 12 V-5 W Zekeringen ■ Hoofdzekering 30 A Andere zekering 30 A, 20 A, 10 A...
Pagina 188
Online instructieboekje https://www.hondamotopub.com/ 39MKZ700 XXX.XXXX.XX.R 00X39-MKZ-7000 GEDRUKT IN XXXXX...