1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
1.6
Hydraulische veiligheid
1.7
Aanbevelingen voor het gebruik
1.8
Specifieke instructies voor service, onderhoud en storingen
8
Om het gevaar voor brandwonden door heet water te beperken moet er
een thermostatische mengkraan in de vertrekleiding van het sanitair
warmwater worden opgenomen.
Voor de hydraulische aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen
en de lokale voorschriften in acht te nemen.
Als er radiatoren rechtstreeks zijn aangesloten op het verwarmingscircuit:
installeer een differentieelklep tussen de binnenmodule en het
verwarmingscircuit.
Installeer wateraftapkranen tussen de binnenmodule en het
verwarmingscircuit.
Voeg geen chemische middelen toe aan het verwarmingswater zonder
een vakman op het gebied van waterbehandeling te hebben
geraadpleegd. Bij voorbeeld: antivries, waterontharders, pH-verhogende
of verlagende middelen, chemische toevoegmiddelen en/of inhibitoren.
Deze kunnen leiden tot storingen in de warmtepomp en beschadiging van
de warmtewisselaar.
De vorstbeveiliging werkt niet als de warmtepomp is uitgeschakeld.
Tap de binnenmodule en de CV-installatie af als de woning voor langere
tijd onbewoond is en er kans is op vorst.
Zorg dat de warmtepomp op ieder moment te bereiken is.
Verwijder of bedek nooit de etiketten en typeplaten die op apparaten zijn
geplakt. De etiketten en typeplaten moeten tijdens de hele levensduur van
het apparaat leesbaar blijven.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers
onmiddellijk.
Geef de voorkeur aan de UIT-modus of de vorstbeveiligingsmodus in
plaats van het systeem helemaal uit te zetten, zodat de volgende functies
blijven werken:
Gangbaar houden van de pompen
Vorstbeveiliging
Controleer regelmatig of de verwarmingsinstallatie met water is gevuld en
onder druk staat.
Raak radiatoren niet langdurig aan. Afhankelijk van de
warmtepompinstellingen kan de temperatuur van de radiatoren hoger dan
60°C worden.
Tap de installatie niet af, tenzij dit absoluut nodig is. Bijvoorbeeld bij
meerdere maanden afwezigheid terwijl er vorstgevaar in het gebouw is.
Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitgevoerd.
Alleen een erkende professional mag de beveiligingsapparaten instellen,
corrigeren of vervangen.
Voor eventuele werkzaamheden aan de warmtepomp, de binnenunit en
de hydraulische of elektrische bijverwarming, indien aangesloten, eerst de
stroom uitschakelen.
Wacht ongeveer 20 tot 30 seconden tot de condensatoren van de
buitenunit zijn ontladen, en controleer of de lampjes op de besturingsprint
van de buitenunit zijn uitgegaan.
Schakel voor alle werkzaamheden aan het koelsysteem het apparaat uit
en wacht enkele minuten. Sommige componenten zoals de compressor
en de buizen kunnen warmer dan 100°C worden en een hoge druk
opbouwen, wat tot ernstige letsel kan leiden.
7682784 - v03 - 22082018