㉖
㉘
㉗
㉓
㉒
㉘
NUMBER knoppen
Roept een Favoriet op gerelateerd aan de genummerde knop.
CONTROL PANEL
㉙
VALUE draaiknop
Verhoogt of verlaagt Combination/Patch nummers tijdens het
spelen, of wijzigt waardes tijdens het bewerken van instellingen.
㉚
RECORD knop
Gebruik deze knop voor het opnemen van door de gebruiker
te definiëren kenmerken zoals Combinations, Patches, Custom
Parameters etc. (P. 60).
㉛
DIRECTION / DEC / INC knoppen
1. Verschuift de cursor op het scherm.
2. Verhoogt of verlaagt een waarde terwijl u de [SHIFT] knop
㉜
ingedrukt houdt.
.
㉜
MENU/EXIT / SHIFT knop
1. Opent de MENU Edit pagina (P. 66).
2. Ga een stap terug vanaf de huidige Menu Pagina.
3. Biedt extra functies aan voor bepaalde knoppen.
㉝
PAGE knoppen
Gebruik deze knoppen om te navigeren in de EDIT en
FUNCTION Modus Pagina's.
㉞
ENTER knop
Gebruik deze knop om de huidige waarde of procedure te
bevestigen tijdens het bewerken van geluiden of functies.
㉟
PLAY knop
Ga terug naar de PLAY Mode.
MONO SYNTH SECTIE
㊱
VOLUME draaiknop
Bepaalt het volume van het MONO SYNTH Sectie (P. 49).
㊲
SYNTH OCTAVE DOWN/UP knoppen
Verschuift de muzikale toonhoogte van de MONO SYNTH
Sectie omhoog of omlaag per octaaf (P. 49).
㊳
OSCILLATOR TYPE knop
1. Bepaalt het Oscillator Type (P. 51).
2. Opent de MONO SYNTH Function Mode wanneer
ingedrukt en vastgehouden.
㉙
㉚
㉛
㉜
㉝
㉞
㉟
㉔
㉕
㊱
㊵
㊶
㊷
㊲
㊴
㊺
㊳
㊴
OSCILLATOR PITCH, DEPTH draaiknop
Wijzigt de geselecteerde Oscillator golfvorm (P. 51).
㊵
LFO RATE draaiknop
Past de snelheid aan van de Low frequentie Oscillator (P. 51).
㊶
PORTAMENTO RATE draaiknop
Past de snelheid aan van de Portamento functie (P. 51).
㊷
FILTER CUTOFF draaiknop
Wijzigt de frequentie van het filter dat een effect heeft op de
frequentie van de golfvorm (P. 51).
㊸
FILTER RESONANCE draaiknop
Legt nadruk op het gedeelte van het geluid in de buurt van de
cutoff frequentie.(P. 51).
㊹
FILTER EG DEPTH draaiknop
Wijzigt de diepte van de filter envelope
㊺
PITCH & FILTER ENVELOPE schuiven
Wijzigt de verandering van de toonhoogte en filter over tijd(P.
51).
㊻
AMPLITUDE ENVELOPE schuiven
Wijzigt de verandering van de amplitude van het volume over
tijd.(P. 51).
RECHTER ZIJDE
㊼
REVERB DEPTH draaiknop
Bepaalt de diepte van het Reverb effect (P. 56).
㊽
REVERB ON knop
Schakelt de Reverb aan of uit (P. 56).
㊾
MASTER EQ knop
Schakelt de Master Equalizer. aan of uit (P. 56).
㊸
㊹
㊼
㊽
㊻
㊾
㊺
(P. 51).
Introductie
11