SELECTEER EEN OSCILLATOR
BEPAAL DE PORTAMENTO SNELHEID
PAS DE HELDERHEID AAN (FILTER)
HET GELUID VERANDEREN MET EEN TIJDSDUUR (ENVELOPE)
'PERIODIEKE' VERANDERING TOEVOEGEN (LFO)
SELECTEER DE GOLFVORM (OSCILLATOR-TYPE)
Gebruik de [OSC TYPE] knop om de basis golfvorm te selecteren.
DE GOLFVORM AANPASSEN (WIJZIGEN)
Gebruik de [PITCH] en [DEPTH] schuifregelaars om de toonhoogte en diepte van de
golfvorm die u hebt geselecteerd aan te passen.
NB:
De Oscillator-types worden in meer detail uitgelegd op pagina 53.
Gebruik de PORTAMENTO [RATE] draaiknop om de snelheid van de Portamento
aan te passen.
NB:
Om het PORTAMENTO effect te horen, moeten zowel de [PORTAMENTO] knop als de
Portamento Patch Parameter aan staan.
1
[CUTOFF] draaiknop
Hiermee kunt u de 'Cutoff' frequentie van het filter aanpassen, waardoor het geluid
helderder of zachter wordt.
2
[RESONANCE] draaiknop
Hierdoor kunt u kleur aan het geluid toevoegen door de 'Cutoff ' frequentie te
benadrukken.
3
[EG DIEPTE] draaiknop
Hiermee kunt u het absolute niveau van de 'Cutoff' frequentie van het filter aanpassen.
Met de Envelope Generator kunt u het geluid aan de hand van een bepaalde tijd
veranderen.
Amplitude ......................... Hier bepaalt u [AMPLITUDE] Envelope.
Filter .................................... Hier bepaalt u de [PITCH & FILTER] Envelope evenals de diepte ([EG
DEPTH]) in de FILTER-groep.
Staanplaats ...................... Hier bepaalt u de [PITCH & FILTER] Envelope, en de diepte ([PITCH EG
DEPTH]) in de Patch Parameters.
1
[ATTACK]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de snelheid aanpassen waarmee de waarde stijgt van nul naar het
maximum, vanaf het moment dat een toets voor het eerst wordt ingedrukt.
2
[DECAY]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de snelheid waarmee de waarde verandert van het Attack-niveau naar
het Sustain-niveau aanpassen.
3
[SUSTAIN]-schuifregelaar
Hiermee kunt u het eindniveau aanpassen wanneer een toets wordt ingedrukt en
vastgehouden.
4
[RELEASE]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de snelheid aanpassen waarmee de waarde naar nul vervalt wanneer een
toets wordt losgelaten.
Gebruik de LFO (Low Frequency Oscillator) om periodieke audio-effecten zoals
Vibrato of Tremolo toe te voegen.
NB: In de standaard opstelling kunt u het [MODULATION] wiel gebruiken om de LFO te
besturen. U kunt ook verschillende karakteristieken van de LFO veranderen, zoals
Waveform, enz.
PORTAMENTO
Met "Portamento" kunt u soepel van de ene noot
naar de andere glijden. Het wordt vaak gebruikt bij
vocale uitvoeringen of op instrumenten zoals viool
of trombone.
Aanzetten en Spelen
51