Download Print deze pagina

Hammond SK PRO Handleiding pagina 79

Advertenties

ALC (ALLOCATE)
Instelbereik:
Off, Upper, Lower, Pedal
Hiermee selecteert u welk toetsenbord de geselecteerde externe
zone zal besturen.
Hiermee bedoelen wij een daadwerkelijk fysiek toetsenbord
(UPPER, LOWER en PEDAL), niet naar een SPLIT die op de
interne zones wordt toegepast.
OCT (Octaaf)
Instelbereik:
-2 ~ ±0 ~ 2
Hiermee selecteert u het octaaf of toonhoogte waarop de
geselecteerde externe zone zal klinken. Pas deze parameter aan als
een extern geluid in een ander octaaf speelt dan het octaaf dat u
nodig heeft voor een bepaalde toepassing.
XPOSE (Transpose)
Instelbereik:
-6 ~ ±0 ~ 6
Hiermee kunt u de toonhoogte van de geselecteerde zone
verschuiven.
LOW (Key Range Low)
HIGH (Key Range High)
Instelbereik:
-2C ~ 8G
Hiermee kunt u de bovenste en onderste noot-limieten voor de
geselecteerde zone bepalen.
VOL (volume)
Instelbereik:
0 ~ 127
Hiermee kunt u het volume regelen (controller #7) van het
geluid dat wordt bestuurd door de geselecteerde zone.
PAN
Instelbereik:
L64 ~ C ~ R63
Hiermee kunt u het stereo beeld, of pan-instelling (controller #
10) voor de geselecteerde zone aanpassen.
VEL (Velocity Curve)
Instelbereik:
Uit, 1 ~ 4
Hiermee selecteert u hoe de geselecteerde externe zone zal
reageren op de aanslaggevoeligheid.
'Off' is een standaard orgelaanslag - de noten worden met een
vaste aanslagsnelheid ('100') gespeeld, ongeacht een lichte of
zware toetsaanslag. "1" is de meest overdreven snelheidscurve,
terwijl "4" een zachtere curve is. "2" en "3" zijn tussenliggende
curven.
DAMP (Damper)
Instellingen: Aan uit
Hiermee selecteert u een demperpedaal invloed heeft op de
geselecteerde zone.
BEND (Pitch Bend)
Instellingen: Aan uit
Hiermee selecteert u of het [PITCH BEND]-wiel invloed heeft
op de geselecteerde zone.
MOD (Modulatie)
Instellingen: Aan uit
Hiermee selecteert u of het [MODULATION]-wiel invloed
heeft op de geselecteerde zone.
EXP (Expression)
Instellingen: Aan uit
Hiermee bepaalt u of een aangesloten Expression Pedal invloed
op de geselecteerde Zone.
E.MIN (Expression Minimum)
Instelbereik:
0 ~ 63
Hiermee kunt u het volume niveau aanpassen als het expressie
pedaal 'gesloten' is, ofwel op de minimale positie staat. Bij "0"
zult u geen geluid horen.
E.MAX (Expression Maximum)
Instelbereik:
64 ~ 127
Dit stelt u in staat het volumeniveau aan te passen als het
expressie pedaal helemaal 'open' of op maximum staat.
E.CC (Expression Control Change)
Instelbereik:
Uit, 7, 11
Hiermee bepaalt u hoe u het niveau van de geselecteerde externe
zone wilt regelen. U kunt 'VOL' (Volume of Controller # 7) of
'EXP' (Expressie of Controller # 11) selecteren.
VERSCHIL
TUSSEN
"EXPRESSION"
Puur technisch gezien zijn Volume en Expressie identiek - beide
regelen de luidheid van het geluidsniveau. Het verschil zit hem
in de manier waarop ze gewoonlijk worden gebruikt in MIDI-
toepassingen, met name bij het maken en afspelen van MIDI-
sequenties.
Het algemene aanvaarde protocol is om Controller # 7 (Volume)
te gebruiken om het algehele of absolute niveau van een stem of
geluid te zetten, en Controller # 11 (Expression) te gebruiken
om variaties te maken (zoals crescendo of diminuendo) in het
algehele niveau dat is ingesteld door Controller # 7. Dit wordt
met name aanbevolen als uw SK PRO als MIDI-invoerapparaat
wilt gebruiken om een sequentie op te nemen.
NB: Om de Volume functie voor externe zone te laten werken, moet
het Expressie-regelingsnummer worden ingesteld op "7: VOL". Als
deze parameter is ingesteld op '11: EXP ' , heeft het wijzigen van de
instelling van het volume van de externe zone geen effect.
MESSAGE ON / OFF
Soms wordt bij het verzenden van MIDI-berichten ongewenste
informatie of niet genoeg informatie verzonden. Dit kan worden
voorkomen door het juiste MIDI-bericht uit te schakelen.
MIDI-berichten die kunnen worden uitgezet door Combinaties:
......................Noot, expressie, demper (op deze pagina).
Systeem Parameters die afzonderlijk kunnen worden uitgezet:
......................Bank Select, Program Change, External Zone Parameters
(zie pagina 156).
PANIC FUNCTIE / PARAMETER RELOAD
MIDI speelt noten van een extern instrument door twee
commando's te sturen: 'Note On', waarmee de noot begint te
spelen, en 'Note Off', waarmee de noot wordt losgelaten en
stopt met spelen. Deze twee commando's worden altijd in paren
verzonden.
Af en toe wordt een Note On niet gevolgd door een Note Off-
commando, waardoor een noot of noten blijven doorklinken
(het fenomeen dat in de volksmond wordt toegevoegd als
"vastzittende noten"). In dit geval moet u een MIDI-commando
naar het ontvangende instrument sturen om de noten te wissen.
Druk hiervoor op beide [DIRECTION] [p] [] knoppen. Als
u dit doet, wordt een "MIDI All Notes Off" en een "MIDI Reset
All Controllers"-commando naar de ontvangende instrumenten
gestuurd. De vastzittende noten worden uitgeschakeld en de
instellingen voor de externe zones worden gereset, waarna de
instellingen voor de externe zone worden opnieuw verzonden.
Het normale spelen kan vervolgens worden hervat.
79
"VOLUME"
EN
Parameters Bewerken

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sk pro-73