Het brandstofverbruik
kan drastisch veranderen
door de bootbelasting
en de omstandigheden
op zee. Neem altijd
voldoende brandstof mee
voor de reis, plus een
reservevoorraad.
92
18-4-1 Setup > Radar > Installatie
Opmerking: Deze optie wordt alleen weergegeven
Park position
Zero bearing
Zero range
Simrad NX40/45 Installatie- en bedieningshandleiding
De koerslijn weergeven.
De koerslijn verbergen.
Radar
Installatie
>
>
als de radar is ingeschakeld.
Als uw radar een open array heeft en
u deze uitschakelt, dan blijft de open
array nog even draaien voordat hij
tot stilstand komt. De stoppositie is
de parkeerstand. U kunt de hoek van
de parkeerstand aanpassen zodat
de open array altijd in een door u
gekozen stand stopt, bijvoorbeeld in
de richting van de boeg.
Selecteer Park position en voer dan de
hoek van de nieuwe parkeerstand in.
Opmerking: Soms moet u eerst
enkele parkeerstanden uitproberen
voordat u de juiste vindt. De kracht
van de wind heeft ook invloed op de
parkeerstand.
Gebruik de uitlijning met nulpeiling
om het radarbeeld te draaien, één
graad per keer, zodat een bekend
object recht vooruit direct onder de
koersmarkering van de boot ligt.
Dit betekent dat het radarbeeld is
uitgelijnd met de weergegeven kaart
en het kompas. Een nauwkeurige
uitlijning van de peiling is vooral
belangrijk als het radarbeeld als
overlay op de kaart wordt gebruikt.
Pas dit op een kaartwindow aan met
ingeschakelde radaroverlay.
Selecteer Zero bearing en gebruik dan
de cursor om de nieuwe peilinghoek in
te voeren.
Het nulbereik wordt ook wel de
offset van het radarbereik of de
activeringsvertraging genoemd.
Als uw radardisplay een lege, zwarte
cirkel rond het centrum toont of een
dichte gekleurde cirkel in het centrum,
dan moet u de instelling voor het
nulbereik aanpassen totdat de cirkel
(bijna) is verdwenen. De radarscan
moet eigenlijk bij uw boot beginnen
(nul radarbereik).