90
Bewegingsmodus
Interferentiefilter
Simrad NX40/45 Installatie- en bedieningshandleiding
Head up betekent dat het radarbeeld
onder uw boot draait, zodat de
richting waarin u vaart naar de
bovenkant van het radarscherm wijst.
U kunt de visuele weergave aan de
voorzijde van uw boot gemakkelijk
vergelijken met het radarscherm.
Koers boven werkt alleen als er
COG- of koersgegevens beschikbaar
zijn van een koerssensor en als er
een actieve route is. Dit betekent
dat uw gewenste richting altijd naar
de bovenkant van het radarscherm
wijst zodat u de peiling van de etappe
van de actieve route altijd kunt
vergelijken met het radarscherm.
(Als u de draaiing Koers boven hebt
ingeschakeld, maar er geen actieve
route is, gebruikt de radar de draaiing
Head up totdat een route actief wordt
gemaakt.)
Ware bewegingsmodus
is niet beschikbaar als er geen
positiegegevens en geen koers- of
COG-gegevens zijn.
Er zijn twee opties:
Relative (RM). Uw boot blijft op
een vaste locatie op het radarscherm
staan en alle andere objecten
bewegen ten opzichte van uw positie.
(U kunt de positie van de vaste locatie
kiezen). RM is de standaardwaarde.
. Uw boot beweegt samen
Waar (TM)
met bewegende doelen over het
radarscherm terwijl u vaart. Alle
stilstaande objecten blijven op
een vaste positie staan. U hebt
positiegegevens en koers- of COG-
gegevens nodig, anders is deze optie
niet beschikbaar.
Als de radar op een andere
boot op dezelfde frequentie als
uw radar werkt, dan kunnen er
storingspatronen op het radardisplay
verschijnen.
Storingspatronen verschijnen bij
elke scanrotatie altijd op een andere
plaats. Dit kunnen willekeurig
verspreide spikkels zijn of stippellijnen
vanuit het midden naar de rand van
het radarwindow, vaak in spiraalvorm.
Des te sterker de storing is, des te
breder zijn normaal gesproken de
storingslijnen.