Advertenties
hiervoor de installatiehandleiding voor
het brandstofsysteem. Als u dit niet
doet, vervalt de garantie.
•
Controleer
de
uiteinde tot uiteinde op schade zoals
gescheurde,
gebroken,
vastzittende delen.
•
Controleer
of
schoon is.
3-3
Een
installatie
motoren
geeft
brandstofverbruikwaarde aan:
•
Controleer of het aantal motoren is
ingesteld op 2.
3-4 Onregelmatige waarden voor het
brandstofverbruik:
•
De
transducer
brandstofverbruik kan te dicht bij de
brandstofpomp
wordt blootgesteld aan bovenmatige
trillingen. Zie de installatie-instructies
die bij de brandstoftransducer zijn
geleverd.
•
Controleer
de
brandstofleiding
brandstofaanvoer in de tank.
•
De waarde voor het
niet geschikt voor de motor. Controleer
of de waarde niet is ingesteld op nul en
probeer dan de waarde te verhogen tot
er een stabiel brandstofverbruik wordt
aangegeven.
3-5 Er wordt geen brandstofverbruik
aangegeven:
•
De boot moet door het water varen
om een waarde voor
geven.
•
Controleer
of
transducer vrij draait en of de twee
magneten in het logwiel nog steeds op
hun plaats zitten.
B-4 Problemen met het fishfinding
via dieptemeter
4-1 Het apparaat werkt onregelmatig:
•
Controleer of er geen vuil (zoals
wier of een plastic zak) in de transducer
aanwezig is.
Simrad NX40/45 Installatie- en bedieningshandleiding
brandstofkabel
geplette
het
brandstoffilter
met
twee
slechts
één
van
zijn
gemonteerd
op
lekken
of
in
brandstoffilter
Economie
aan te
het
logwiel
op
•
De
transducer
tewaterlating, bij het aan de grond
lopen, tijdens het varen door afval,
etc.
beschadigd
van
de
transducer
deze omhoog tegen de beugel zijn
of
gedrukt. Als de transducer niet fysiek
beschadigd is, dan terugplaatsen in zijn
oorspronkelijke positie.
•
Als de transducer minder dan 2 vt
(0,6 m) van de bodem staat, kunnen
de
dieptewaarden
onregelmatig worden.
•
De handmatige versterking kan te
laag zijn ingesteld, waardoor er een
zwakke bodemecho kan ontstaan of er
geen vissignalen worden weergegeven.
Als het apparaat in Manual Gain staat,
kunt u proberen de Versterking te
het
verhogen.
of
•
Zorg
dat
onderste
iets lager ligt dan de voorkant en
dat de voorkant zo diep mogelijk
in het water ligt om het ontstaan
van
luchtbellen
in
minimaliseren. (Zie de Installatiegids
de
voor spiegeltransducers)
•
Controleer
is
de transducer en stroomkabel op de
achterkant van het apparaat goed
vastzitten en of de borgringen goed zijn
aangedraaid. De borgringen moeten
goed vastzitten voor een waterdichte
aansluiting.
•
Controleer
uiteinde tot uiteinde op schade zoals
gescheurde,
vastzittende delen.
•
Zorg dat er geen andere fishfinder
of dieptemeter is ingeschakeld, omdat
de
deze anders met dit apparaat kunnen
interfereren.
•
Elektrische ruis van de bootmotor
of accessoires kunnen interfereren met
de transducer(s) en/of het apparaat.
Hierdoor kan het gebeuren dat het
apparaat automatisch de Versterking
verlaagt tenzij u de Manual Gain
gebruikt.
kan
tijdens
zijn
geraakt.
is
geraakt,
inconsistent
de
achterkant
van
vlak
van
de
transducer
door
cavitatie
of
de
connectors
de
stroomkabel
gebroken,
geplette
de
Als
kan
of
het
te
van
van
of
119
Advertenties
