Kiezen van de beeldkwaliteitfunctie
Kies de beeldkwaliteit voor het opnemen van beelden. U heeft de keuze uit "Super" (beste kwaliteit),
"High" (hoge kwaliteit), "Middle" (normale kwaliteit) en "Low" (minste kwaliteit). Het aantal foto's
dat u kunt maken is afhankelijk van de gekozen beeldkwaliteit.
3~
5
3
•OFF
•CAM
•PLAY
1
×2 D. Zoom
Voor opname met 2×
(ongeveer 56 tot 280mm voor 35mm
filmcamera's). De beelden worden met ×
opgenomen. Beelden met de zoom worden met
het 640 ×
Het frame van het beeld wordt met deze functie
smaller. Controleer de opnamen daarom met de
LCD-monitor. De zoeker zal het werkelijke beeld
namelijk niet tonen.
Opmerking
De beeldformaten worden op het LCD-paneel als
1344 (1344 ×
(×
5
Laat de keuzetoets los.
Verlaat het menu nadat het beeldformaat is
ingesteld. U kunt nu foto's met de camera maken.
4
1
Houd de functievergrendeling (groen) ingedrukt
en draai de spanning-/functieschijf naar CAM.
2
Druk op de LCD toets om de LCD-monitor in te
schakelen.
Opmerking
U kunt de instellingen ook met het LCD-paneel
2
controleren. U hoeft deze stap niet uit te voeren
wanneer u het LCD-paneel voor het controleren
gebruikt.
3
Draai de functieschijf naar QLTY en druk op de
keuzetoets.
Het QUALITY beeldkwaliteitmenu verschijnt.
de virtuele brandpuntafstand
480 pixelformaat opgenomen.
(640 ×
1024),
2 D. Zoom) getoond.
vervolg op de volgende bladzijde
2D
480), en
NL
55